Dit document is een samenvatting van alle colleges van het vak homeostase, aangevuld met de bijbehorende theorie uit de boeken. De belangrijkste punten zijn in deze samenvatting genoemd die belangrijk zijn voor het tentamen.
Homeostase, thermoregulatie en endocrinologie
Wat is homeostase?
- Homeostase is de regulatie van variabelen binnen fysiologische
grenzen met regelsystemen
- Dit is een dynamisch proces waarbij een verstoring van het evenwicht
wordt gemonitord en vervolgens kan worden hersteld → geen statisch
proces want er staat niet 1 ding vast
- Verschillende voorbeelden: temperatuurregulatie, pH bloed, cortisol,
bloedsuikerspiegel, hormoonregulatie etc.
We hebben het over een regelsysteem
- Setpoint: fysiologische range waarbinnen de waarden moeten liggen
- Sensor: meet de waarden
- Comparator: vergelijking van de gemeten waarde met de waarde van
de setpoint
- Effector: mechanisme dat de waarde terugbrengt binnen fysiologische
grenzen
De effector kan zijn werking op 3 manieren
uitoefenen:
o Humoraal
o Via AZS
o Motorisch (gedragrespons)
- Negatieve feedback: meest voorkomend bij regelkringen → variabele wordt teruggebracht
naar streefwaarde gedetecteerd door het setpoint → temperatuur, hormonen
- Positieve feedback: weinig voorkomend bij regelkringen → variabele wordt verder uit
balans gebracht → explosief systeem → bevalling
Thermoregulatie
- Hypothalamus setpoint voor lichaamstemperatuur
- Temperatuur gemeten door thermoreceptoren
- Deze informatie wordt geïntegreerd en vervolgens zullen er effectormechanismen worden
aangezet indien nodig (bewuste en onbewuste reacties)
- Bij hyperthermie en hypothermie ontstaan deze reacties door omstandigheden van
buitenaf → lichaamstemperatuur wijkt af, gaat afwijken van setpoint (te koud/ te warm),
effectormechanismen worden in gang gezet
,- Ziekte → hierbij verandert de lichaamstemperatuur niet door
omstandigheden van buitenaf maar doordat de setpoint veranderd
- Temperatuur gaat omhoog door bacterie/virus → veranderen de
setpoint
- Meer hitteproductie → temperatuur van het lichaam gaat omhoog →
nieuwe setpoint, koorts
Regulatie van variabelen
- Externe of interne stimuli → kunnen leiden tot verstoring van
homeostase
- Grootste verstoringen van homeostase zijn hypothermie,
hyperthermie en koorts
- Aanpassing/adaptatie van interne milieu →
om waarde terug te brengen naar
fysiologische grenzen
- Via het autonome zenuwstelsel en endocriene
systeem
- Herstel van homeostase
Het autonome zenuwstelsel
- Twee delen: sympathische en parasympatische deel
- Stuurt allemaal organen in ons lichaam aan
- Is een onwillekeurig systeem
- Parasympatisch zenuwstelsel → hierin liggen de
preganglionaire neuronen in de hersenstam en in het sacrale
deel van het ruggenmerg → overgang van preganglionaire
neuronen naar postganglionaire neuronen bevindt zich dicht
bij het doelorgaan
- Sympathische zenuwstelsel → neuronen liggen hier in het
lumbale en thoracale deel van het ruggenmerg → overgang
van preganglionaire neuronen naar oostganglionaire
neuronen bevindt zich in de grengsstreng (streng van
zenuwknopen langs het ruggenmerg waar zich de cellichamen
van het SZS bevinden)
De volgende neurotransmitters worden gebruikt in
de systemen:
- Acetylcholine (Ach): kan werken op zowel
nicotinereceptoren (nic) als
muscarinereceptoren (mus) en is zowel in het
sympathisch als parasympatische zenuwstelsel
te vinden als neurotransmitter
- Noradrenaline (NA): alleen in het
sympathische ZS en werkt op α- en β-
receptoren
,Naast neurotransmitters spelen hormonen ook een belangrijke rol in het AZS →
kunnen vanuit de hypothalamus naar de hypofysevoor- en achterkwab gaan
- Voorkwab (adenohypofyse) → hier zijn endocriene cellen die als reactie op de
hormonen uit de hypothalamus andere hormonen zullen maken → daarna
afgegeven aan de circulatie
- Achterkwab (neurohypofyse) → hier worden de hormonen direct aan het
bloed afgegeven die in de hypothalamus zijn gemaakt
Het endocrien systeem
Er zijn 3 soorten hormonen:
- Aminerge hormonen: afkomstig van aminozuur
• Tyrosine: schildklierhormoon, (T3, T4)
• Bijniermerg hormonen (adrenaline en noradrenaline)
• Dopamine
- Peptiderge hormonen: kleine eiwitten
• Pancreas hormonen (insuline, glucagon)
• Neuromodulatoren: hypothalame-hypofysaire
hormonen (oxytosine, vascopressine, groeihormoon,
prolactine, ACTH, etc.)
- Steroïdhormonen: afkomstig van cholesterol
• Bijnierschors hormoon (cortisol, aldosteron)
• Geslachtshormonen (androgenen, oestrogenen)
• Vitamine D
• Deze hormonen verschillen in eigenschappen wat
onder andere hun transport in het lichaam beïnvloed
- Aminerge en peptiderge hormonen → hydrofiel →
circuleren daarom in het bloed → geen diffusie door
celmembraan → receptoren zitten op het celmembraan
- Steroïdhormonen → hydrofoob → eiwitcarrier nodig om in het bloed te kunnen circuleren
→ wel diffusie door celmembraan → receptor zit in nucleus
- Peptiderge hormonen worden als preprohormonen geproduceerd → liggen in secretoire
vesicles in de cel zodat er een voorraad is die snel gebruikt kan worden → door opslag in
vesicles is er een verminderde degradatie
Hypothalame- hypofysaire systeem
- In de hypothalamus liggen groepen neuronen
gelokaliseerd die hormonen aanmaken en afgegeven
aan de hypofyse
- Neurohypofyse (achterkwab) ontvangt de hormonen
via de hypofysesteel → deze hormonen worden
vervolgens afgegeven aan de bloedcirculatie
- Adenohypofyse (voorkwab) ontvangt hormonen via
poortadersysteem → dit zijn voorloperhormonen
en stimuleren in de adenohypofyse de productie van
andere hormonen die vervolgens worden afgegeven
aan de bloedcirculatie
, Er zijn verschillende manieren van signaaloverdracht
- Hormoon-secreterende cel → geeft de hormonen aan
het bloed af en heeft een effect op een doelcel (pancreas
maakt insuline en heeft een invloed op de spieren en de
lever)
- Zenuwsel → geleiding van een signaal leidt tot de afgifte
van een neurotransmitter en vervolgens heeft dit weer
een effect op een ander neuron (pre- en postganglionaire
neuronen)
- Combinatie van deze twee → zenuwcel leidt tot de
afgifte van een hormoon en dat dit in het bloedvat terecht
komt en een effect heeft op een doelorgaan (oxytocine
gemaakt in de hypothalamus door een zenuwcel, wordt
afgegeven via de hypofyseachterkwab, wordt aan het
bloed afgegeven en heeft effect op de baarmoeder)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emilieeeuwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.35. You're not tied to anything after your purchase.