Dit vak had geen boek, waaruit je kon studeren. Ik heb alles uit de PowerPoints bij mekaar gezet met nog bijhorende informatie. Ik heb voor dit vak een 15/20 gehaald.
Deel 1: Emotieregulatie en coping
Wat is emotieregulatie?
• Geen emotie zonder regulatie + altijd in relatie tot de ander
• EMOTIEREGULATIE (ER) =
▪ alle processen die beïnvloeden welke emoties je ervaart, hoe en
wanneer je deze ervaart, en hoe je ze uit. (Gross, 1998)
▪ ER heeft tot doel niet overweldigd te raken door de intensiteit
van emoties (te weinig regulatie); of minder afstand te nemen
van je gevoel (te veel regulatie)
→Belang van sociale context!
• Bewust (gecontroleerd) of onbewust (automatisch)?
▪ Gecontroleerd = tot 10 tellen
▪ Automatisch = weglopen & onbewust kan ook fysiologisch zijn – bv
cortisol = stresshormoon: voor verbeterde prestaties, snelle reacties
(fight + flight); ziek zijn na examens
▪ Gecontroleerd = tot 10 tellen
• Interne of externe emotieregulatie?
▪ Intern/extern: zoek je buiten of in jezelf? Bv sociale steun
zoeken vs positief denken
• Intrinsiek of extrinsiek?
▪ Intrinsiek = zelf reguleren // extrinsiek = de ander nodig hebben
• Adaptief of maladaptief? (afhankelijk van de context!)
• Verhoging of verlaging van - of + emoties (Verhoging of verlaging van
gevoel: bv vermijding bij angst; verdrietige muziek):
• Balans tussen Behavioral Activation System en Behavioral Inhibition
System (BIS/BAS model van Gray)
▪ Hoge BIS/ lage BAS = angstig, depressief (avoidance gerelateerd
gedrag)
→ cf parasympathisch systeem (rem)
▪ Lage BIS/ hoge BAS = driftbuien, impulsief (approach gerelateerd
gedrag)
→ cf sympathisch systeem (gas)
▪ Autonoom zenuwstelsel
• ANGSTBERG: vermijding als adaptieve strategie op korte termijn
, • ANGSTBERG: vermijding als maladaptieve strategie op lange
termijn
1.1. Hechting als basis van emotieregulatie:
→ In de buik: relatie biologie, sociaal-emotionele ontwikkeling en context
→ baby is grotendeels afhankelijk van verzorger om getroost te worden,
zichzelf tot rust brengen enzovoort
→ vroegste regulatie = uiten van gevoelens!
→ Spiegeling van ouder naar kind in emoties (spiegelneuronen)
• Expressiviteit in gezichtsuitdrukkingen, stemvolume en intonatie,
lichaamshouding
▪ Later ook spiegeling in gedrag en taal
o Begrijpen van eigen emoties
o Woorden geven aan emoties
• NATURE (temperament) én NURTURE (niet-validerende omgeving)
• Belang van hersenontwikkeling
• Niet validerende omgeving:
▪ Bv.: “je overdrijft”; “gewoon niet aan denken”; ”hoe kan je daar
nu bang voor zijn”
• Types hechtingsstijl:
▪ Type 1 veilige hechtingsstijl.
Type 2 gedesorganiseerd hechtingsstijl. (vaak vroegkinderlijke
trauma-cliënten)
Type 3 gepreoccupeerd hechtingsstijl.
▪ Type 4 vermijdende hechtingsstijl.
1.2. De ontwikkeling van emotieregulatie:
• Cognitieve maturatie model
• maturiteit van de hersenen (prefrontale cortex)
→ kind/jongere krijgt cognitieve mogelijkheden om meer
complexe en cognitieve ER-strategieën te gebruiken.
• Maar: 16 tot 18 jarigen zouden minder adaptieve ER-strategieën
gebruiken en meer maladaptieve strategieën dan 10 tot 12
jarigen….
• Maladaptieve shiftmodel
, ▪ cognitieve mogelijkheden nemen toe
▪ maar: nieuwe rollen en verwachtingen = intensere
negatieve emoties
▪ biologische veranderingen waardoor adolescent sensitiever
wordt
1.3. Diagnostiek en ROM:
• FEEL – KJ
▪ 8-18 jaar
▪ adaptieve strategieën; maladaptieve strategieën; externe
regulatiestrategieën
• FEEL – E
▪ 18-65 jaar
▪ adaptieve en maladaptieve strategieën
• UCL
▪ vanaf 14 jaar
▪ 7 schalen (zie hieronder)
• Actief aanpakken: de situatie rustig van alle kanten bekijken;
doelgericht te werk gaan om het probleem op te lossen.
• Palliatieve reactie: afleiding zoeken; proberen zich wat prettiger te
voelen door te roken, te drinken of zich wat te ontspannen.
• Vermijden: de zaak op zijn beloop laten, de situatie uit de weg gaan of
afwachten.
• Sociale steun zoeken: het zoeken van troost bij anderen; zorgen aan
iemand vertellen of hulp vragen.
• Passief reactiepatroon: zich volledig door de situatie in beslag laten
nemen, de zaak somber inzien, piekeren.
• Expressie van emoties: het laten blijken van ergernis of kwaadheid;
spanningen afreageren.
• Geruststellende gedachten: zichzelf geruststellen; jezelf moed
inspreken.
1.4. ACE-model:
• “Adaptive Coping with Emotions”
• Adaptieve coping: situatie-afhankelijke interactie met 7 vaardigheden
• 5 basisvaardigheden:
▪ 1/ bewustzijn van emoties
▪ 2/ Identificeren en benoemen van emoties
▪ 3/ Begrijpen of herkennen van oorzaken van emoties en wat
emotie in stand houdt
▪ 4/ ofwel: actief en adaptief de emotie beïnvloeden
▪ 5/ ofwel: accepteren en verdragen van negatieve emotie
• 2 regulerende vaardigheden
▪ 1/ zichzelf confronteren met situaties die een negatief gevoel
triggeren
, ▪ 2/ emotionele zelfondersteuning in stressvolle situaties:
zelfmedeleven (= geen kritiek hebben op de emotie die je ervaart;
empathie voor jezelf) en zelfgeruststelling
1.5. Emotiebewustzijn en emotiebegrip:
• Een adequaat emotioneel bewustzijn kan ervoor zorgen dat in een
specifieke situatie een optimale emotieregulatiestrategie wordt
gekozen.
• Emotioneel bewustzijn =
▪ het herkennen en identificeren van de eerste signalen van
gevoelens
▪ er een mate van intensiteit aan kunnen geven
▪ de plaats in het lichaam kunnen bepalen waar gevoelens ervaren
worden
• Link tussen emoties en lichaamsbeleving:
▪ Observeren en benoemen wat je ziet bij de client
▪ Benoemen wat je zelf ervaart (modeling)
▪ Lichaamssignalen (en hersenactiviteit)
o Bv registratie oefening
o Bv menstekening
• Identificeren en benoemen van gevoelens: 4 affecten:
▪ Boos
▪ Blij
▪ Bang
▪ Bedroefd (verdrietig)
▪ welk gevoel/ welke gevoelens (primaire en secundaire gevoelens)
o Primaire gevoelens = basisgevoelens; automatisch en
onbewust
o Secundaire gevoelens = bewuster, complexer, meer
afhankelijk van context
▪ verschillen in verloop (“bergen”)
▪ verschillen in intensiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milantjeeeuh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.54. You're not tied to anything after your purchase.