Thanks for the review. Do you miss something in the summary it three stars worth?
Seller
Follow
Fredver
Reviews received
Content preview
Samenvatting Tussen Sofa en Toga – E. Rassin en de samenvatting van Overtuigend
Bewijs – Van Koppen.
Samenvatting TUSSEN SOFA EN TOGA – E. Rassin
HOOFDSTUK 1 RECHTSPSYCHOLOGIE: EEN EXPERIMENTELE BENADERING
Rechtspsychologie: omvat alle gedragswetenschappelijke kennis over het
rechtssysteem.
Onderzoek Kuhn et al.: duidelijkheid over produceren van wetenschappelijke
kennis. Het blijkt onvoldoende om, bij het onderzoeken van een causaal verband,
bewijsmiddelen voor dat verband te zoeken. Positieve én negatieve ervaringen
moeten worden meegenomen. Daarnaast moeten alternatieve verklaringen
worden verzonnen, o.g.v. informatie die wordt ingewonnen bij een controlegroep.
Controlegroep is essentieel om tot een deugdelijke conclusie te komen.
Bewijs voor een hypothese is pas bewijs als alle alternatieve verklaringen zijn
uitgesloten. Nodig: alternatieven bedenken en die vervolgens uitsluiten door
relevante controlegroepen in het onderzoek op te nemen. Eerlijk onderzoek kan
leiden tot bevestiging (verificatie) van een hypothese, of tot weerlegging
(falsificatie). Een onderzoek met maar 1 uitkomst is geen wetenschappelijk
onderzoek.
Existentiële stellingen zijn principieel te bevestigen, maar niet te weerleggen.
Universele stellingen zijn gemakkelijk te weerleggen, maar onmogelijk te
bevestigen.
Minst betrouwbare wetenschappelijke bewijs: gevalsbeschrijving (casestudy). Bij
de reeks (caseseries) worden meerdere voorbeelden gepresenteerd.
Bij een cohortstudy probeert de onderzoeker een retrospectie te vermijden door
een groep personen prosepctief te volgen.
De ultieme manier van dataverzameling is experiment, waarbij centraal staat
dat de te onderzoeken variabelen worden gemanipuleerd door de onderzoeker:
hij bepaalt wie in welke groep zit.
P-waarde: helpt onderzoekers bij het interpreteren van verschillen. Berekenen
welke bepaalde bevinding significant is. Deze wordt uitgedrukt in een probability
waarde en verwijst naar een getal dat varieert tussen 1 en oneindig klein. Beoogt
de onderzoeker vooral te beschermen tegen de vals positieve fout; concluderen
dat er een verschil is, terwijl die er eigenlijk niet is. Er kunnen deze vragen bij
onschuldige verdachten ook gemakkelijk meer emoties oproepen dan
controlevragen. En met de polygraaf kan de angst van een onschuldige om
onterecht te worden veroordeeld niet onderscheiden worden van de angst van
een leugenaar voor ontmaskering.
Fout-positieve uitkomst: er bestaat dus een risico dat een onschuldige
verdachte als schuldig wordt aangemerkt.
Probleem bij observaties door deskundigen: men is geneigd om gedrag van
anderen sneller te wijten aan interne factoren, terwijl het eigen gedrag eerder
toegeschreven wordt aan situationele omstandigheden.
Betrouwbaarheid en validiteit zijn onderscheiden kenmerken.
Betrouwbaarheid: duidt op verschillende aspecten van consistentie.
Validiteit: vergt idealiter een correlatie met een gouden standaard (convergente
validiteit).
, Tegelijkertijd moet de test niet samenhangen met variabelen waarmee men geen
samenhang verwacht (divergente validiteit).
Empirisch bewijs: betreft bewijs dat in een experimenteel onderzoek overeind
is gebleven.
Schoenmakers-arrest: algemene regels voor de acceptatie van
deskundigenbewijs. Rechter moet/kan nagaan:
1. Wat het beroep, de opleiding en de ervaring van de deskundige is;
2. Of zijn deskundigheid betrekking heeft op het onderwerp in casu;
3. Wat de methode van het door de deskundige verrichte onderzoek is;
4. Of die methode betrouwbaar mag worden geacht; en
5. Of de deskundige gekwalificeerd is om de betreffende methode toe te
passen.
Kwaliteit kan nooit volledig gegarandeerd worden. Vaak maakt rechter gebruik
van vaste deskundigen.
Onderscheid tussen wetenschappelijke discussie en pseudowetenschappelijke
argumentatie is lastig doordat laatstgenoemde even overtuigend kan klinken als
de wetenschappelijke pendanten.
Pseudowetenschap neigt er naar zich eerder af te spelen in boeken dan in peer
reviewed journals. Ook worden pseudowetenschappelijke interventies nogal eens
gekenmerkt door de claim dat ze voor iedereen en alles effectief zijn.
Soorten wetenschap: de 6 van Van den Bersselaar
1. Empirische wetenschap (domein van de feiten) > wetenschap zoals in
boek bedoeld wordt.
2. Fenomenologische wetenschap (domein van de beleving)
3. Hermeneutische wetenschap (domein van de betekenis)
4. Reconstructieve wetenschap (domein van de regels)
5. Dialectische wetenschap (domein van de begrippen)
6. Paradigmatische wetenschap (domein van de belangen)
Conclusie:
Cruciaal is dat wetenschap verwijst naar het proces van waarheidsvinding en dat
dat proces zodanig is ingericht dat vals positieve conclusies worden voorkomen.
Daartoe worden alternatieve verklaringen verzonnen en controlegroepen
geformeerd, hetgeen uitmondt in deugdelijke experimenten. Betoogd is verder
dat experimenteel onderzoek enige creativiteit vergt, soms tegenintuïtief en
nogal eens wordt onderschat door zowel leken als academici.
HOOFDSTUK 2: WAARHEIDSVINDING IN HET STRAFPROCES
Schuldvraag:
Art. 350 Sv: bewijs/schuldvraag.
Art. 339 Sv: categorie wettige bewijsmiddelen.
Problematisch: de schuldvraag is geen juridische vraag, maar kennis van
waarheidsvinding. De schuldvraag is existentieel van aard, wat inhoudt dat
degene die een antwoord zoekt per definitie geen wetenschappelijke
bescherming geniet tegen het maken van de vals positieve fout. Er geldt slechts
de wettelijke eis dat er minstens 2 bewijsmiddelen nodig zijn.
Theorie van Crombag: de strafrechter, indien hij de verdachte veroordeelt, heeft
zich mee laten slepen door het betoog van de OvJ. Betoog bestaande uit een
goed verhaal dat is verankerd in de werkelijkheid. Er is op deze basis echter nog
geen duidelijkheid betreft de vraag hoe individuele bewijsmiddelen tot een
overtuigend geheel kunnen worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fredver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.22. You're not tied to anything after your purchase.