Samenvatting Motorische En Perceptuele Ontwikkeling (PWB1260)
115 views 1 purchase
Course
Motorische En Perceptuele Ontwikkeling (PWB1260)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Een bondige samenvatting van motorische en perceptuele ontwikkeling. In dit document staat alle literatuur en alle colleges samengevat. Door het leren van deze samenvatting heb ik een 10 gehaald! Alle belangrijke info staat er in.
Wat is ontwikkeling:
1. Relatief permanente ontwikkeling over de leeftijd
2. Lichamelijke groei
3. Waardigheden leren
4. Gedrag aanpassen aan nieuwe contexten
5. Kunnen oplossen van niet eerder op te lossen problemen
6. Het is irreversivel en niet omkeerbaar proces.
Leren daar in tegen:
1. Niet permanent
2. Niet geen lichamelijke groei
3. Is omkeerbaar (je kan iets afleren)
Belangrijk wat het verschil is tussen leren en ontwikkeling.
Ontwikkeling is in verschillende domeinen:
Cognitie wordt in het begin erg bepaald door de senso-motoriek door perceptuele en
motorische: ze zien en voelen.
De domeinen worden erg beïnvloed door elkaar:
,Bewegingsonderwijs veel minder dan vroeger motorische ontwikkeling is minder dan vroeger. Dit
kan liggen aan dat in het onderwijs meer aandacht is voor schoolde vaardigheden, leerling bewegen
minder.
Perifeer= buitenkant
Centraal=binnenkant
Spieren= hefbomen die zorgen voor beweging
Ruggenmerg= goed beschermde zenuwen. Hier door worden signalen doorgegeven.
Hersenen= corticaal (kwabben en gebieden die je kan onderscheiden) en subcorticaal (basale ganglia
voor het remmen van gebwegingen en het cerebellum voor timing en beweging.)
Ontogenese= ontwikkeling van een organisme van eicel tot volwassenen individu.
Recapitulatietheorie= biogenetische grondwet, de ontwikkeling van een organisme van een
bepaalde soort is een herhalen is van evolutionaire ontwikkeling van die soort.
Fylogenese= ontwikkeling van dierstammen, de evolutie van een diersoort.
College 2; Normale motorische ontwikkeling
- Nativistische (maturistische) benadering: ontwikkeling niet gestuurd door omgeving maar
door aanleg (these).
- Empiristische benadering: (empiri= het toetsen van dingen) ontwikkeling wordt volledig
bepaald door de dingen die je mee maakt, niet door je gene. Maar ontwikkeling kan wel
beperkt worden door je genen (anitithese=het tegenovergestelde van de these)
- Interactionistische benadering: de meest gebruikte, een combinatie van de empirische en de
nativistische benadering. (synthese= van beide theorieën is wat waar)
- Psychodynamische benadering: Van Freud (seksuele driften). Niet heel populair in
wetenschap maar in theorieën worden deze nog wel gebruikt
- Theorie van non-lineaire dynamische systemen: natuurkundige theorie. Alles wat je aan
motoriek ontwikkeld is natuurkunde.
Nature- nurture debat:
Nurture= op ovoeding/omgeving bepalen de ontwikkeling.
Nature= de gene bepalen de ontwikkeling.
Epigenetics: een combinatie tussen nature en nurture; de omgeving veranderd de genetica.
1.Nativistische (maturistische) benadering:
Er zijn stadia in de ontwikkeling, deze zijn duidelijk te onderscheiden en er is een vaste volgorde.
Deze worden automatisch bereikt, mist er geen extreme omgevingsinvloeden zijn.
Rijping= de meest aangeduide endogene (Of intrinsieke) component. Verklaard door endogene
(binnenuit) invloeden, onafhankelijk van exogene factoren (buitenaf).
Twee opvattingen:
- Preformistische opvatting: bij geboorte is alles aanwezig dus je hoeft alleen te ontwikkelen.
Ontwikkeling bestaat uit aantal ontwikkelingsfasen met een vaste volgorde. Dit zijn
kwantitatieve veranderingen: er komt niets nieuws bij.
- Predeterministische opvatting: bij geboorde een grondplan van de fasevolgorde maar niet
alles is aanwezig. Ontwikkeling is differentiatie (ontstaan van 2 of meer gedragingen uit 1
voorafgaande). Er ontstaan nieuwe structuren, er vind uitbreiding plaats. Er is een
opeenvolging van fasen die kwalitatief verschillen (er kan nog iets bij komen). Het meeste
, ligt vast en er is een bepaalde volgorde maar er kan nog van alles gebeuren binnen de
uitgroei.
Beperkingen van de theorie:
- er zouden dus geen andere manieren mogelijk zijn, iedereen moet dus de zelfde volgorde
hanteren.
- Noodzakelijke oorzaak: oorzaak zonder welke de ontwikkeling niet kan plaatsvinden.
(zuurstof, voeding). Kan je onderzoeken door deprivatie onderzoek, niet ethisch.
- Voldoende oorzaken: oorzaak dankzij welke de ontwikkeling kan plaatsvinden. (bijvoorbeeld
oefeningen doen waardoor ontwikkeling sneller kan gebeuren). Training onderzoek.
Rijpingstheorieën:
Wordt gebruikt om nativisme uit te leggen:
1. Ontwikkeling is herleidbaar tot fylogenetisch (ontwikkeling van de soorten) bepaalde
neurobiologische oorzaken (nativisme),
2. ontwikkelingsvolgeorde is erfelijk bepaald en verloopt volgens vaste ontwikkelingsprincipes.
3. er is spraken van een discontinue ontwikkeling, een kwalitatieve differentiatie van neurale
structuren.
4. er is spraken van een universele, vaste ontwikkelingsvolgorde.
Autonomen groei, niet beïnvloed door omgeving stimulatie. (Gessell is het hier mee
eens, McGraw niet)
Gedrag weerspiegelt onderliggende neurologische structuren. (er zijn allerlei structurele
ontwikkeling gaande in het lichaam maar dit zie je later terug in het gedrag)
Leermechanismen ook onder invloed van rijping
McGraw: belangkijk voor de rijpingstheorie; er gebeuren endogene dingen zonder dat we zien wat
de uitkomst door van is. maar de omgeving kan wel invloed hebben, er moeten geen extreme
condities zijn bijvoorbeeld ondervoeding enz.
Arnold Gesell: rijping verwijst naar de fase en product van groei die geheel of voornamelijk zijn lot te
schrijven aan aangeboren en endogene factoren. Heel erg nativistische.
Recaputelatie theorie (Ernst Haeckel): de ontogenese is een recapitulatie van de fylogenese.
Wanneer het kind zich ontwikkeld voor de geboorte zie je dat de ontwikkeling van het kind de
ontwikkeling van de soorten representeert.
Fylogenese: ontwikkeling van de soort
Ontogenese: ontwikkeling van een mens als individu.
Recapulatie: versnelde herhaling
Antropogenese: de postnatale ontwikkeling is een versnelde herhaling van de menselijke
soort.
Ernst Haeckel (1834-1919): een organisme doorloopt tijdens zijn embryonale ontwikkeling tot de
uiteindelijke volwassen vorm (=ontogenie) alle stadia zijn evolutie (=fylogenie).
Reflexen zijn overblijfselen van de fylogenese.
“de prenatale ontwikkeling (ontogenese) is een versnelde herhaling (recapitulatie) van de
ontwikkeling van de biogenische soorten (fylogenese) en postnatale ontwikkeling is een versnelde
herhaling van de menselijke soort (antropogenese)”
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudterschure. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.