100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Handvaten in de klinische praktijk $13.50
Add to cart

Summary

Samenvatting Handvaten in de klinische praktijk

 1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit was een gesloten boekexamen. Alles kan je in deze samenvatting terugvinden, wat je nodig hebt. Ik had een 17/20 als resultaat.

Preview 4 out of 70  pages

  • September 6, 2022
  • 70
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
1.1 Inleiding
 Ongeacht de doelgroep => Het zijn mensen die spreken =
spreekwezens en verhaalvertellers
 We zien de persoon niet als een ‘gek’ of een ‘gehandicapte
 Ook mensen met een beperking hebben een verhaal, een
levensgeschiedenis, een context... waarover zij kunnen spreken
 hen beluisteren en hen een weg helpen zoeken naar een oplossing
voor het ondraaglijke lijden dat zij ervaren.”
1. 1. Over tomaten en hulpverlening:
 Ergste wat een ontwikkelingsland kan horen: ‘wij zijn van de
overheid, we zijn hier om te helpen!’.
 Ergste wat een patiënt kan horen: ‘ik ben een therapeut en ik ben
hier om je te helpen!’
 Botsing met goedbedoelde intenties van de hulpverleners
 Frustraties voor hulpverleners: leidt tot burn-out of verwerping
 Hulpbehoevenden niet opgelegd met plannen van buitenaf
 Echter: er wordt wel een (hulp)vraag gesteld!
=> Hoe daarop dan antwoorden?
1.2 Een kwestie van ethiek:
 Telkens wanneer er een beslissing moet worden genomen botsen we
op een punt van ethiek.
 Echter, meestal antwoord vanuit de naastenliefde

1.3 Het Grote Geheim:
 ‘Er is geen Ander van de Ander’
 = Er is geen ultieme garant voor hoe we denken over de
wereld, over hoe we ons positioneren in de wereld. Niets staat
garant voor de antwoorden die we formuleren op de
moeilijkheden in het dagdagelijkse leven. Wat we echter wel
hopeloos proberen te doen is ‘te doen alsof’ er wel een Ander
van de Ander is.
=> Theorie over de klinische praktijk vanuit het simpele feit dat
mensen spreekwezens zijn. De invloed van taal is dus essentieel als
we nadenken over het psychisch functioneren en de klinische
praktijk.

, 1.2 Het fantasme van de Hulpverlener
 Basisidee: dat mensen talige wezens zijn, dat taal een impact heeft
op de mens, dat taal bijgevolg een impact heeft op de klinische
praktijk en dat taal ons bijgevolg handvaten kan bieden voor de
klinische praktijk.
 Eerste model: Behoefte, Vraag, Verlangen + Fantasma.
2.1 Behoefte (– vraag – verlangen):
 Vertrekt vanuit het idee dat de behoefte, het instinct van de mens
door de taal wordt omgevormd door een vraag en we daardoor
opgescheept zitten met een dynamiek van verlangen.
 Behoefte: gegrond in fysiologisch tekort. (honger -> eten)
 Richten tot ander om behoefte in te vullen.
 Probleem: Hoe weten wat er aan de hand is?
 => Gebruik maken van taal!
 => (Fysiologische) Behoefte wordt omgevormd tot een (talige)
vraag.
 => Overstap van biologie naar cultuur
2.2 (behoefte) – Vraag – (verlangen):
 Een vraag wordt gesteld aan de ander: ik vraag u om een object dat
mijn behoefte kan bevredigen en het kind is afhankelijk van deze
ander om dat object te voorzien, om een invulling te geven aan deze
vraag.
 Verder probleem: Hoe zorgen dat ander er is om op de vraag te
antwoorden?
 => Vraag wordt niet enkel invulling van (fysiologische) behoefte,
maar ook een vraag naar aanwezigheid.
 => Opgescheept met het probleem van de liefde
 Verschuiving van iets dat we reëel nodig hebben, naar iets dat
aanwezigheid van ander moet garanderen.
 Wie toch een sluitend en definitief bewijs van liefde wil van de ander
dreigt in een duivelse, verstikkende dynamiek terecht te komen.
 Als je telkens een antwoord probeert te formuleren kom je in
de eindeloze dynamiek terecht van ‘zie je me nog graag?’, dit
met het besef dat het antwoord enkel en alleen maar kan zijn
‘ja, momenteel toch’.
 Terug te vinden in therapeutische contexten: We stellen vragen aan
hulpverleners, artsen, verpleegkundigen, therapeuten... en telkens
sluimert daar de vraag naar liefde. We willen door die hulpverlener
ook graag gezien worden.
2.3 (behoefte) – (vraag) – Verlangen:
 Hoe kan ik zorgen dat de ander er is om te antwoorden op mijn
vraag?

,  “Mijn moeder is er niet altijd om te antwoorden op mijn vragen, ze
blijkt ook nog ergens anders naartoe te gaan. Ze verlangt dus naar
iets anders dan mij. Wat is dat precies?”
 => Met zaken identificeren zodat ze (ook) naar ons verlangen!
 => ‘Le désir de l’homme, c’est le désir de l’autre’.
 => Identiteitsvorming!
 Ongeacht hoe we daaraan proberen te voldoen, er zal altijd iets
ontsnappen!
 Door de taal opent zich dus de oneindige en mateloze ruimte van de
liefde die door geen enkel concreet object kan worden opgevuld.
 Op hetzelfde moment echter zal de vraag ook net die dimensie van
het verlangen aan het oog onttrekken: we kunnen de dimensie van
het verlangen negeren door de dimensie van de vraag.
2.4 En dan nog een hoop lastige vragen…
 Identiteit = Identificaties ifv verlangen +
 De dimensies van de ‘Turtles all the way down’.
 Existentiële thema’s die gaan over de vraag hoe we ons in het
bestaan bewegen (Vanheule, 2021).
 Man-vrouw zijn
 Relationele verhouding
 Ouderschap
 Leven en dood
 => Klinisch werken zal ons altijd in één of meerdere van deze
thema’s raken.
 Onze eigen oplossingen zijn nooit genoeg zijn en dat er in die
oplossingen iets geraakt kan worden tijdens het klinisch werk.
 Angst is daarvan het signaal, voor dat wat niet vlot
 Het zijn vaak zeer vruchtbare momenten om te groeien als
hulpverlener
2.5 Het Fantasme:
 = Onze eigen constructie van schildpadden. Welke schildpadden
hebben we allemaal zelf opgebouwd om onze wereld staande te
houden?
 = Scherm waardoor we de wereld bekijken en interpreteren
 = Kompas dat ons door de wereld gidst.
 = De citaten die onder onze huid zitten en ons sturen in het leven.
 Enkele (oedipale) klassiekers:
 Verzorgende moeder
 Wetgevende vader
 Narcistische kind (zich centraal zetten)
 => Per voorbeeld verschillende invullingen mogelijk.
 => We zullen telkens opnieuw dezelfde verhouding installeren
in ons klinisch werk.
2.6 Klinische Toepassingen:

, • Iedereen wil het onbepaalde van de Ander op afstand houden!
2.6.1 Het objectiveren van patiënten:
 De andere objectiveren om zo aan die zijn (verlangende)
subjectiviteit te ontsnappen.
 Vb: Vreemdelingenzaken: “niet meer mogelijk was de vluchtelingen,
die ze interviewde voor een verblijfsvergunning, als mensen te zien.
Wanneer men naar ieder verhaal begint te luisteren en de
vluchtelingen begint te erkennen als subject, is het onmogelijk om
gelijk wie asiel te weigeren.“
 Vb: McDonaldisering van de hulpverlening.
 => Is diagnostiek een handvat voor de klinische praktijk?
 Szasz: ”diagnoses bestaan helemaal niet, het is allemaal een
levensprobleem”.
 Veel patiënten geven aan dat de problemen die ontstaan naar
aanleiding van de diagnose sterker zijn dan het lijden dat tot de
diagnose had geleid.
 Er was slechts een zeer kleine groep van patiënten die het label als
nuttig ervaren had (Thomas e.a., 2013).
 => Wie is gebaat met diagnostiek?
 => Bewust zijn van de gevaren!
Reïficatie:
 Problemen met diagnostiek
 Idee dat er een onderliggende ‘entiteit’ zou zijn. Leidt tot
reïficatie
 reïficatie – het tot ding maken van een concept -, waardoor
de illusie wordt gecreëerd dat het concept de realiteit zelf is.
Een concept wordt tot leven geroepen, wordt daarna
gematerialiseerd, waardoor er geen rekenschap meer wordt
afgelegd over het actieve constructieproces dat hieraan ten
grondslag ligt
De kwestie van Fibromyalgie:
 Mensen met psychosomatische fenomen ervaren als een van de
meer moeilijke doelgroepen. Veel weerstand tegen ‘psychische
factor’.
 Fibromyalgie = pijn in bindweefsel en spieren.
 Zag het daglicht in 1992 en dit met de ‘Verklaring van Kopenhagen’.
 In dit document wordt fibromyalgie gedefinieerd als een pijnlijke
toestand die de gewrichten niet aantast en zich voornamelijk op de
spieren concentreert. Daarbij stelde men dan dat het de meest
voorkomende oorzaak zou zijn van chronische algemene
skeletspierpijn en het twee procent van de volwassen populatie treft.
 Eigenlijk bundeling van hoop klachten.
 Probleem:
 1. Dat de diagnose fibromyalgie eigenlijk niets zegt over de
oorzaak.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milantjeeeuh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$13.50  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added