100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges Staatsrecht B2 $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting hoorcolleges Staatsrecht B2

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 30 pagina's voor het vak Staatsrecht B2 aan de RU (Staatsrecht)

Preview 3 out of 30  pages

  • September 6, 2022
  • 30
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege Staatsrecht B2

Landen die aan bod gaan komen  Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk (lijkt op NL) en
Verenigde Staten

Week 13 | Staatsvorm I

Vergelijkend staatsrecht
Gemeenschappelijke kenmerken
- (constitutionele) uitgangspunten  machtenscheiding, democratische rechtsstaten
- Regeringsstructuur 
- Vertegenwoordigend lichaam  Elk land heeft een staatshoofd
- Onafhankelijke rechter en toetsing
Verschillen
- Verschillende begrippen en constructies  de stelsels functioneren anders
- Verschillende achtergronden

Staatsvorm
Hoe is de staat als geheel georganiseerd. Het gaat om de verhouding tussen de centrale
overheid en andere overheden in de staat. MAAR eigenlijk groeien deze staatsvormen wel
naar elkaar toe.
- Unitarisme  eenheidsstaat/centraal gezag. Het is een gedecentraliseerde
eenheidsstaat. Er zijn ook lagere overheden (provincies, gemeente, regio’s), die niet
exclusieve eigen bevoegdheden krijgen. Deze bevoegdheden kunnen dus worden
weggenomen door centrale overheden en aan hun worden toegekend. Daarnaast is
er toezicht op de lagere overheden door de centrale overheden.
Bijv. Frankrijk, maar ook VK ondanks dat Schotland en Wales meer autonomie krijgen
dus ook federalisme.
- Federalisme  statenbond (zwak). Dit is een samenwerking van soevereine staten
op basis van een verdrag, ook wel confederatie. Bijv. NL vroeger en VS tot 1787. Ook
de EU is een statenbond, maar zit tussen de zwakke en sterke vorm.
- Federalisme  federale staat of bondsstaat (sterk). Er is één centrale overheid en
een aantal deelgebieden. Deze hebben alle eigen bevoegdheden die niet kunnen
worden ingeperkt. Bijv. Duitsland en VS.
NB. niet verwarren met regeringsvorm. Dan hebben we het erover hoe de macht op centraal
niveau geregeerd wordt. Bijv. parlementaire democratie.

Duitsland als federale staat
Vanaf 1871 is Duitsland een federale staat geweest, wel sterk overwicht van een van de
deelstaten. Na de 1e WO kreeg je een Republiek (modern federalisme). Hitler schafte de
Republiek af en vestigde een eenheidsstaat. Na de 2e WO wilde men terug naar een federale
structuur. Denk aan de voordelen!!

Algemene kenmerken Duits federalisme
Tweeledige staat  er zijn twee niveaus: centraal niveau (Bondsregering) en
deelstaatniveau (16 deelstaten).

,Statelijkheid deelstaten  De deelstaten hebben alle kenmerken van een staat. Zij hebben
een eigen grondwet, regering, parlement en rechterlijke macht. Let op, wel 1 burgerlijk
wetboek, 1 WvSr, etc. Dus de drie staatsfuncties heb je ook op deelstaatniveau. Echter geen
volledige soevereiniteit, omdat ze deel uitmaken van de overkoepelende Bondsrepubliek. De
deelstaten hebben ook niet de volheid van bevoegdheden, dus bijv. beperkt verdragen
sluiten. De Duitse en Amerikaanse Gw verdeeld de exclusieve bevoegdheden tussen de
federale overheid en de deelstaten.
Eenheid in constitutioneel recht  de deelstaten en de staat vormen een eenheid.
Duitsland is een democratische rechtsstaat en de deelstaten dus ook. Een deelstaat kan niet
ineens een dictatuur worden (= homogeniteit art. 28 GG).
Loyaliteit  De deelstaten en staten moeten loyaal zijn tegenover elkaar (ongeschreven).
Deelstaten moeten elkaar (financieel) ondersteunen.
Voorrang federaal recht  Het federaal recht geldt ook in de deelstaten en dit gaat voor
het recht van de deelstaten art. 31 GG, uitzondering art. 72 lid 3 GG.
Constitutioneel hof  bij competentiegeschillen tussen de Bondsregering en de deelstaten
is er een Hof dat deze geschillen beslecht. In de VS heb je dit niet (gewoon Supreme Court)
Zeggenschap deelstaten op federaal niveau  deelstaten hebben ook zeggenschap op
nationaal niveau, vormgegeven door een Bondsraad (vertegenwoordiging van de
deelstaten). Deze zijn niet gekozen door het volk.

Voordelen federale staat
 je verdeelt de macht tussen centrale overheid en deelstaten, dus je voorkomt
machtsconcentratie.
 Burgers hebben zo ook meer zeggenschap zowel in de deelstaten als op centraal niveau
(democratisch).
 Als het goed functioneert, komt het bestuur dichter bij de burgers.
NB. NL is te klein voor dit. België eigenlijk ook….

Verankering in het Grundgesetz (GG)
Art. 20 GG  Duitsland is een democratische en sociale Bondsstaat (3 principes)
Art. 79.3 GG  De principes in de GG kunnen niet veranderd worden. Een
grondwetswijziging die daarop gericht is, is ontoelaatbaar. Het is dus een
eeuwigheidsgarantie. Dit artikel is dan ook nooit te veranderen, want anders heeft het geen
zin. Uitzondering: in een referendum stemt het Duitse volk voor een ander systeem
(volkssoevereiniteit). Het is onmogelijk om van de Europese Unie één Europese staat te
maken, want dan wordt dit artikel geschonden.

Uitgangspunten voor verdeling van bevoegdheden
De deelstaten hebben alle kenmerken van een staat, dus zij kunnen wetgeven, uitvoeren en
rechtspreken, inclusief de bevoegdheid om internationale betrekkingen te onderhouden.

Algemeen
Art. 30 GG  Uitgangspunt van bevoegdheidsverdeling. In beginsel komen
overheidsbevoegdheden toe aan de deelstaten, tenzij de grondwet anders bepaalt.
Overheidsbevoegdheden = wetgeving, bestuur en rechtspraak

Wetgevingsbevoegdheden

, Art. 70 GG  wetgevingsbevoegdheden komt toe aan de deelstaten, tenzij de grondwet
anders bepaalt.
Art. 73 GG  de Bondsregering heeft de exclusieve wetgevingsbevoegdheid bij een aantal
onderwerpen, onder andere wetgeving m.b.t. buitenlandse betrekkingen, Duitse
nationaliteit, defensie, geldwezen, bestrijding van internationaal terrorisme. Dit lijkt op art. 3
Statuut (Koninkrijksaangelegenheden).
Art. 71 GG  De deelstaten kunnen wel uitdrukkelijk worden gemachtigd in een federale
wet om de exclusieve federale wetgeving te maken.
Art. 72 GG  concurrerende wetgevingsbevoegdheden = federale overheid en de
deelstaten zijn bevoegd. De deelstaat is alleen bevoegd, zolang de federale overheid nog
geen wetgeving heeft gemaakt. De federale wetgever mag alleen een wet maken als dat
noodzakelijk is voor de eenheid van de rechtsorde.
Art. 74 GG  de onderwerpen m.b.t. de concurrerende wetgevingsbevoegdheden. Eigenlijk
wel op alle terreinen van het recht. Het lijkt dus dat deelstaten alles zelf bepalen, maar in de
praktijk is dat niet zo en leiden deze concurrerende bevoegdheden tot centralisatie. Daar
kregen de deelstaten kritiek op. Daarom kwam:
Art. 72.3 GG  BELANGRIJK: doorbreking van het beginsel dat federale wetgeving voorrang
heeft.
 Federale overheid heeft een dominante positie, goed te vergelijken met NL.

Bestuursbevoegdheden
Art. 83 GG  deelstaten voeren bondswetten uit en niet de centrale overheid (ministeries)
zoals in NL
Art. 84 GG  toezicht door beleidsregels (bondsinvloed). De overheid kan ook ingrijpen.
Art. 32 lid 1 GG  buitenlandse betrekkingen worden in beginsel door de federale overheid
behartigd.
Art. 32 lid 3 GG  deelstaten kunnen met instemming van de federale regering ook
(beperkt) verdragen sluiten, voor zover zij ook verantwoordelijk zijn voor de wetgeving. Dit
kan in de VS niet.
 sterk federalisme, want uitvoering door de deelstaten

Rechtspraak
Art. 92 GG  rechterlijke macht ligt bij de rechters. Het wordt uitgeoefend door federale
rechters en rechterlijke instanties van de deelstaten In eerste instantie en hoger beroep
moet je naar de deelstaten. Op federaal niveau heb je het hoogste niveau
(Bundesgerichthof, soort HR) en daarnaast nog het Constitutioneel hof. Het komt ook voor
dat de deelstaten deze ook nog zelf hebben.
 sterk federalisme, want hoogste rechter komt niet vaak aan bod

Week 14 | De Staatsvorm II

Soevereiniteitsoverdracht van de lidstaten aan de EU. Moet de EU federaliseren of een
samenwerkingsverband aannemen? Bij federalisering zijn de lidstaten dan deelstaten van de
EU (rem voor bevoegdheidsuitbreiding). Bij een samenwerkingsverband blijven de lidstaten
soevereine staten en werken ze samen. Voorheen bestond veel weerstand in het VK voor
federalisering (1980). Maar deze oppositie houdt niet tegen dat er een keerpunt komt. Door
het verdrag van Maastricht werd de basis gelegd voor een monetaire Unie (komst Euro). In

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bojansen2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added