In 21/22 uitsluitend voor EBC, nu ook voor CM. Alle stof komt alsnog voor in de bachelor, dus deze samenvatting kan zeker geen kwaad! 8,6 gehaald met deze samenvatting.
Notities EBC
Deel A
Zelfstudie 1
Hoorcollege 1
• Cellen zitten in de omgeving en reageren daar op.
• Endocrien = lange afstand (o.a. hormonen)
o Hoofdlijnen
o Homeostase
o regelkringen
• Exogene beïnvloeding van de cel = geneesmiddelen/ingrijpen op celfunctie
• Neurgene beïnvloeding = endocrien vanwege de afstand
o Sympathisch
o Parasympatisch
• Lokale beïnvloeding is paracrien
• Farmaca = werkzame stof; farmacon = medicijn inclusief omhulsel
o Lipofiel/hydrofiel/molecuulgrootte
o Farmacokinetiek
o Agonist/antagonist/inverse agonisten/reversibele enzymremming
o Selectieve toxiciteit
• De reden voor het reageren op de buitenwereld
o Communicatie is noodzaak voor goede samenwerking tussen mensen, maar ook
tussen cellen.
o Gen expressie wordt ook gereguleerd door hormonen.
• 10^12 cellen
• Streven naar optimale situatie
o Intracellulair K+ en ATP concentraties
o Lokale doorbloeding, motiliteit darmdeel
o Glucose gehalte, pH of CO2 in het bloed
o Lichaamstemperatuur
• Homeostase wordt geregeld door:
o Sensoren
o Vergelijking met normale waarden
o Positieve of negatieve feedback
• Een cel wilt niks, maar zendt signalen uit omdat hij zo gemaakt is.
• Glucose vermindert glucose omzet naar glycogeen/triglyceride; lever gaat hiernaast ook
glycogeen omzetten naar glucose.
• Diabetes mellitus
o Pancreas maakt geen insuline
o Cellen zijn resistent tegen insuline, receptor is dus ongevoelig of de receptor geeft
het niet goed door.
• SOTR Signaal-ontvangst-transductie-respons
,Hoorcollege 3
• Signaal → receptor → (met amplificatie) transductie
→ (divergentie) respons
• Signaal(stoffen;
hormonen/neurotransmitters/cytokinen)
o Afstanden
▪ Endocrien = lange afstand
▪ Neuronaal = ook lang afstand via
zenuwstelsel. Via synapsen van
neuron naar doelwit cel, bij de
synaps is het paracrien omdat het
alleen op de volgende cel gaat,
maar de afstand is endocrien.
▪ Paracrien = lokale
mediator/regulering. Para betekent naast. Dit zijn hormonen, maar niet de
klassieke hormonen. Beste woord is signaalstof of lokale mediator.
▪ Contact-afhankelijk = van cel tot cel.
▪ Autocrien = signalen aan zichzelf geven.
▪ Deze signaalstoffen zet iets in de cel aan of uit
o Hormonen
▪ Vaak gemaakt uit vetzuren.
▪ Kunnen ook gemaakt worden uit
aminozuren; thyroïde, epinephrine,
noradrenaline worden allemaal
gemaakt uit tyrosine.
▪ Een receptor moet selectief zijn, en
sensitief (gevoelig).
▪ De meeste primary messengers zijn
te groot om door transporteiwitten
door het plasmamembraan heen te gaan, en binden dus aan een receptor
om secundaire boodschappers het werk te laten doen. Membraan
receptoren verplaatsen informatie over de omgeving de cel binnen.
▪ Second messengers kunnen vaak vrij van het ene deel van de cel naar de
andere diffuseren.
▪ Een lage concentratie primaire boodschappers in de omgeving, zelfs slechts
een enkel molecuul, kan een grote intracellulaire respons opwekken dankzij
secundaire boodschappers.
▪ Eicosanoïdes (vetzuur-afgeleide signaalstoffen) zijn hormonen gebaseerd op
vetzuren, en direct afgeleid van linolaat -?-.
Prostaglandines en alle andere eicosanoïdes zijn lokale hormonen die slechts
kort van werking zijn, en veranderen alleen de werking van de cellen waarin
ze gemaakt worden.
▪ Steroïde hormonen zijn cruciale signaalstoffen. Er zijn vijf belangrijke klasse
steroïde hormonen: progestagenen, glucocorticoïden, mineralocorticoïden,
androgenen en estrogenen. Testosteron behoort tot de groep androgenen,
en wordt een anabool steroïde hormoon genoemd.
, o Overige voorwaarden
▪ Er moet voldoende reserve van S zijn gemaakt die snel kan worden
aangemaakt of geïmporteerd.
• Vesiculair opslaan
• Snel kunnen maken
▪ Heeft een markante chemische configuratie
▪ Wordt na signalering snel geëlimineerd
• Aan en uit zetten zijn even belangrijk.
• Afbraak of afvoer; of korte levensduur signaal (chemisch instabiel;
NO, prostaglandines)
• O receptoren
o Intracellulaire receptoren
▪ Nucleaire receptoren =vaak= transcriptie factor-gekoppelde receptoren,
vrijwel allemaal reageren op steroïde hormonen. Om de kern binnen te
komen is binding met een nuclear receptor hormoon nodig voor de stof. De
liganden van nucleaire receptoren zijn voornamelijk hydrofobe hormonen,
zoals steroïde hormonen.
▪ Stikstofmonoxide (NO) receptor = guanylaat cyclase, dit maakt een second
messenger cyclisch GMP.
o Extracellulaire receptoren
▪ G-eiwit gekoppelde receptor
▪ Kinase gekoppelde receptor
▪ Ionkanaal gekoppelde receptor
o Algemeen
▪ Moet specifiek zijn en affiniteit hebben voor het signaal.
▪ Conformatieverandering
▪ Receptor moet uit kunnen worden gezet.
• Transductie intracellulaire “doorgevers”
o Domino effect: versterking & diversificatie
▪ Signaal transductie hangt af van moleculaire circuits binnen de cel
▪ Deze stappen werken doordat de ene stof de andere activeert (soms
meerdere: diversificatie) en die andere stof weer andere stof(fen) activeert,
waardoor uiteindelijk een enzym wordt geactiveerd, waardoor er een
verandering is in het behouden van de homeostase.
▪ Stress hormonen zijn een goed voorbeeld van diverse hormonen, omdat ze
veel verschillende reacties oproepen. De intracellulaire paden voor deze
stress hormonen verschillen per cel soort.
▪ Convergentie van signalen
• Een cel reageert op veel signalen van hormonen met slechts een
paar reacties, waardoor er relatief weinig veel voorkomende
transductie second messengers zijn.
o Basis principes om eiwit van conformatie te veranderen
▪ Fosforylering
▪ Binding kleine allostere moleculen (hormoon, GTP of second Messenger).
▪ Al deze dingen hebben ook weer tegenhangers om als rem te fungeren.
, ▪ Vrijwel alles is een kinase of een G-eiwit
o Verschillende soorten eiwitten
▪ G-eiwit gekoppelde receptoren
• Activatie: GDP gaat eruit, GTP komt erin, hierdoor is er een
conformatie verandering →ipv G-eiwit komt er Galpha en Gbeta-gamma.
• 7 transmembraan eenheid receptor verzorgt deze activatie bij de
alpha sub-unit van een G-eiwit. De conformatie is dus detecteerbaar
in de cel zelf.
• Deze Galpha subunits kunnen informatie doorgeven:
o GalphaS activeert adenylaat cyclase, die cAMP maakt
▪ cAMP activeert eiwit-kinase A (PKA) door te binden
met z’n regulerende sub-unit.
▪ Vorming cAMP: de 5’ fosfaat bindt aan de vrije 3’
groep in plaats van aan de volgende.
▪ cAMP wordt afgebroken voor het uitzetten door
fosfo-diësterases.
o GalphaQ eiwitten activeren het fosfoinositide pad
▪ Dit activeert fosfolipase C (PLC)
▪ Die maakt twee intracellulaire secundaire
messengers door hydrolyse van fosfatidylinositol
4,5-bifosfaat (PIP2)
• Diacylglycerol (DAG; activeert eiwit kinase C
- PKC)
• IP3 (opent calcium kanalen in
endoplasmatisch en sarcoplasmatisch
reticulum membranen door direct Ca2+ vrij
te laten komen uit deze interne
opslagpunten); inositoltrifosfaat.
o Korte levenstijd (paar seconden) →
afgeleide vormen die niks doen.
o Calcium werkt vaak pas nadat het
gekoppeld heeft aan bepaalde
eiwitten.
o Calmoduline heeft effect op de
activiteit van meerdere enzymen:
CaM-kinases
• Er zijn 5 types muscarine acetylcholine receptoren
o 3 binden aan de Ca2+/DAG route
o 2 remmen de adenylaat cyclase en cAMP-route
• 30% van geneesmiddelen werken op GPCRs
o Beta blokker = remt adrenerge receptoren
o H2 antagonist – remt type 2 histamine receptor (maagzuur)
o H1 antagonist = remt type1 histamine receptor (hooikoorts)
• Conformatie veranderingen veroorzaken receptor reacties
• Ze zetten zichzelf uit door spontane hydrolyse waardoor de GTP een
GDP wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PoekieDeBaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.