HH Samenvatting +
aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
Ziekteleerboek 2.0
E-module Huid &
Huidderivaten
De algemene opbouw van de huid
Functies van de huid (grootste orgaan):
Bescherming tegen pathogenen
Vochtverlies voorkomen
Warmteregulatie
Onderdelen huid:
Epidermis (opperhuid) = meerlagig verhoornend plaveiselepitheel
o Bevat ook cellen van langerhans (macrofagen); melanocyten; merkel cellen (tactiele
epitheliale cellen)
o Parenchym = ectodermaal
Dermis (ook corium of lederhuid genoemd) = bindweefsel met adnexa (haren-, zweet- en
talgklieren), bloedvaten en zenuwen
zitten.
o Parenchym = mesodermaal
Hypodermis (subcutis) = losmazig
elastisch bindweefsel tussen huid en
spieren.
Bij een flink gebruikt stuk huid kan stratum
disjunctum afwezig zijn. Desmosomen in het S.
spinosum hechten aan naburige cellen en
zorgen zo voor stevigheid in het weefsel.
Hemidesmosornen zorgen voor de verbinding
aan de basaalmembraan. Een weefsel dat
stevig moet zijn, zal meer dermale papillen
bevatten. De subpapillaire plexus help bij thermoregulatie.
Proliferatie van epidermale cellen vindt plaats in het stratum basale en stratum spinosum, en
keratiniseren (= vullen met keratohyaline en bundels filamenten) naarmate ze naar boven migreren.
In
1
,het stratum basale zitten keratinefilamenten als deel van het cytoskelet. Naarmate de cel
differentieert verandert dit keratinefilament van structuur, doordat in het stratum granulosum veel
filaggrine gevormd wordt en de aggregatie van keratinefilament plaatsvindt. Hierdoor komen de
filament steeds meer als een band onder het plasmamembraan te liggen. In dit deel vormen ook
lamellaire granules met lipiden. Pigment wordt tijdens de migratie afgegeven in celfragmenten van
de melanocyten en opgenomen door keratinocyten.
Hyperkeratose kan reactief op ontstekingen voorkomen, of congeniteel voorkomen.
Haar
Epidermale melanocyten boven de dermale papil
in de haarmatrix zorgen voor de haarkleur.
De talgklier heeft geeft talg af als antibacteriële,
waterafstotende en vacht aansluitende functie.
De mm.arrectores pilorum zorgt voor piloerectie
(haren overeind zetten dmv contractie).
Haar bestaat uit drie lagen, maar de samenstelling
verschilt per diersoort:
De buitenste cuticula
Cortex (schors)
Medulla (merg)
o Bevat in de haarschacht ook
luchtgevulde ruimten; in de
haarwortel is deze solide.
Haarfollikels kunnen primair of secundair zijn:
Primaire haarfollikels (of dekhaar) zijn
groten van diameter en liggen dieper in
de dermis.
Secundaire haarfollikels (of onderhaar)
hebben een kleinere diameter, hebben
slechts soms een talgklier en niet een arrector pili spier.
Verder: enkele of samengestelde follikels (= het aantal haren per opening op het
huidoppervlak is groter dan 1)
Verschillende soorten haren bij honden (dit hoef je ws niet te weten):
Stokhaar (normaal) = wolf/coyote achtige huid, komt voor bij duitse herder en siberische husky. Moet regelmatig geborsteld worden, zeker in ruiperiodes anderes
secundaire pyodermie (huidonsteking).
Stokhaar (lang) = dekharen zijn langer en steviger dan de haren van de ondervacht. Keeshond en schotse collie. Huid moet regelmatig geborsteld worden, zeker in
ruiperiodes. Anders wederom secundaire pyodermie mogelijk.
Korthaar (gladhaar) = vrijwel geen ondervacht. Boxer & Jack russel terrier; frequent borstelen niet perse nodig
Lang haar = kan grof of fijn zijn, veel secundaire haren en ook lange dekharen. Shih Tzu & schapendoes. Moet regelmatig geknipt en of geborsteld worden, anders is
ontsteking, beperkt zicht of een aantal andere dingen mogelijk.
Krulhaar = vrijwel geen dekharen, wel veel lange wolharen. Poedel & Bichon frisé. Moeten regelmatig geborsteld en eventueel geknipt worden.
Halflang haar = korte ondervacht en een wat langere dekvacht; dekharen zijn weinig stug. Engelse springer spaniel & kooikerhondje. Sommige delen kunnen beter soms
geborsteld worden.
Ruwhaar/draadhaar = een wollige ondervacht en bovenvacht met harde dekharen. Teckel & Cairn terrier. Na het wisselen van de ondervacht gaat ook de dekvacht los
zitten, deze dient geplukt te worden.
Vilthaar = een overvloed aan wolharen. De dekharen en wolharen zijn even lang en vormen talloze klitten en viltstrengen. Komondor & Puli. Klitten worden opgesplits in
koorden of platen.
Schapen hoeven niet altijd geschoren te worden. Sommige schapen soorten zijn specifieke
geschoren om het in de zomer niet te warm te houden.
2
,De haarcyclus wordt beïnvloedt door veel factoren:
Daglichtlengte
Nutriënten
Hormonen
Naast normale haren zijn er ook nog tactiele haren, zoals de snorharen van een kat, deze werken
doordat onder in de haarzak de beweging van bloed in een sinus rondom de haar wordt
waargenomen door mechanoreceptoren. Varkens hebben zogenaamde sinus haren, deze werken
door mechanoreceptoren. De zenuwcellen aansluitend op deze mechanoreceptoren zijn
gemyeliniseerd.
Bijzondere aanpassingen van de huid
Voetzolen
De huid van honden en katachtigen op de voetzool heeft zich aangepast om beter te beschermen,
beter te grippen en beter te dempen. Deze voetzooltjes van katten hebben ook merocriene
(zweet)klieren.
Thermoregulatie wordt bij honden hoofdzakelijk gereguleerd met hijgen, wat bij kortsnuitige dieren
met beperkte luchtstroom tot oververhitting kan leiden.
Hoeven
Hoeven zijn ontwikkelt uit metacarpus III, de andere metacarpi gaan in regressie of zijn slechts
rudimentair aanwezig (metacarpi II en IV).
3
, De hoefschoen wordt gevormd door sterk verhoornd
epidermis dat bestaat uit drie onderdelen:
Hoefwand = keratine
o Stratum externum bedekt oppervlak
hoefwand
o Stratum medium omvat de pijpjeszone
en het s. internum
o Stratum internum = niet-
gepigmenteerde hoornplaatjes die de
hoefwand in elkaar grijpen met het
hoorn van de zool en zorgt zo voor
verbinding tussen wand en zool.
o Pijpjeszone is de hoofdmassa van de
hoefwand en vormt de verbinding met
de onderliggende hoeflederhuid
Hoefzool = keratine
Straal = (frog) een wigvormige structuur die zich
aan het ventrale oppervlak van de hoef bevindt.
Het hoorn van de epidermis van straal is zachter
dan dat van de zool of wand.
De dermis wordt doorgaans bij de hoef corium genoemd. Bij de hoefwand ontbreekt de hypodermis
grotendeels voor een stevigere verbinding tussen dermis en onderliggend hoefbeen. De epidermis
van de kroonrand voert dus de hoornaanleg van de hoefwand uit. De epidermis van de zool doet dit
voor de hoefzool
Klieren
Zweetklieren kunnen op twee manieren voorkomen:
Apocrien: (veel bij paarden, weinig bij honden); hier bij wordt een deel van de cel
afgestoten.
Merocrien/eccrien: komen voor bij gespecialiseerde regio’s van huid (voetzolen, planum
rostrale, planum nasolabiale). Hierbij wordt secretie gedaan door middel van exocytose
Talgklieren kunnen enkele, vertakte of samengestelde alveolaire klieren zijn die sebum op
holocriene wijze afscheiden (dit betekent dus afscheiding van de hele cel inclusief cellular debree)
Bij honden en katten zijn er meerdere klieren rond de anus. De meest oppervlakkige zijn de
circumanaalklieren (talgklieren). Dieper liggen de sinus paranales: de anaalzakjes. Dit zijn
gemodificeerde zweetklieren, maar bij de hond tevens ook talgklieren. Het secreet wordt bij de feces
toegevoegd. De geur speelt waarschijnlijk een rol in communicatie. Obstructie kan voorkomen, met
ontsteking als gevolg.
Bijzondere diersoorten
Vogelhuid is doorgaans dun en bestaat ongeveer uit dezelfde onderdelen. De epidermis is bij de
poten en snavel meer gekeratiniseerd en op de huid minder. De huid van de vogel is ook minder
elastisch. Het verenkleed van een vogel wordt waterdicht gehouden door cellen van de epidermis
die lipiden afscheiden en de stuitklier.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PoekieDeBaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.