MEDISCHE EN
TANDHEELKUNDIGE
VAKKENNIS 1
SAMENVATTING + OEFEN TENTAMENVRAGEN
MONDZORGKUNDE AMSTERDAM
JAAR 1
,Biochemie à Verschijnselen in levende organismen kunnen worden verklaard door
scheikundige processen.
Voorbeelden:
- Spiersamentrekking: vormverandering in eiwitten
- Spijsvertering: splitsingsreacties
- Tandcariës: oplossen van calciumfosfaatzouten
- Parodontitis: afbraak van bindweefsel eiwitten
- Impulsgeleiding zenuwen: transport van ionen
Prokaryotische cellen: alle functies in een cel.
- Membraan maakt scheiding met buitenwereld
- Erfelijke informatie (DNA/RNA) los in de cel
Eukaryotische cellen: aparte ruimtes waarin verschillende chemische reacties onder
verschillende omstandigheden kunnen plaatsvinden.
- Celorganen of organellen: ruimtes omringd door membranen
o Kern: organel dat alle erfelijke informatie voor de cel bevat
Biomolecuul: molecuul dat van nature voorkomt in een organisme en gevormd kan worden
door organismen.
Polymeren: opgebouwd uit keten van bouwstenen met min of meer dezelfde structuur
à Vier typen biomoleculen:
- Eiwitten
- Koolhydraten (Suikers/Polysachariden)
- Lipiden/Vetten
- Nucleïnezuren (DNA/RNA)
Eiwitten: opgebouwd uit aminozuren.
à Myosine en actine zorgen voor spiercontractie en -relaxatie.
à Structurele eiwitten zorgen voor integriteit weefsels.
Bijvoorbeeld:
- Keratine in haar, huid en nagels.
- Collageen in bot en bindweefsel.
Koolhydraten: opgebouwd uit enkelvoudige suikers.
Lipiden/Vetten:
- Opgebouwd uit vetzuren en glycerol.
- Bouwstenen van membranen.
- Reservestof
Nucleïnezuren:
- Opgebouwd uit mono nucleotiden.
- Opslag erfelijke informatie
, ER: transport en bewerking van secretie-eiwitten/betrokken bij stofwisselingsprocessen
Structurele eiwitten: vormen structurele bestanddelen van de cel
Functionele eiwitten: specifieke fysiologische functie
Basische aminozuren, kenmerk: H+,
Basische groep in restgroep
Zure aminozuren, kenmerk: COO-,
Tweede carbonzuur in restgroep
Fibrinogeen zorgt voor bloedstolling.
Hydrofiel: stoffen die goed mengen met water.
- Zijn gepolariseerd en kunnen waterstofbruggen aangaan.
Hydrofoob: stoffen die slecht mengen met water/zijn waterafstotend.
- Hydrofobe stoffen zijn apolair.
Primaire structuur: aminozuurvolgorde.
Tertiaire structuur: eiwitvorm.
- Bepaald door interactie tussen restgroepen van aminozuren.
- Mogelijke interacties/bindingen:
o Zwavelbruggen (tussen restgroepen van cysteïne)
o Waterstofbruggen (tussen polaire groepen)
o Hydrofobe binding (tussen apolaire groepen)
o Zoutbruggen/Ion binding
Quaternaire structuur: ruimtelijke rangschikking van meerdere peptideketens tot een eiwit.
Chemische reactie:
- Spontane reactie: reactie waarbij energie vrijkomt à verloopt spontaan
Katalysator: versnelt een chemische reactie zonder er zelf aan deel te nemen.
- Enzymen: biologische katalysatoren (biokatalysatoren) à versnellen reacties in
levende cellen zonder er zelf aan deel te nemen.
à Meestal geconjugeerde eiwitten
§ Eiwitgedeelte (apo-enzym)
§ Prostethische groep
>> Co-enzym: organische moleculen
o Vaak wateroplosbare vitaminen
Vitaminegebrek à Verminderde werking enzymen
>> Co-factor: anorganische moleculen (bv. Metaal-ion)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zvdstuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.