Tijdens dit college wordt er uitgelegd wat er in het lichaam gebeurt op het moment dat we vermoeidheid ervaren. Hierbij wordt ingegaan op:
- vermoeidheid
- centrale en perifere factoren
- praktische adviezen m.b.t. vermoeidheid
Chapter 6. Bones and Skeletal Tissues (Check Your Understanding Questions)
Chapter 7. The Skeleton (Check Your Understanding Questions)
Class notes human anatomy and physiology II (ANP1107) Human Anatomy & Physiology, Global Edition, ISBN: 9781292260853
All for this textbook (25)
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Fysiotherapie
Medisch Biologisch Blok 1.1
All documents for this subject (10)
Seller
Follow
brecht-nieuwenhuis
Content preview
Hoorcollege Medisch Biologisch
Blok 1.1 – week 3
Vermoeidheid
Centrale vraag: Wat weten we over wat er in het lichaam gebeurt op het moment dan we
vermoeidheid ervaren?
- Vermoeidheid
- Centrale en perifere factoren
- Praktische adviezen m.b.t. vermoeidheid
Het begrip vermoeidheid is vrij complex.
Vermoeidheid treedt op bij beweging, activiteit en sport.
Het is o.a. betrokken bij:
- De aansturing vanuit het brein, ruggenmerg en zenuwen.
- Het aanvoeren van zuurstof door hart en longen
- Spieren, die zorgen namelijk voor de beweging.
Als er ergens in dit systeem iets misgaat, dan ben je minder in staat om inspanning te
leveren. De zwakste schakel zorgt ervoor dat je moe wordt.
- Het kost veel tijd om uit te leggen hoe deze systemen allemaal precies werken en wat
er allemaal in die systemen mis kan gaan. Je krijgt een kader wat ze wel en niet moet
weten hierover.
Moeheid is een heel complex iets:
- Nr. 7 van de meest voorkomende klachten
- Het heeft heel veel kanten (spiervermoeidheid, somberheidsklachten, iemand die
hartinfarct heeft overleefd, iemand die zwanger is)
- Veel oorzaken (pathologisch (ziekte) bijvoorbeeld door hartinfarct, fysiologisch
(gezonde situatie) bijvoorbeeld bij sprintje)
Er zijn veel verschillende (externe) factoren die van invloed zijn, waaronder:
- Type inspanning
- Mate van getraindheid
- Psychosociale factoren
- Hoogte
- Luchtvochtigheid
- Individuele verschillen etc.
Moe betekend voor iedereen wat anders. Neem niet genoegen met het antwoord ik ben
moe. Vraag door!
Terminologie
Er worden heel veel verschillende woorden gebruikt voor vermoeidheid; subjectieve en
objectieve vermoeidheid, spiervermoeidheid, neuromusculaire vermoeidheid etc.
Het is lastig om daar eenduidigheid over te creëren.
, In dit college gaat het met name over neuromusculaire vermoeidheid:
Neuro = zenuwstelsel & musculair = spiervezel
Het heeft dus betrekking op het zenuwstelsel en de spiervezel.
Voorbijgaande afname van spiercontractievermogen, samenhangend met bepaalde
activiteiten.
Hoe lang kan jij een bepaalde activiteit volhouden.
Neuromusculaire vermoeidheid kan optreden door oorzaken die te maken hebben met je
zenuwstelsel en processen die in de spier plaatsvinden:
- Perifere factoren: in de spier
- Centrale factoren: in het zenuwstelsel
Je zou ook kunnen zeggen; je hebt centrale en perifere vermoeidheid, maar dit is beter.
Perifere vermoeidheid
Anaeroob metabolisme:
Korte intense inspanning (20 sec – 2 min)
Pyrodruivenzuur wordt na glycolyse omgezet in lactaat (zonder zuurstof)
Lactaat zorgt NIET voor vermoeidheid!
Ze zeiden dat lactaat voor verzuring van de spieren zorgt. De lagere Ph in de spiervezel door
de verzuring zou ervoor zorgen dat het anaerobe metabolisme in de cel niet meer zou
kunnen functioneren, waardoor de spiercontractie niet meer op gang kon komen en je dus
moe werd.
- Ze veronderstelden dus dat de accumulatie (ophoping) van lactaat dé oorzaak was
van vermoeidheid.
Nieuwe inzicht
De vermoeidheid die optreedt in de spieren is helemaal niet te wijden aan de accumulatie
van lactaat in de spiervezel.
H+ ionen (hoe meer je hebt hoe zuurder het is) die vrijkomen bij inspanning zijn niet
afkomstig van melkzuur. Lactaat is geen afvalstof, maar een nuttige brandstof voor het hart,
hersenen en rode spiervezels.
Lactaat wordt voornamelijk geproduceerd in de witte spiervezels en gaat dan naar de
mitochondriën van de rode spiervezels (en naar je hartcellen en naar je brein). Daar wordt
het lactaat gebruikt voor nieuwe ATP-productie. Het is dus geen afvalstof maar nuttige stof.
Lactaatdrempel: als je anaeroob ATP aan het produceren bent en de hoeveelheid lactaat in
een keer gaat stijgen. Door op je lactaatdrempel te trainen, zou je ervoor kunnen zorgen dat
de lactaatdrempel op een later tijdstip wordt bereikt. De methodiek die onder deze
trainingsmethode ligt wordt gebaseerd op het oude inzicht. Dus de vraag is of je het echt op
die manier kan verbeteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brecht-nieuwenhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.