Alle problemen van Inleiding Rechtswetenschap uitgebreid, inclusief uitwerking arresten (cijfer: 8,8)
19 views 0 purchase
Course
Inleiding In De Rechtswetenschap (RC112)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bevat de zelfstudie van alle problemen (1 t/m 8) van Inleiding Rechtswetenschap. De uitwerkingen zijn uitgebreid en het document bevat ook de arresten voor de problemen, inclusief de uitwerkingen hiervan. Het document bevat ook een aantal schema's om de stof overzichtelijk te maken.
Inleiding rechtswetenschap alle problemen
Probleem 1
1. Welke verschillende terreinen/ rechtsgebieden/ delen kent het recht? 2. Welke criteria zijn er om het
recht in te delen?
Privaatrecht en publiekrecht
- Privaatrecht: gericht op de regeling van de rechtsverhoudingen tussen de burgers onderling.
- Publiekrecht: gericht op de relatie tussen burger en de overheid en de organisatie van de staat zelf.
Materieel en formeel recht algemeen:
- Materieel recht:
Heeft betrekking op inhoudelijke gedragsnormen.
In het materiële recht wordt bepaald welke gedragingen strafbare feiten opleveren en welke
strafrechtelijke sancties daarop kunnen worden toegepast.
- Formeel recht: correspondeert met berechtingsregels (procesrecht)
Heeft betrekking op de vorm, de wijze waarop het recht wordt gehandhaafd.
o Privaatrecht/ civielrecht/ burgerlijk recht: is gericht op de regeling van de rechtsverhoudingen tussen
de burgers onderling.
Materieel privaatrecht en formeel privaatrecht:
- Materieel privaatrecht: De inhoudelijke gedragsnormen tussen burgers onderling. Bestaande uit
burgerlijk recht en handelsrecht.
Hierbij hoort ook het vermogensrecht. Twee grote gebieden binnen het vermogensrecht zijn
goederenrecht en verbintenissenrecht. Het vermogensrecht is het deel van het materiële privaatrecht
dat de geld waardeerbare rechten en plichten der rechtssubjecten betreft, zoals het recht van de
verkoper op betaling van de koopprijs door de koper.
Het materiële privaatrecht dat niet tot het vermogensrecht behoort, omvat het personen- en
familierecht.
- Formeel privaatrecht: de wijze waarop het recht wordt gehandhaafd. Burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht:
Internationaal privaatrecht (conflictenrecht): recht dat bepaalt welk van twee concurrerende
rechtssystemen moet worden toegepast. Bijvoorbeeld bij een echtscheiding van een Nederlandse
vrouw en een Turkse man die in Turkije zijn getrouwd maar in Nederland wonen.
o Publiekrecht: gericht op de relatie tussen burger en de overheid en de organisatie van de staat zelf.
Heeft betrekking op de organisatie van de gemeenschap (staat) en de zorg voor algemene belangen,
dus de bemoeienis van de overheid met het maatschappelijke leven.
- Staatrecht: geeft regels voor de organisatie va de staat. Gaat ook over de verbindheid van wettelijke
regelingen en de invloed van de burger op het overheidsoptreden (bv. Kieswet, Grondwet)
- Bestuursrecht: ordening van de relatie tussen bestuur en burger en overheid. Gaat ook over
ruimtelijke ordening (onderwijs en sociale verzekering)
- Strafrecht: gevallen waarin de overheid bij schending van wettelijke bepaling een sanctie kan
toepassen
Materieel publiekrecht en formeel publiekrecht:
- Materieel publiekrecht: De inhoudelijke gedragsnormen tussen burgers en de overheid. De rechten en
plichten. (procesrecht)
Bijvoorbeeld: in artikel 310 Sr staat dat je niet mag stelen en welke straf je er voor krijgt.
, - Formeel publiekrecht: De wijze waarop het wijze waarop het recht tussen burgers en de overheid
wordt gehandhaafd.
Formeel bestuursrecht is te vinden in bestuursprocesrecht.
Formeel strafrecht is te vinden in het wetboek van strafvordering,
Bijvoorbeeld: legitimatieplicht, de politie moet zich legitimeren bij binnentreden. Dat gaat niet over
een inhoudelijke regel, maar over het proces eromheen.
Internationaal publiekrecht:
Internationaal publiekrecht: Het volkenrecht (regels die betrekking hebben op de verhouding tussen
de staten onderling) en het gemeenschapsrecht (tussen de burgers) samen.
de regels die betrekking hebben op de verhouding tussen de staten onderling worden tot het
volkenrecht gerekend. Het volkenrecht en het tot de burgers gerichte gemeenschapsrecht samen is
het internationaal publiekrecht.
4 criteria voor de indeling in publiekrecht en privaatrecht
1. Aard van de betrokken partijen
- Privaatrecht als rechtsverhouding tussen burgers onderling
- Publiekrecht als bij de rechtsverhouding een overheidsorgaan betrokken is (maar overheidslichamen
kunnen ook optreden als particulieren, dan is het privaatrecht)
2. Aard van het beschermde belang
- Privaatrecht gebaseerd op particuliere belangen
- Publiekrecht gebaseerd op de bescherming van algemene belangen. (Maar als een overheidsorgaan
optreedt in het kader van een particulier belang, dan is het privaatrecht, zoals bij aanschaf van
meubels)
3. Initiatief tot handhaving van het recht
- Privaatrecht wordt in het algemeen op initiatief van burgers gehandhaafd
- Publiekrecht niet op het initiatief van burgers (Maar in publiekrecht wel door burgers initiatief bij bv.
Klachtrecht in het strafrecht of de mogelijkheid voor burgers om in het bestuursrecht besluiten aan te
vechten d.m.v. bezwaar en beroep)
Bijvoorbeeld bij privaatrecht gaan 2 mensen scheiden, zij nemen het initiatief.
Bijvoorbeeld bij publiekrecht bij diefstal, de overheid neemt het initiatief.
4. Middelen tot rechtshandhaving
- Privaatrecht: De privaatrechtelijke middelen zijn minder ingrijpen, namelijk de mogelijkheid om bij de
rechter nakoming, schadevergoeding of ontbinding van een rechtsverhouding te vorderen.
- Publiekrecht: alleen de overheid mag optreden met strafvervolging of bestuursdwang.
Privaatrecht Publiekrecht
= gericht op de regeling van de rechtsverhoudingen tussen de = Relatie tussen burger en de overheid en de organisatie van de
burgers onderling. staat zelf.
Nationaal privaatrecht: materieel privaatrecht & formeel Nationaal publiekrecht: Materieel publiekrecht en formeel
privaatrecht. publiekrecht
Materieel privaatrecht: Materiaal publiekrecht:
regels wat wel en niet mag tussen burgers onderling. Schept regels rechten en plichten tussen overheid en burger (strafrecht &
tussen. (personen en familierecht, vermogensrecht). bestuursrecht)
Ook de bevoegdheden die staatsorganen hebben (staatsrecht).
Formeel privaatrecht:
de wijze waarop het recht wordt gehandhaafd tussen de burgers. Formeel publiekrecht:
Ze handhaven de regels naar elkaar (burgerlijk proces recht. het proces hoe ze die rechten en plichten handhaven tussen
Burgerlijke rechtsvordering en wet op rechtelijke organisatie) overheid en burger. (Bestuursprocesrecht en strafvordering).
,verhouding tussen internationale regels tussen burgers onderling. volkenrecht (regels en verhoudingen tussen staten onderling) &
Wordt ook conflictrecht genoemd. gemeenschap recht (burgers onderling per gemeenschap)
Staat in internationale recht en verdragen. Internationaal strafrecht en Europese regels.
Functionele rechtsgebieden
Zelfstandige rechtsgebieden die niet binnen privaatrecht of publiekrecht vallen, maar op basis van een
bepaald onderwerp of werkterrein bij elkaar horen en regels omvatten uit verschillende
rechtsgebieden.
De regels worden samen beschouwd omdat ze op hetzelfde maatschappelijke werkterrein een functie
vervullen.
Voorbeelden: milieurecht, sociaal recht, gezondheidsrecht.
Op al deze terreinen zijn zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke regels van toepassing.
3. Op welke manieren kun je het recht bekijken/ welke invalshoeken zijn er om het recht te bestuderen?
Wat is recht? Is de vraag naar het rechtsbegrip.
Het recht kan uitsluitend worden gekend in de context van de omstandigheden waarin het
functioneert.
- Voor het begrip van het recht is het nodig om aandacht te besteden aan de omstandigheden
waaronder het recht tot stand is gekomen, zodat de context wordt verhelderd.
- Het recht kan in een concreet geval slechts goed begrepen worden als ten volle aandacht wordt
besteed aan alle omstandigheden van dat geval.
- Het recht is te kennen uit de concrete gevallen:
de oplossing van een casus biedt een aanknopingspunt om vast te stellen wat het geldend recht is en
hoe het zijn uitwerking heeft op het leven van mensen.
Contextualisme: de bredere manier van kijken naar recht
Centrale stelling: het recht kan niet worden gekend of begrepen zonder een beroep te doen op de
context waarin het tot stand komt en waarin het toepassing vindt.
Kenmerken van contextualisme:
1. Je moet naar concrete gevallen kijken om het recht te begrijpen
2. Je moet het recht zien in de omstandigheden waarin het functioneert
3. Je moet recht bekijken vanuit de omstandigheden waarin het tot stand is gekomen
Driehoekmodel
- Normatieve moment:
Juridische regels, beginselen en beslissingen. Dit noemen we ook wel het positieve recht. Het nu
geldende recht. Het bepaalt waar we ons aan moeten houden. De geldende rechtsnormen. Het
positieve recht: het recht dat op een bepaalde tijd en plaats geldt. Het verschaft nomen voor menselijk
gedrag.
Het geeft aan wat we moeten (de geboden), wat we mogen (de bevoegdheden) en wat we niet mogen
(de verboden)
Een rechtsmatige situatie wanneer de rechtsnormen worden nageleefd. Zo niet is er sprake van
onrechtmatig/ wederrechtelijke gedrag
- Ideële moment: de ideeën, opvattingen en waarden waar het recht op is gebaseerd, en dit nastreeft.
Dit zijn de uitgangspunten voor de inhoud van het recht. Waarom we bepaalde regels belangrijk
vinden en wat we met het recht willen bereiken. Bijvoorbeeld dat individuele vrijheid belangrijk is, dat
we het milieu willen beschermen. De ideeën over rechtvaardigheid die we in het recht willen
realiseren.
Het recht zoals het zou moeten zijn is het wenselijke recht.
- Actuele moment: de praktijk van het recht, en de uitwerking die de rechtsnormen krijgen. Hier kijken
we naar de sociale werkelijkheid, hoe die het recht heeft vormgegeven en hoe mensen in de praktijk
met het recht omgaan. Dat komt niet altijd overheen met wat de tekst van de regel zegt, en is ook niet
, altijd gericht op waarden en rechtvaardigheid. In de praktijk doen mensen ook wat ze goed uitkomt.
Jurisprudentie: wrongful birth arrest
1. Actoren
De vrouw: O
De gynaecoloog: B
2. Feiten
De vrouw was ongewenst zwanger geworden van haar echtgenoot doordat de arts (gynaecoloog) een
spiraaltje niet had herplaatst nadat deze tijdelijk was verwijderd voor een operatie.
De vrouw besloot het kind te dragen en te houden. Het kind kwam gezond ter wereld. Zij vordert
schadevergoeding van de arts uit wanprestatie.
3. Rechtsvraag
Is de arts aansprakelijk voor zijn medisch handelen?
(Heeft O recht op vergoeding van schade, bestaande uit de kosten van verzorging en opvoeding van het kind
tot zijn achttiende jaar, inkomensderving en immateriële schade?)
4. Overwegingen
- Je zou kunnen zeggen dat O de zwangerschap had kunnen afbreken of het kind na de geboorte aan
derden af kon staan. Maar het is niet van O te vergen menselijk leven af te breken of een door haar
gebaard kind door anderen te doen opgroeien.
- O heeft de eerste jaren na de geboorte van het kind gekozen om niet te werken. In het algemeen staat
het opvoeden van een kind niet in de weg om te werken, dus de keuze komt voor rekening van O. Ook
de inkomensschade voor het moeilijker hebben van een baan vinden is voor eigen rekening van O. De
man is werkloos (door chronische darmziekte) dus die kan voor de kinderen zorgen. Dus de vrouw kan
werken.
- Het toekennen van kosten van opvoeding en verzorging van het gezonde kind leidt ertoe dat het kind
zelf blijkbaar als schadefactor wordt beschouwd en dat komt in strijd met de waardigheid van het kind
als mens omdat op die manier zijn bestaansrecht wordt ontkend. De Hoge Raad zegt hierop: Als
ouders besluiten geen kind meer te willen, en door een fout van de arts het toch gebeurt, kunnen de
extra kosten die door die fout zijn veroorzaakt worden vergoed. Dat heeft niets met de menselijke
waardigheid van het kind te maken. Het gaat om de schade van de zwangerschap, niet het kind als
schadefactor.
- Een dergelijke kostenvergoeding kan het kind later op kwetsende wijze confronteren met zijn
ongewenstheid. Hoge Raad zegt: er moet een verschil gemaakt worden tussen het voorkomen van
gezinsuitbreiding en het niet aanvaarden van een kind als het eenmaal zijn menselijke identiteit heeft
gekregen.
- Het argument dat het gezin met een gezond kind zoveel immaterieel voordeel krijgt, dat er geen
sprake meer kan zijn van vermogensschade. De Hoge Raad is het hier niet mee eens.
5. Conclusie
De Hoge Raad:
vernietigt het arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 27 september 1995;
verwijst het geding naar het Gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudieLieke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.