Samenvatting welzijn gekoppeld aan de leerdoelen
Workshop 1. Inleiding ontwikkelingstheorieën
- Van de drie ontwikkelingsgebieden kenmerken benoemen en voorbeelden van vraagstukken geven.
Ontwikkelingspsychologie is de studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit.
Fysieke Ontwikkeling fysieke opbouw lichaam (veranderen, groeien, stabiel).
ontwikkeling Centrale zenuwstelsel, spieren en zintuigen. Behoeften aan slaap, voedsel,
drinken op ons gedrag.
- Wat bepaalt de sekse van een kind?
- Wat zijn langetermijngevolgen van een premature geboorte?
Cognitieve Ontwikkeling intellectuele vermogens (denken, probleem oplossen denken,
ontwikkeling geheugen).
- Wat zijn onze vroegste herinneringen?
- Wat zijn effecten van tv kijken?
Sociaal-emotionele Ontwikkeling bij betrekking tot het hebben van sociale relaties, interacties
ontwikkeling met elkaar en het omgaan met emoties.
- Wat is de beste manier om kinderen gewenst gedrag aan te leren?
- Hebben kinderen die gepest zijn bepaalde eigenschappen gemeen?
Persoonlijkheids- Gekeken naar verandering of stabiliteit in karaktereigenschappen die
ontwikkeling personen van elkaar onderscheiden.
- Heeft een kleuter besef van goed of fout?
- Wanneer wordt het kind bewust van sekse?
- Aan de hand van voorbeelden uitleggen wat normatieve en niet-normatieve invloeden op de
ontwikkeling zijn.
Normatieve Gebeurtenissen die voor de meeste individuen binnen een groep op
gebeurtenis dezelfde manier voltrekken. Ze hebben allemaal hetzelfde meegemaakt.
Bijv. lopen van een kind.
Historische Het is voor iedereen ingrijpend geweest. Hun ontwikkeling/leven is
gebeurtenis beïnvloed door deze historisch bepaalde gebeurtenis. Grote gebeurtenis.
Niet-normatieve Zijn gebeurtenissen die voor een individu alleen geldt en niet voor een
gebeurtenissen specifieke groep.
- Voorbeelden geven van continue en discontinue verandering tijdens de ontwikkeling.
Aard van de verandering tijdens de ontwikkelingspsychologie: continue en discontinue verandering.
Continue verandering Gelijk. Kwantitatief, de vaardigheden veranderen niet maar het wordt
steeds meer van hetzelfde.
- Fysieke ontwikkeling: Leren lopen.
Discontinue Aparte stappen. Ontwikkeling die in aparte stappen plaatsvindt, en
verandering waarbij elke stap een gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan
gedrag in eerdere stadia.
- Cognitieve ontwikkeling: Opeens niet meer in bed plassen.
,- Aan de hand van voorbeelden aangeven wat de termen kritieke periode, plasticiteit, maturatie en
gevoelige periode betekenen.
Kritiek perioden Een specifieke tijdsplannen in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste, zelf om keerbare, gevolgen heeft.
Gevoelige Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit omgeving, maar gevolgen van
perioden ontbreken zijn terug te draaien.
Maturatie Het proces van het zich geleidelijke ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Stimuli Prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is.
- Aangeven wat het nature-nurture-debat inhoudt.
Discussie over oorsprong gedrag in gevolg van Nature: Genetische gebeurtenissen en Nurture:
omgeving / fysiek.
- Uitleggen hoe er vanuit het psychodynamisch, behavioristisch, cognitief, systemisch en evolutionair
perspectief naar de ontwikkeling gekeken wordt.
Psychodynamisch perspectief (Freud en Erikson)
- Onbewuste krachten (trauma’s/ervaringen verdrongen kindertijd)
o Grondleggen > Sigmund Freud: psychoanalyse
o Opvolger > Erik Erikson: psychosociale theorie
Sigmund Freud: psychoanalyse
- Omgeving GEEN rol
- Uitgaan van angsten en trauma’s
- Alles gaat over seks
- Emotionele en sociale ontwikkeling:
Id Onbewuste massa. Primitieve driften= honger, seks, agressie en irrationele impulsen.
Zoveel mogelijk bevrediging en zo weinig mogelijk inspanning. Impulsief.
Ego Beslissing. Bemiddelaar. Beheerst driften, past aan anderen en intrigeren in de
samenleving.
Superego Voorbewust niveau. Geweten. Morele eisen en aspecten. Ouders beïnvloeden.
Psychosociale theorie Erikson
- Omgeving WEL een rol, mensen worden erdoor beïnvloed
- Uitgaan van normale ontwikkeling
- Ontwikkelingsfase met en persoonlijke crisis
- Noodzakelijk voor groei
- Bij slecht doorlopen fase/taak: probleem (gevolgen op andere fases)
Herformulering = ontwikkelingstaken niet gekoppeld aan één leeftijdsfase. Vormen de motor van
ontwikkeling in één specifieke fase.
, Levensfases Leren omgaan met Positieve uitkomst Negatief uitkomst
Babytijd Vertrouwen / Vertrouwen op steun Wantrouwen, passief.
0 - 1,5 jaar wantrouwen omgeving (hoop).
Peutertijd Autonomie / Zelfcontrole, eigen wil Impulsief, passief.
1,5 – 3 jaar gehoorzaamheid hebben maar ook grenzen
kennen.
Kleutertijd Initiatief / schuld Uitproberen, fantasie krijgen Schuldgevoelens,
3 – 6 jaar en functioneel geweten wreedheid.
Basisschool Prestatie / Leergierig, samenwerk, Faalangst, overdreven
6 jaar / puber minderwaardigheid dingen afmaken ijver.
Puberteit Ontwikkeling Bewuste keuzes, keuzes zelfstandig.
Adolescentie identiteit evalueren, vriendschap.
Jongvolwassen Liefdesvolle relatie Liefdevolle relaties Seksuele behoeften,
teruggetrokken.
Volwassenen Verantwoordelijkhei Zorg voor anderen. Overdreven egocentrisme
d volgende generatie
Ouderdom Dood Acceptatie Ontstaan van wanhoop of
verbittering.
Behavioristisch perspectief (Watson)
- Uiterlijk waarneembaar gedrag
- Externe invloeden op gedrag
- Aan en afleren van gedrag
- Conditionering = proces gedragsverandering invloed van omgeving. Door straffen en belonen.
Klassieke conditionering Hond van Pavlov. Door middel van reflexen, ook wel Pavlov reacties.
Door middel van gewoonte. Angstzweet bij grote honden.
Operante conditionering Skinner: onderzoek met ratten, gedrag bekrachtiging. Actief aanleren.
Cognitief perspectief (Piaget)
- Invloed van manier van denken op gedrag
- Schema’s.
Adaptatie Het aanpassen aan de omgeving: Assimilatie en accommodatie.
Assimilatie Bestaande vaardigheden gebruikt in nieuwe situatie
Accommodatie Iets nieuws leren. Proces van aanpassing in een nieuwe situatie
Cognitieve fase Piaget
De fase Globale Voornaamste kenmerken
leeftijd
Sensomotorisch Geboorte - 2 Ontwikkeling van zintuigen, motoriek, geheugen en
jaar objectpermanentie (idee dat mensen en objecten bestaan,
ook al zijn ze niet zichtbaar). Dingen niet symbolisch maken.
Pre operationeel 2-7 jaar Ontwikkeling van taal, fijne motoriek en symbolische
denken. Egocentrische denken.
Concreet 7-12 jaar Ontwikkeling van conservatie begrip, Reversibiliteit (proces
operationeel in gedachten kunnen omdraaien) en Logica (relatie begrijpen
tussen tijd, afstand en snelheid).
Formeel 12 jaar tot Ontwikkeling van logisch denken (verbanden zien en
operationeel volwassenen herkennen) en abstract denken ( het denken komt los van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donderwinkelmarit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.