100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada
logo-home
Samenvatting Economie Vandaag $3.90
Añadir al carrito

Resumen

Samenvatting Economie Vandaag

 3 veces vendidas
  • Grado
  • Institución
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek 'Economie vandaag 2015'

Vista previa 8 fuera de 69  páginas

  • 15 de enero de 2016
  • 69
  • 2015/2016
  • Resumen
avatar-seller
Economie



ECONOMIE VANDAAG

Inleiding
1. Doel van de economische wetenschap

Het economisch aspect van het handelen bestaat in het kiezen.

behoeften middelen

Economisch principe
(met opgegeven middelen een maximale behoeftenbevrediging bereiken)
1.1. behoefte
= aanvoelen van het tekort en het streven naar bevrediging ervan

 primaire of levensnoodzakelijke behoeften
 behoeften van immateriële aard
 collectieve behoeften
 Individuele behoeften

1.2. schaarse of economische middelen
schaars  zeldzaam
schaars = een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou
overtreffen indien het gratis ter beschikking stond
gevolg: waardeverschijnsel
schaarsheid = beperktheid van inkomen

1.3. nuttigheid en keuzeprobleem
goederen en diensten zijn nuttig als ze behoeften bevredigen
doel = maximale behoeftebevrediging
d.w.z. keuzes maken

economie = de studie v/h menselijke streven naar bevrediging van behoeften m.b.v.
schaarse middelen

2. Welvaart en welzijn

Welvaart = de mate waarin mensen de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften
kunnen voorzien (naast geld en middelen ook vrije tijd en leefmilieu)
Welzijn = bevrediging van verlangens die geen beslag leggen op schaarse middelen
(vriendschap, liefde,…)




3. Soorten goederen



-1-

, Economie



 vrije goederen = niet-schaarse goederen
 economische goederen = schaarse goederen
 zuiver individuele goederen: rivaliteit en uitsluitbaar (vb. fiets, pintje,…)
 zuiver collectieve goederen: niet-revaliserend en niet-uitsluitbaar (vb. brandweer,
politie,…)
 quasicollectieve goederen: kan privé maar wordt door overheid aangeboden (vb.
school, privéonderwijs kan ook)
 economische goederen
 consumptiegoederen
 verbruiksgoederen (niet duurzaam)
 gebruiksgoederen (duurzaam)
 investeringsgoederen
 kapitaalgoederen (vb. gebouwen, machines, vervoermaterieel)
 vlottende investeringsgoederen (vb. grondstoffen, hulpmaterialen)

4. consumptie en productie

consumptie = aanwending van economische goederen voor niet-productieve doeleinden
 besteding van inkomen
 n

productie = het scheppen of toevoegen van waarde aan economische goederen
 verwerven van inkomen

Productiefactoren :
 primaire productiefactoren
 natuur = leverancier van grondstoffen en energie
 arbeid = fysieke en intellectuele arbeid

 afgeleide productiefactor
 kapitaal = reële kapitaalgoederen

5. de methode

 inductieve methode = vertrekken v/e groot aantal feitelijke gegevens een wetmatigheid
formuleren
 deductieve methode = vertrekken van een algemeen beginsel om nieuwe besluiten af te
leiden

6. de ceteris paribus - clausule

effect van één variabele onderzoeken & veronderstellen dat de rest ongewijzigd blijft.

7. Micro- meso- en macro-economie

 Micro-economie : beschrijven van het gedrag van een individuele huishouding
 Meso-economie : beschrijven van het gedrag van een bepaalde bedrijfstak
 Macro-economie : beschrijven van economische grootheden voor een heel land




-2-

, Economie




EXTRA
Verschillende visies
• Kapitalisme (liberalisme)
→ Gewone kapitalisme
→ neoliberalisme
→ staatskapitalisme
• Socialisme
• Communisme of marxisme
• Boedhistische economie
→ ipv. zo véél mogelijk…
→ ipv behoeften aan te wakkeren..
→ zie anecdote koeien(*)
• staatskapitalisme



De verschillende economische systemen uitgelegd aan de hand van 2 koeien :

Socialisme
Je hebt 2 koeien en je geeft er 1 aan je buurman die géén koeien heeft.
Communisme
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze allebei af en geeft je een beetje melk.
Fascisme
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze allebei af en verkoopt je melk.
Bureaucratie
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze af, schiet er ééntje dood, melkt de andere en giet de melk dan
weg... .
Traditioneel kapitalisme
Je hebt 2 koeien. Je wisselt er één voor een stier, je kweekt een hele kudde koeien, verkoopt die én gaat
leven van de rente.
Amerikaans systeem
Je hebt 2 koeien. Je verkoopt er 1 en dwingt de andere om melk voor 4 te geven. Je bent verbaasd als het
beest doodvalt.
Waals systeem
Je hebt 2 koeien. Je gaat in staking omdat je er 3 wilt.
Japans systeem
Je hebt 2 koeien. Je manipuleert hen genetisch zodat ze tien keer kleiner worden dan een normale koe én
zodat ze twintig keer méér melk geven. Je maakt eigen koe-cartoons (Koekimons) en overspoelt er de hele
wereld mee.
Brits systeem
Je hebt 2 koeien. Ze zijn alle twee gek.
Italiaans systeem
Je hebt 2 koeien, maar je weet niet juist waar ... . En nu ga je spaghetti eten.
Frans systeem
Je hebt 2 koeien. Ze zijn de belangrijkste koeien ter wereld.
Hindu systeem
Je hebt 2 koeien en je aanbidt ze.
Chinees systeem
Je hebt 2 koeien. 300 mensen melken hen dagelijks. Je beweert volledige tewerkstelling te kennen, een
hoge rundproductiviteit te kennen én laat de journalist
-3-
executeren die de cijfers naar buiten bracht.
Vlaams systeem
Je hebt één koe en je trouwt er mee.

,Economie




PATRIMONIUMKAPITALISME
- dixit Thomas Piketty
- belang van financiële kapitaal, dat je inkomen je positie determineert
MENSKAPITALISME
- dixit Marc Devos
- je arbeidspositie leidt tot kapitaalpositie  sociale mobiliteit (opwaarts en
neerwaarts)

meritocratische economie = je moet ervoor werken
erfelijke meritocratie = door erfenis
diplomafetisjisme = diploma is toegansticket

HOMO ECONOMICUS
Wikipedia: Homo economicus, or Economic man, is the concept in some economic theories of
man as a rational and "self-interested" actor.


KRITIEK
- we zijn niet altijd rationeel
 gewoontes en routines
 impulsaankopen
 me-too aankopen
- hyperconsumtie  ik consumeer, dus ik besta
- turboconsumenten  run- en funshoppen




-4-

,Economie




Hoofdstuk 1 : Het consumentengedrag
1.1. de optimale goederencombinatie

onbeperkt aantal goederen en diensten

combineren

hoe ???

preferenties prijzen budget

1.1.1. De preferenties

sociologische factoren Psychologische
 gezinssituatie factoren
 sociale klasse  persoonlijkheid
 religie  levensstijl
 woonplaats  attitude
 nationaliteit

De eerste wet van Gossen :
naarmate men meer beschikt over een aantal eenheden van een bepaald goed, daalt
voor de consument het nut dat de laatste eenheid aan het totale nut toevoegt
vb. ijsjes
 3 ijsjes > dan
 maar extra nut van derde
< extra nut van tweede
Marginale nut/ grensnut = het nut van de laatst toegevoegde eenheid

LESS IS MORE
uitzonderingen
 verslaafden
 verzamelaars: verzamelwoede
beperking
 budget

1.1.2  zie oefeningen uit de les
 nominaal inkomen
o inkomen in geldeenheden
 reëel inkomen
 wat je er effectief mee
kunt kopen
 koopkracht



-5-

,Economie


 wordt gevormd door
reële inkomen




-6-

,Economie


1.2. De prijsvraagcurve

1.2.1. De Afleiding van de individuele vraagcurve

 Als de prijs daalt, stijgt de vraag
 Negatief verband tussen vraag en prijs
 Ceteribus paribus:
→ Preferenties, inkomen en prijzen van goederen zijn constant




Hoe lager de prijs, hoe meer we consumeren


1.1.2 Een beweging langs de individuele vraagcurve




Het gevolg van het wijzigen van de
prijs




-7-

, Economie



1.2.3. Verschuivingen van de individuele vraagcurve


De individuele vraagcurve zelf verschuift evenwel wanneer, bij constante prijs van het goed,
de overige determinanten van het consumentengedrag wijzigen :
 bij een verandering van het inkomen
 bij veranderingen in de prijs van de andere goederen
 bij veranderingen in de preferentieschaal

1.2.3.1. Veranderingen in het inkomen




Besluit:
Een verandering v/h inkomen heeft een verschuiving
van de vraagcurve tot gevolg. Zo is bij een toename
van het inkomen de consument bereid meer v/e
bepaald goed te kopen voor eenzelfde prijs en
verschuift de vraagcurve naar rechts. Wanneer zijn
inkomen vermindert verschuift de vraagcurve naar
links.




1.2.3.2. Veranderingen in de preferentieschaal




Het budget en de prijzen blijven onveranderd.
De consument krijgt een grotere preferentie voor
boeken.
Het logische gevolg is dat de consument minder cd’s
consumeert.




-8-

Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:

Garantiza la calidad de los comentarios

Garantiza la calidad de los comentarios

Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!

Compra fácil y rápido

Compra fácil y rápido

Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.

Enfócate en lo más importante

Enfócate en lo más importante

Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable. Así llegas a la conclusión rapidamente!

Preguntas frecuentes

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?

Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottedeprez. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

45,681 summaries were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 15 years now

Empieza a vender

Vistos recientemente


$3.90  3x  vendido
  • (0)
Añadir al carrito
Añadido