1 Samenwerkend leren en coöperatief leren
Samenwerkend leren staat centraal in de sociaal constructivistische visie op leren en
instructie. Samenwerkend leren houd in dat groepen van leerlingen een taak/opdracht
krijgen en moeten samenwerken om die taak tot een goed einde te brengen.
1.1 Informeel groepsleren
Sterk begrensd in tijd en duurt niet langer dan één discussie of één les. Het omvat kleine
gesprekken met als doel de aandacht van de leerlingen te focussen op het te leren
materiaal, voorkennis activeren, te motiveren,… De leerkracht observeert en verzamelt
gegevens.
1.2 Formeel groepsleren
Formeel groepsleren verwijst naar groepen leerlingen die van één lestijd tot verschillende
weken samenwerken om één specifieke taak te vervullen. De leerlingen worden verdeeld
in groepen.
1.3 Basisgroepen
Hierbij worden de leerlingen opgedeeld in heterogene groepen (max 12) die gedurende
het hele schooljaar zullen samenwerken. De groepsleden moeten elkaar helpen bij het
reguliere schoolwerk.
1.4 Voorwaarden om tot relevant samenwerkend leren te komen
Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepjes op
een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk doel. De
leerlingen die samenwerken zijn niet alleen gericht op hun eigen leren maar ook op dat
van hun groepsgenoten.
1.5 Kenmerken van coöperatief leren
1.5.1 Directe of simultane interactie
De leerlingen overleggen rechtstreeks met elkaar. De klasopstelling speelt hier een grote
rol. De opdrachten bij groepswerk moeten uitnodigen tot overleg. Een gepaste
moeilijkheidsgraad en zekere mate van controverse is heel belangrijk.
Op vlak van controverse krijgt elke leerling een verschillend standpunt van waaruit ze de
opdracht moeten maken.
De verdeling van rollen en taken helpt om een groepswerk vlot te laten verlopen.
De taken moeten authentiek en realistisch zijn. Dit draagt bij tot de leerbereidheid.
20
, 1.5.2 Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Doelafhankelijkheid: de leerkracht geeft één doel op waar de leerlingen samen kunnen
naartoe werken. Dit is niet steeds voldoende.
Bronnen- of materialenafhankelijkheid: elk lid kan bijvoorbeeld een andere bron ter
beschikking krijgen en zijn verantwoordelijk voor het uitwisselen van informatie.
Rollenafhankelijkheid: elke leerling krijgt een andere rol toegedeeld die functioneel is
voor een goede samenwerking.
Beloningsafhankelijkheid: vaak krijgt elk lid van de groep dezelfde score, maar de
groepsleden kunnen ook de mogelijkheid krijgen elkaar te beoordelen wat de score kan
beïnvloeden.
Positieve wederzijdse afhankelijkheid vanuit de structuur: het groepswerk moet zo
gestructureerd worden dat leerlingen in een bepaalde fase afhankelijk zijn van hun
groepsgenoten om de taak tot een goed eind te brengen.
1.5.3 Individuele verantwoordelijkheid
Meeliftgedrag is vaak een nadeel bij groepswerk. Meeliftgedrag treedt het grootst op
wanneer de groep een enkelvoudige taak heeft.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen disjunctieve en conjunctieve taken.
Disjunctieve taken zijn taken waarbij de prestatie van de groep afhankelijk is van het
meest bekwame groepslid. In conjunctieve taken daarentegen is de prestatie van de groep
afhankelijk van de prestatie van het minst bekwame groepslid.
Meeliftgedrag komt het minst voor in groepen die additieve taken uitvoeren. Additieve
taken zijn taken waarbij de prestatie van de groep bepaald wordt door de maximale
bijdrage van elk groepslid.
Werkwijzen om individuele verantwoordelijkheid in te brengen bij groepstaken:
- Het groepsgebeuren observeren en feedback geven;
- Peerassessment;
- Leerlingen om de beurt laten antwoorden zodat iedereen inbreng heeft (anderen
mogen pas terug spreken bij hun beurt);
- Elk lid moet individuele verantwoording kunnen afleggen;
- Het individueel werk van een leerling als afzonderlijk deel herkenbaar maken;
- Groepswerk wordt voorafgegaan door individueel werk;
- Na afloop een individuele toets of test;
- Rollen verdelen.
1.5.4 Inzet van sociale vaardigheden
Leerlingen moeten hun sociale vaardigheden eerst leren gebruiken voor ze een goede
interactie in stand kunnen brengen. Deze vaardigheden moeten ook worden ingeoefend.
21
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BronteAllemeersch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.