College aantekeningen van het vak Inleiding Politicologie, check mijn andere samenvatting over het boek Politics om je voor te bereiden op alle quizzes en tentamens.
Inleiding politicologie
College 3, 22 september 2021
Democratie
1: Bijna elk land vindt zichzelf democratisch. Democratie betekende dat de macht in de
handen van het volk lag, ook wel bij de ‘plebs’ de armen en benadeelden. Het is en
bestuursvorm waarin volk direct en doorgaand macht uitoefent. Maatschappij met gelijke
kansen voor iedereen. Systeem voor eerlijke verdeling van de welvaart. Wat is eerlijk? Daar
zijn verschillende meningen over. Er wordt echter gekeken naar de uitkomst, als de welvaart
niet eerlijk verdeeld is, is er iets mis met het democratische stelsel.
2: Democratie is ook een manier van besluitvorming waarbij een meerderheid het voor het
zeggen heeft. Dit kan nogal misgaan, dus de minderheden moeten ook worden
gerespecteerd. Bezetting van overheidsfuncties door vrije en gelijke verkiezingen. Een
systeem moet ook opkomen voor diegene die niet deelnemen aan het politieke proces.
,3: Aristoteles vond democratie goed, Plato geloofde er echter niet in en vond aristocratie
beter. Er ligt hier een spanning, mensen willen niet dat complexe dingen worden besloten
door leken.
4: ‘Government of the people, by the people, for the people’ – Abram Lincoln
5: van democratie naar polyarchie (tegenovergestelde monarchie), zolang de macht breed
verdeeld is, is het ‘goed’.
6: Deliberatie en haar grenzen, het liefst werd er gewoon in een kring dingen overleggen en
besluiten. Hier zijn echter een paar haken en ogen aan. 1. Je moet verstand hebben van
zaken om problemen te kunnen oplossen 2. Binnen grote groepen gaan deliberatieve
gesprekken erg moeilijk.
7: in Zwitserland is er directe democratie op pleinen. Organisatie is hierin moeilijk.
Referenda worden vaak niet enthousiast opgepakt omdat er angst is voor ‘wil van het volk’.
8: Politieke representatie: hoe wij het doen. Kernprincipe hiervan is dat mensen betrokken
zouden moeten zijn bij beslissing die hun betreffen. Representatie van diversiteit en
maatschappij is hierbij belangrijk. Denk aan; gender, etniciteit, klasse. Drie vormen van
representatie: - afspiegeling: is de helft van de tweede kamer ook vrouw, net zoals bij het
volk? -symbolisch: als het volk, volksvertegenwoordiging heeft waarin zij/hij zichzelf kan
herkennen is dat beter voor de democratie. -inhoudelijk: het is niet belangrijk dat er
vrouwen in de 2e kamer zitten, als er maar aan vrouwen belangen worden gedacht.
9: Hoe responsief is democratische politiek, een economische kijk op democratie. Anthony
Down zegt, het volk wil bepaalde economische doelen/middelen zoals een welvaartsstaat of
een belastingparadijs. Politici zit de hele tijd te rekenen hoe ze het beste/populairste kunnen
bereiken. Meestal zie je dat degene die het voor het zeggen heeft ‘net’ de verkiezingen
gewonnen. Politiek wordt dan gespeelt over het midden, het moet op elkaar lijken want
mensen die ‘swingen’ moeten naar jou toe ‘swingen’. Als je miljoenen stemmers hebt, is het
onwaarschijnlijk dat jouw stem verschil maakt. Hoe krijg je mensen die denken dat hun stem
dus toch weinig zin heeft, toch gaan stemmen? Dat spel ligt weer meer op de flanken, zo kun
je iemand overtuigen om toch te stemmen als ze eigenlijk niet willen gaan stemmen.
Hoe rationeel handelen kiezers nou echt? Zijn partijen alleen machines om stemmen te
winnen?
, 10: ‘iliberale democratie’ kan dat eigenlijk wel? Dit zijn in ieder geval die kenmerken. -
aanvallen op de legitimiteit van oppositiepartijen & politici. – limieten op mediavrijheid. –
geen onafhankelijke rechters. -> slecht begrepen ‘in-between’ regimes.
11: interessant: hoe kan het zo zijn dat de vrouw van Navalny niet in de gevangenis zit. Ze
wordt onderdrukt maar niet weggeschoven. Waarom niet?
12: Iliberale democratieën zijn erg instabiel. -De centrale positie van een individuele leider is
gevaarlijk, stel hij gaat dood? Wat dan? -Het belang van performance legitimacy, je kunt heel
veel verkloten, als een paar andere dingen maar erg goed gaan zoals economie. -vaak niet
individuen die een systeem dienen maar andersom (zie China). -verkiezingen als plebiscieten
om steun te ‘testen’. -Gevaar van verschuiving naar autocratie als die steun dan verzwakt.
13: Vergelijken – en hun gebreken. Dit is een belangrijke theorie voor politicologen, landen
met elkaar vergelijken. Idealiter: experimenten om erachter te komen ‘welke factoren ertoe
doen’ -> randomized controlled trials, zoals in laboratorium kan niet binnen politicologie. -
systematische vergelijking als één-na-beste alternatief. Minpunten hieraan zijn door definitie
van ‘standard case’. -vaak veel factoren aan het werk – lastig om dan individuele eruit te
pikken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannebrittkampschreur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.