100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Criminogene Factoren $6.98
Add to cart

Class notes

Samenvatting Criminogene Factoren

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle informatie die je nodig hebt voor een goede voorbereiding van de opdracht!

Preview 2 out of 15  pages

  • September 9, 2022
  • 15
  • 2021/2022
  • Class notes
  • M. cima
  • All classes
avatar-seller
Prosociale vaardigheden
Zijn mensen die psychopathische acties doen te redden? Zijn ze te behandelen of gaat dat niet altijd?
Waarom ontwikkelen sommige mensen zich tot een psychopaat en andere niet? En als we deze
onderliggende mechanismen kennen, wat kunnen we daar dan mee om te voorkomen dat mensen
psychopaat worden? Kunnen we de behandeling verbeteren?

Waarom ontwikkelen sommige mensen zich tot psychopaat en anderen niet? We weten al best veel
over de oorzaken van extreme gedragsproblemen:
- Biologische en omgevingsfactoren spelen een rol
o Biologisch: hersenen, genen en hormonen
o Omgevingsfactoren: opgroeien in sociaaleconomische achterstandswijk of gezinnen
met veel ruzie
- Waarom leiden biologische en omgevingsfactoren tot antisociaal gedrag? Sommige kinderen
die zo opgroeien worden geen psychopaat. Drie moderatoren:
o Morele cognities: het besef van goed en kwaad
▪ Ook psychopaten vinden bij morele dilemma’s dezelfde dingen als “normale”
mensen. Er is dus wel een besef van goed en kwaad
o Morele emoties: gevoelens die optreden als een morele norm wordt overschreden
▪ Zou het defect dan in de morele emoties liggen? Studie met plaatjes kijken
liet zien dat jeugdigen met psychopathische kenmerken minder aangedaan
waren door morele situaties
o Regulatie: het kunnen reguleren van agressie en boosheid
▪ Werken de hersenen van dit soort mensen dan anders wanneer gevraagd
wordt om dit soort emoties te reguleren? Psychopaten hielden hun woede
onbewust onder controle.
▪ Mogelijk gevolg: het regulerende hersengebied raakt uitgeput en komt niet
in actie wanneer het nodig is → behandeling moet meer focussen op hoe
daders de emotieregulatie op het juiste moment kunnen toepassen

Hoe kunnen we prosociaal gedrag stimuleren? Ga je antisociaal afremmen of prosociaal stimuleren?
Instellingen moeten een balans zoeken tussen het inperken van risico’s en het stimuleren van
prosociaal gedrag.

Biologische factoren
Genen, hersenen en hormonen kunnen een rol spelen in het ontstaan van extreem gedrag,
bijvoorbeeld verlaagd cortisol-gehalte. Cortisol en adrenaline sturen de fysiologische reactie op
stress aan. Adrenaline werkt snel en cortisol langzaam. Als er sprake is van constante stress,
produceert ons lichaam het stresshormoon cortisol waardoor HPA-as wordt gereguleerd. De HPA-as
fungeert als een feedback-loop: een adequate fysiologische stressreactie wordt gekenmerkt door een
stijging van het stresshormoon cortisol, maar ook door een snelle daling. Deze adequate
stressrespons is essentieel voor het reguleren van stress. Afwijkende stressreacties vormen een risico
voor allerlei psychische aandoeningen. Laag cortisol kan een biologische predispositie zijn, maar ook
ontwikkeld zijn wegens langdurige blootstelling aan psychologische stress. Vaak hebben kinderen
met een verstoorde stressrespons veel stress in hun kindertijd meegemaakt. Hierdoor kan het zijn
dat ze in reactie tot een constante hoge dosis cortisol in hun lichaam een lage dosis zijn gaan
aanmaken. Als gevolg van een lage cortisolproductie ervaren ze vaak minder angst en raken ze
ongevoeliger voor de consequenties van straf en angst. Dit hangt samen met passive avoidance
learning: kinderen leren op een passieve manier om de negatieve consequenties van hun gedrag te
ontwijken. Wanneer je als kind iets doet wat niet mag en je krijgt straf, dan leer je op een gegeven
moment dat bepaald gedrag straf kan opleveren en daardoor ga je op een passieve manier dat
gedrag ontwijken, omdat je het onprettig vindt om straf te krijgen. Kinderen met een laag

, cortisolniveau zijn ongevoelig voor deze negatieve consequenties van hun gedrag, waardoor ze
moeilijk te socialiseren zijn.
Er is onderzoek gedaan naar cortisol bij gewelddadige TBS’ers. Het cortisolniveau bij psychopathische
daders was lager dan bij niet-psychopathische daders en de “gezonde” controlegroep. Mogelijk
hangt het cortisolniveau dus samen met angst en (on)gevoeligheid voor negatieve consequenties van
gedrag. Er is alleen naar de baseline gekeken van het cortisolniveau, niet naar een stressreactie. Een
vervolgonderzoek ging hierop in. Dit werd gedaan door de Trier-taak: deelnemers moesten binnen
tien minuten een presentatie geven voor een klein publiek. Bij de meeste mensen roept dit stress op.
Wat werd gevonden? Bij de gezonde groep nam het cortisolniveau toe naarmate ze zich aan het
voorbereiden waren. Bij niet-psychopathische daders was een iets verminderd cortisolniveau gezien,
maar wel een stijging. Bij de psychopathische daders was helemaal geen stress-stijging en hadden ze
ook weer een lager cortisolniveau: ze leken dus ongevoelig voor de stressinductie.

Ook bij de prefrontale kwab in de hersenen lijkt een verband te zijn. Impulsieve daders en gezonde
deelnemers gingen in een MRI en moesten taakjes doen. Bij de impulsieve daders was de prefrontale
cortex minder actief. Volgens de frontal lobe theory zouden impulsieve daders daarom een
onderactivatie van de prefrontale hersenkwab hebben wat zou samenhangen met een gebrek aan
inhibitie waardoor er niet adequaat op de rem gestapt kan worden wanneer ze boos worden. Hangt
voornamelijk samen met een reactieve vorm van agressie en met mensen die een kort lontje hebben,
snel te provoceren zijn. De meer planmatige daders (zorgvuldige planning van agressiedaden) die
hadden juist een adequate prefrontale hersenkwab.
In een andere studie werd een ander resultaat gevonden: mensen die uit TBS waren maar die nog
langskwamen om herhaling te voorkomen werden in een MRI gelegd terwijl ze boos waren en blij
waren. Dit werd gedaan door een verhaal te lezen wat ze boos of blij moest maken en hier werden
vragen over gesteld om de emotie te induceren. In sommige gevallen moesten ze de emotie de vrije
loop laten (provocatie-situatie) en in andere gevallen zichzelf af te leiden van de emoties (regulatie-
situatie). De gewelddadige daders vertoonden een grotere activiteit in de prefrontale cortex in de
provocatie-situatie, terwijl bij de gezonde deelnemers de activiteit afnam. In de regulatie-situatie
(waarbij de prefrontale cortex nodig is), lieten de gewelddadige daders een verlaagde activiteit zien,
en de gezonde deelnemers een verhoogde. De daders bleken onbewust hun woede constant de
reguleren, want als ze mochten provoceren nam de activiteit toe en bij reguleren maar een hele
kleine afname.

Daarnaast kan een bepaalde variant van het Omega-gen bijdragen. In combinatie met de omgeving
kan dit tot agressie leiden. Dit blijkt ook uit het Diathese-stressmodel: sommige mensen, vanwege
hun biologische predispositie (oftewel diathese), vatbaarder zijn voor met name de negatieve
ervaringen in hun omgeving. Daartegenover staat de Differential Susceptibility Theory: met een
biologische vatbaarheid in combinatie met een positieve omgeving heb je een beter uitkomst dan
zonder deze biologische vatbaarheid.
In een studie van Caspi et al. wordt gerapporteerd dat een lage variant van het Omega-gen iemand
vatbaarder kan maken voor de ontwikkeling van agressie, maar met name wanneer deze opgroeit in
een omgeving van verwaarlozing.

Psychologische factoren
Psychologische factoren betreffen de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit, conduct disorder, callous
and unemotional traits (onverschillig-ongevoelig) en de ontwikkeling van een psychopathische en
antisociale persoonlijkheidsstoornis. Jongeren die in de jeugdgevangenis terechtkomen vanwege het
plegen van een strafbaar feit en ook gediagnosticeerd zijn met een psychische stoornis krijgen een
PIJ-maatregel opgelegd. Ongeveer 70% van de jongeren met een PIJ-maatregelen pleegt na vier jaar
weer opnieuw een strafbaar feit. En toch wordt de meerderheid met een PIJ-maatregel beter, als je
ze vergelijkt met jongeren die alleen een gevangenisstraf hebben gekregen. Terugval na behandeling:
- Binnen 9 jaar na TBS: 21% heeft terugval

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femke35. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added