Seminarium Gedragstherapie - Deeltoets 1 samenvatting 2022 - VU Amsterdam
38 views 2 purchases
Course
Seminarium Gedragstherapie
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Geintegreerde cognitieve gedragstherapie
Dit is een samenvatting over de stof voor de eerste deeltoets van het vak ‘seminarium gedragstherapie’ aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Het gaat hierbij om hoofdstuk 1, hoofdstuk 3 t/m 3.4 en hoofdstuk 10. Alle belangrijke stof uit deze hoofdstukken is samengevat.
Hoofdstuk 1, hoofdstuk 3-3.4 & hoofdstuk 10 (alle stop voor deeltoets 1 in week 2)
September 10, 2022
33
2022/2023
Summary
Subjects
seminarium
gedragstherapie
cognitive therapy
cgt
klinische pyschologie
2022
cognitieve gedragstherapie
vu
vrije universiteit
master klinische pyschologie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Master Klinische Psychologie
Seminarium Gedragstherapie
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
FabienneDenberg
Reviews received
Content preview
HOOFDSTUK 1
1.1 Twee vertrekpunten van geïntegreerde cognitieve gedragstherapie
1. Veel verschillende psychotherapie soorten en aparte psychotherapie-scholen/methodieken
is geen kracht & er moet op termijn een geünificeerde psychotherapie ontstaan waarbij
alle therapeuten handelen vanuit een breed geaccepteerd body of knowledge.
➢ Dit moet niet vanuit een samenvoeging, overeenkomsten of de beste
voortbrengingen van alle therapie-vormen, maar op basis van academische
wetenschap. Vervolgens kan er op basis van die kennis wel gebruik gemaakt
worden van procedures/interventies die binnen de verschillende psychotherapieën
zijn ontwikkeld met voorkeur voor evidence based methoden.
➢ CGT is het hart van de toekomstige geünificeerde psychotherapie (GPT) omdat:
o Het is het meest gelinkt aan academische psychologie.
o Indicatiegebied & toepassingsmogelijkheden in de GGZ zijn het breedst.
o Het de meest bewezen effectiviteit heeft.
➢ Geïntegreerde CGT (gCGT) moet als in een evolutie worden gezien en staat
liberaal over het gebruik van andere methoden zoals EMDR of IPT en moet zelfs
bereid zijn de eigen methode te laten gaan. Het enige criterium voor een methode
moet de bewezen effectiviteit zijn.
2. Psychotherapie moet worden beschouwd als een methode/werkwijze/procedure en
moet niet direct worden gezien als een apart vak dat is voorbehouden voor bepaalde
beroepsgroepen die zich daar wel of niet mee bezig zouden mogen houden. Vanwege de
wirwar van benamingen, bevoegdheden en kwalificaties levert dit discussies op en die
moeten elders worden gehouden.
1.2 Definitie psychotherapie
CGT (psychotherapie) is een proces waarbij een therapeut, op een transparante en met
de patiënt overeengekomen wijze, zo veel mogelijk in de wetenschappelijke (klinische)
psychologie verankerde en zo veel mogelijk effectief gebleken kennis en methoden
toepast om de emotionele en/of gedragsproblemen van de patiënt duurzaam en relevant
te reduceren.
➢ Proces
, o = Hetgeen dat zich afspeelt tussen patiënt en therapeut is meer dan alleen
een uitwisseling van vraag en advies. Verstandig advies is geen therapie.
o In therapie:
▪ Wordt de hulpvraag nader verkend m.b.v. diagnostische vragen.
(Diagnostische fase)
▪ Wordt het advies ingekleed in specifieke toelichting om toepassing
ervan te ondersteunen en stimuleren. (Advies/Interventie fase)
▪ Vindt er een evaluatie plaats van de resultaten. (Evaluatie fase)
▪ Wordt er mogelijk vervolgadvies gegeven.
➢ Transparant
o = De werkwijze van de therapeut is heeft geen geheimen.
o De therapeutische relatie is een hulpmiddel bij de behandeling met daarin
een balans tussen zakelijke deskundigheid (om verandering te kunnen
doorvoeren) en emotionele betrokkenheid (om die verandering adequaat te
stimuleren).
o Bij uitzondering gebruikt gCGT ‘paradoxale interventies’ waarbij het vooraf
niet duidelijk is wat de bedoelingen zijn van de handelswijze van de therapeut.
Dit is alleen in gevallen waarbij bij een meer congruente werkwijze weinig
symptoomverlichting wordt verwacht.
➢ Wetenschappelijke (klinische) psychologie
o = De methoden die de therapeut gebruikt zijn gebaseerd op kennis uit de
psychologische wetenschap die worden vertaald naar de praktijk.
o Dit kan lastig zijn, want experimenteel psychologische kennis is vaak:
▪ Gekwalificeerd: Bestaande inzichten gelden vaak alleen binnen
bepaalde randvoorwaarden.
▪ Tijdelijk: Inzichten worden geregeld vervangen door nieuwere.
• Twijfel, voorzichtigheid en nuance zijn dus nodig, maar urgentie
in de klinische situatie laat hier weinig ruimte voor vrije waardoor
er een spanningsveld tussen de kliniek en de wetenschap
ontstaat.
➢ Effectief
o = Het streven om zo veel mogelijk methoden toe te passen waarvan in
onderzoek is aangetoond dat ze werken.
o Er zijn therapeuten die dit bagatelliseren, omdat:
, ▪ De patiënten in studies zouden a-typische patiënten zijn.
▪ De gevonden effectiviteit zou een weerspiegeling zijn van de
voorkeuren van de onderzoekers.
➢ Emotionele en/of gedragsproblemen
o = Er is noodzaak dat er sprake moet zijn van lijden (door emotionele
problemen die als een ziekelijke stoornis zouden kunnen worden beschouwd)
zodat er grenzen aan inclusie en doelstellingen & voorwaarden aan ethiek en
bejegening kunnen worden gesteld.
o Hierom wordt dan ook gesproken van patiënt i.p.v. cliënt.
▪ Een cliënt zou je zonder gegronde redenen diensten kunnen weigeren
▪ Bij een patiënt zijn er strengere eisen rondom zorgzaamheid en
zorgvuldigheid.
o Tevredenheid van de behandeling omdat dan dat de patiënten met deze
stoornissen de behandelaar als positief ervaren.
1.3 Beknopte geschiedenis
De geschiedenis van moderne psychologie is aanvankelijk gekenmerkt door:
• Het naast elkaar bestaan van verschillende scholen die zich doorgaans in reactie op
elkaar hebben ontwikkelt & zelfstandig verder zijn geëvolueerd.
• Strijd en concurrentie tussen de verschillende scholen i.p.v. samenwerking.
De ontwikkeling van de moderne psychologie heeft 3 fases:
1. Beginfase (1900-1970)
➢ 1900: De moderne tijd begint pas echt na de omslag naar morele behandeling van
geestesziekten én de opkomst van psycho-analyse.
o Hierbij werd voor het eerst de beleving en ontwikkelingsgeschiedenis van de
patiënt centraal gesteld. Ook werd de patiënt-therapeut relatie waarde
toegekend.
o Echter keek de maatschappij niet of nauwelijks mee met het werkveld.
➢ 1950/1960: De cliëntgerichte psychotherapie en gedragstherapie kwamen als
serieuze concurrenten naar voren. Dit gebeurde vanwege:
o Toenemende onvrede over psycho-analyse
o Groeiende invloed van psychologen binnen de GGZ
o Groeiende emancipatie van de maatschappij
▪ Therapie moest dus toegankelijker worden & psycho-analyse was
hiervoor te langdurig, intensief en kostbaar.
, ▪ Hierdoor ontwikkelde zich cognitieve therapie, systeemtherapie en
gestalttherapie als belangrijke therapiescholen naast nog een tal
andere varianten.
▪ Hierdoor & door Eysenck’s bewering dat de effectgrootte van
inzichtgevende psychotherapie niet spontaan herstel te boven ging
terwijl gedragstherapie wel effectief was, begon de strijd pas echt.
❖ Psychotherapeuten: “Gedragstherapie beschouwt patiënten
als lab ratten waarbij alleen symptomen kunnen worden
verschoven!”
❖ Gedragstherapeuten: “Inzichtgevende therapeuten werken
met onwetenschappelijke theorieën en geven alleen inzicht
wat nauwelijks relevant klachten vermindert!”
▪ Echter bleken in de meeste onderzoeken beide therapie-vormen even
effectief te zijn. Dit is in lijn met het dodo-verdict waarbij alle vormen
effectief zijn. —> CGT heeft nu ook alleen een machtspositie vanwege
de overdaad aan kwalitatief sterke effectstudies.
2. De consolidatiefase (1970-200)
➢ Overeenkomende effectiviteit leidde tot 2 soorten opvattingen:
o 1: De common-factors theorie, waarbij de vergelijkbare effectiviteit zou
komen door factoren die alle therapieën gemeen zouden hebben op basis van
de volgende ingrediënten.
▪ De intense en vertrouwelijke relatie waarbij er een zekere
afhankelijkheid ontstaat van de behandelaar.
▪ De officiële context van de therapie waarbij de verwachting is dat
genezing plaats zal vinden.
▪ Het verloop van de therapie gaat volgens een klachten-verklarende
rationale die geloofwaardig is voor de patiënt.
▪ Het gebruik van een procedure/ritueel dat daarop doorgaat en actieve
inzet vraagt van patiënt en therapeut.
❖ Deze theorie kreeg pas invloed bij de opkomst van moderne
integratieve psychotherapie: Deze benadering wil werken
vanuit een school-overstijgend perspectief waarbij steeds die
methoden worden ingezet die op dat moment passen bij de
problematiek van de patiënt.
o 2: Complementariteit van psychotherapieën, waarbij de passendheid van
de benadering zou afhangen van de patiënt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabienneDenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.