Samenvatting Accounting
College 1
Hoorcollege
- Accounting: Information system that measures business activities, processes the information into
reports, and communicates the results to decision makers.
o Financial Accounting: External users.
o Managerial accounting: Internal decisions.
- Generally Accepted Accounting Principles (GAAP): Guidelines that govern accounting. Based on a
conceptual framework.
o Relevant: The information allows users to make a decision.
o Faithfully Representative: The info is complete, neutral, and free from material error.
- The accounting Equation: This must ALWAYS be in balance.
Assets=Liabilities+ Equity
Hoofdstuk 1
- Accounting: Informatiesysteem dat de bedrijfsactiviteiten meet, de informatie verwerkt in
rapporten, en het resultaat communiceert naar de beslissers. Dit is de taal van het bedrijf.
- Accounting bestaat uit twee grote velden:
o Financial accounting: Levert informatie voor externe beslissers, zoals investeerders,
kredietverstrekkers, klanten en de federale overheid.
o Managerial accounting: Informatie voor interne beslissers, zoals de managers en
werknemers van het bedrijf.
- Accountants in de twee grote velden:
o Certified Public Accountants (CPA): Gediplomeerde professionele accountants die het
algemene publiek bedienen.
o Certified Management Accountants (CMA) : Gediplomeerde professionals die
gespecialiseerd zijn in accounting en financiële managementkennis. Ze werken over het
algemeen maar voor één bedrijf.
- Creditor: Een persoon of bedrijf waaraan een bedrijf geld verschuldigd is.
- Certified Public Accountants (CPAs): Gelicensieerde professionele accountants die het algemene
publiek dienen.
- Certified Management Accountants (CMAs): Gecertificeerde professionals die gespecialiseerd zijn
in accounting en financiële management kennis. Ze werken vaak voor één bedrijf.
- Financial Accounting Standards Board (FASB): Een private organisatie die de creatie en bestuur
van accountingstandaarden beheert in de Verenigde Staten.
- Securities and Exchange Commission (SEC): Overheidsinstelling die de financiële markt in de
Verenigde Staten beheert.
- Generally Accepted Accounting Principles (GAAP) : Richtlijnen voor accounting die geformuleerd
worden door de FASB. Dit is dus het algemene regelboek voor accounting in de Verenigde Staten.
- GAAP rust op een conceptueel framework die de doelen, karakteristieken, elementen en
implementatie van financiële statements identificeert en de acceptabele accounting praktijken
creëert.
- Het hoofddoel van financiële rapportering is informatie voorzien die nuttig is voor het maken van
beslissingen op het gebied van investeringen en kredietverlening. Daarom moet deze
rapportering een goede representatie van het bedrijf zijn.
,- Economic Entity Assumption: Een organisatie staat apart als een gescheiden economische unit.
Dit vereist dat elke organisatie gescheiden moet zijn van andere organisaties en de eigenaar.
- Manieren waarop een bedrijf georganiseerd kan zijn:
- Cost principle: Een principe dat zegt dat verworven assets en services opgenomen moeten
worden tegen hun actuele kosten.
- Going Concern Assumption: Aanname dat de entiteit zal blijven bestaan voor de voorzienbare
toekomst. Zo gaat men er dus vanuit dat een bedrijf de bestaande resources zal gebruiken voor
hun voorgenomen doel.
- International Financial Reporting Standards (IFRS): Set van wereldwijde (meer dan 120 landen)
accounting richtlijnen, geformuleerd door de IASB.
- International Accounting Standards Board (IASB): De private organisatie die de creatie en bestuur
van de IFRS overziet.
- Audit: Een onderzoek van de financiële statements en archieven van een bedrijf door een
onafhankelijke accountant. Er wordt gekeken of er een goede afbeelding van de financiële
situatie van het bedrijf wordt gegeven. Dit zorgt ervoor dat een bedrijf geen informatie achter
houdt als dat beter voor het bedrijf zou zijn. (It provides a relevant and faithful representation.)
- Sarbanes-Oxley Act (SOX): Vereist van bedrijven om interne controle te beoordelen en
verantwoordelijkheid te nemen voor de nauwkeurigheid en compleetheid van de financiële
rapporten. (Dit was een reactie op het Enron en WorldCom reporting schandaal.)
- Accounting Equation: De basis van accounting, die de resources van het bedrijf meet en de
claims naar deze resources.
Assets=Liabilities+ Equity
'
Assets=Liabilities+(Owne r s capital−OwnersWithdrawals+ Revenues−Expenses)
o Assets: Activa. Economische resources waarvan verwacht wordt dat ze voor winst zorgen in
de toekomst. Dat waarvan het bedrijf de eigenaar is of controle over heeft.
o Liabilities: Schulden/passiva.
o Equity: Eigen vermogen.
Owner’s Capital: Bijdrage van de eigenaar aan het bedrijf.
Owners Withdrawals: De betalingen van het eigen vermogen aan de eigenaar.
Revenues (opbrengst/omzet): Hoeveelheid verdient door het leveren van goederen
of services aan klanten.
Expenses (uitgaven): De kosten voor het verkopen van goederen of services.
,- Net income: Resultaat van operations dat ontstaat als de totale opbrengsten groter zijn dan de
totale uitgaven.
- Net loss: Het resultaat van operations dat ontstaat als de totale uitgaven groter zijn dan de totale
opbrengsten.
- Transaction: Een gebeurtenis die effect heeft op de financiële positie van het bedrijf en
betrouwbaar gemeten kan worden in geldhoeveelheid.
- Accounts Payable: Een korte-termijn schuld die betaald zal worden in de toekomst.
- Accounts Receivable: Het recht om cash in de toekomt van klanten te ontvangen voor verkochte
goederen of geleverde services.
- Financial Statements: Bedrijfsdocumenten die gebruikt worden om de benodigde informatie te
communiceren om bedrijfsbeslissingen te maken. Deze vier Financial Statements worden in de
volgende volgorde bereid:
1. Income statement: Rapporteert de netto winst of verlies van het bedrijf over een specifieke
periode. Dit gebeurt door de inkomsten en uitgaven te rapporteren.
2. Statement of Owner’s Equity: Laat de veranderingen in eigen vermogen zien over een
specifieke periode. Eerst de inkomsten, dan de uitgaven. Bij deze inkomsten horen de
bedragen die af en bij zijn geschreven door de eigenaar en de winst/verlies.
3. Balance Sheet: Rapporteert de activa (assets), schulden en eigen vermogen van het bedrijf
op een specifieke dag.
4. Statement of Cash Flows: Rapporteert de cash inkomsten en uitgaven over een specifieke
periode. Eerst de inkomsten en uitgaven van de operating activities, dan van de investing
activities en als laatste van de financing activities.
- Return on Assets (ROA): Meet hoe winstgeven een bedrijf zijn assets gebruikt.
Net income
Return on Assets ( ROA ) =
Average total assets
Hoofdstuk 2
- Account: Gedetailleerd verslag van toename en afname die is voorgekomen in een individuele
activa, schuld of eigen vermogen gedurende een specifieke periode.
- Assets/activa:
o Cash: Geld van een bedrijf, inclusief bank, rekeningen, munten en checks.
o Accounts Receivable: De belofte van een klant om in de toekomst voor een verkocht goed
of service te betalen.
o Notes Receivable: Een geschreven belofte dat een klant een bedrag zal betalen inclusief
interest (rente) op een bepaalde datum in de toekomst.
o Prepaid Expenses: Een betaling voor een uitgave van tevoren.
o Equipment, Furniture, and Fixtures: De kosten van inrichting, meubilair, enz.
o Building: Kosten van een gebouw.
o Land: Kosten van land dat een bedrijf gebruikt voor operations.
- Schulden/passiva:
o Accounts Payable: Een belofte gemaakt door het bedrijf om een schuld te betalen in de
toekomst. Dit is dus een aankoop met interest.
o Notes Payable: Een geschreven belofte gemaakt door het bedrijf om een schuld te betalen
in de toekomst, vaak met interest.
o Accrued Liability: Een hoeveelheid waarvan men weet dat men het bedrag verschuldigd is,
maar de rekening nog niet van is betaald, zoals Taxes Payable, enz.
o Unearned Revenue: Een schuld die gecreëerd wordt als een bedrijf van tevoren geld van
klanten krijgt voordat een goed of service geleverd wordt.
, - Equity / eigen vermogen:
o Capital: De netto bijdrage van de eigenaar in het bedrijf.
o Owner’s Withdrawals: Distributie van cash of andere middelen aan de eigenaar.
o Revenues: Inkomsten die resulteren uit het leveren van goederen en diensten aan klanten.
o Expenses: Kosten van het verkopen van producten of services.
- Chart of Accounts: Lijst van alle rekeningen (op de balans) van een bedrijf met hun nummer.
- Ledger: Grootboek. Hierin staan alle rekeningen van een bedrijf, de veranderingen erin en hun
balans.
- Double-entry system: Een system van accounting, waarin elke transactie invloed heeft op
tenminste twee accounts.
- T-account: Een samenvattingsmiddel dat gevormd is als een grote T, waarbij inkomsten links en
uitgaven rechts worden weergegeven.
o Debet: Linkerzijde van de T.
o Credit: Rechterzijde van de T.
- Normal balance: De balans die voorkomt op de verhogende kant van het account.
- Trail balance: Lijst van alle rekeningen van de balans op een bepaald
moment. Dit is onder elkaar gezet.
- Source Document: Geeft het bewijs en data voor een acccounting
transactie.
- Journal: Een document met transactie in volgorde van datum.
- Posting: Omzetting van data van het journal naar het
ledger/grootboek.
- Trial Balance: Lijst van alle grootboekaccounts met hun balans op dat
moment op een bepaald punt in de tijd.
- Debt ratio: Laat het proportie activa ziet dat gefinancierd is met
schuld. Lager dan 60% is veilig.
Total liabilities
Debt ratio=
Total assets
College 2
Hoorcollege
- Accounting equation: Assets=Liabilities+ Equity
o Aan de linkerkant van deze equation: Als de Assets toenemen boeken we dat aan de
linkerkant, dus debet. Nemen Assets af, dan boeken we dit credit.
o Aan de rechterkant van deze equation: Als de Liabilities en Equity toenemen boeken we dit
aan de rechterkant, dus credit. Als deze twee afnemen debiteren we dat.
- Accounting: Collecting, processing and distributing financial information in order to make
decisions.
- Two systems in Accounting:
o Cash Basis: Revenue is recorded when cash is received. Expenses are recorded when cash is
paid. Not allowed under GAAP.
o Accural Basis: Revenue is recorded when it is earned. Expenses are recorded when
incurred. Generally used by larger businesses.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maurits3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.