100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rechtsgeschiedenis werkgroepopdrachten en werkcollege uitgewerkt $4.27
Add to cart

Summary

Samenvatting Rechtsgeschiedenis werkgroepopdrachten en werkcollege uitgewerkt

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een document van met een uitwerking van de werkgroepen en de werkcolleges.

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • Unknown
  • September 10, 2022
  • 38
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Werkgroep Causaal verband week 1




Vraag 1
Ofilius is een collega van Ulpianus.
Wat zijn de relevante feiten van de casus?
Iemand heeft een paard laten schrikken waardoor de slaaf in de rivier is gevallen.

Paard laten Actio in factum
schrikken waarop
de slaaf reed


Slaaf is
omgekomen




Slaaf is gelokt door de
een in een hinderlaag Actio in factum
en hierdoor door de
ander zijn gedood


Lex aquilo; Opzet nodig? Nee niet perce nodig
Deze handeling is geen handeling waarmee je een slaaf dood. In eerste instantie is het het paard die
een ander dood. Paard kon er niks aan doen wan die werd aan het schrikken gemaakt, je handeling
is te weinig om te spreken van doden er is geen sprake van causaal verband. Je kon kiezen uit a.
doden b. jij hebt hem gedood c.
Actio in factum

Vraag 2

,Wat is de rechtsvraag?
Er is geen rechtsvraag

Uit de oplossing:
Wanneer moet een actio in factum worden gegeven?

Vraag 3
Wat is de oplossing die de tekst geeft?
Oplossing is dus een actio in factum geven
Tentamen
4 open vragen uitwendige geschiedenis
5 open vragen inwendige geschiedenis onrechtmatige daad

Uitwendige en inwendige rechtsgeschiedenis



Inwendige rechtsgeschiedenis;
L&G: Aan de hand van een fundamenteel vraagstuk uit het aansprakelijkheidsrecht wordt getracht
de geschetste uitwendige geschiedenis te illustreren en tot leven te brengen. Hoe ontwikkelt zich de
regeling van de dee an de onrechtmatige daad. Op deze manier kan je ook bepalen hoe de vereisten
van overdracht zich ontwikkelen. Overdracht is verschillend in FR en NL
Begrippen: leerstukken, rechtsnormen, rechtsregels de rechtsnormen

Uitwendige:
L&G: Bij de uitwendige rechtsgeschiedenis wordt er ingegaan op de rechtswetenschap en de
rechtspraktijk (jurisprudentie, gewoonterecht, rechtsvraag). De rechtspraktijk wordt aangevuld door
de rechtswetenschap.
Begrippen: Buitenkant van de wetgeving, regels van de wetgeving, jurisprudente, regels van de
jurisprudentie en ondersteunend de rechtswetenschap.

Proefschrift 1: Caput II van de lex Aquilia in 1829; uitwendig. Lex aquilia kent drie artikelen. Artikel 1
(caput I). Caput II is onbekend volgen Justinianus. In 1800 vonden ze een boek met wat de regels zijn
van Caput II. Dus hier heb je het over de uitwendige rechtsgeschiedenis
Proefschrift 2: Caput II van de lex aquilia/ Gaius over de medecrediteur; inwendig. Leerstuk dus
inwendige rechtsgeschiedenis. Dit staat in het boek




Tentamenvraag: Welke van de twee is inwendig en welke is uitwendig?

Proefschrift 1: Caput II van de lex Aquilia in 1739

,Begrip inwendig: ziet op de rechtsregels en de rechtsnormen. Geschiedenis van bijvoorbeeld de
onrechtmatige daad wordt beïnvloed door de economische omstandigheden in de 19e eeuw.
Antwoord docent: Hoe ontwikkelt zich de regeling van het idee van de onrechtmatige daad. (Ook
hoe ontwikkelt zich de vereisten van overdracht, want de vereisten van overdracht is in elke land
anders, hoe heeft dit verschil zich ontwikkelt. Ook kan je je afvragen hoe de wetenschap zich
ontwikkeld en hoe worden deze factoren beïnvloed door de economische geschiedenis.

Caput II is onbekend volgen Justinianus. In 1800 vonden ze een boek met wat de regel is en konden
ze afvragen wat de leerstuk was bij die regel. Voor 1800 hebben we te maken met de reconstructie
van de regelgeving, terwijl we niks weten over leerstuk. Bij het leerstuk heb je het over uitwendige
rechtsgeschiedenis. Als je eenmaal weet wat het leerstuk is dan weet je ook wat regel is in Caput II is
behandeld en heb je het over inwendige rechtsgeschiedenis.

Proefschrift 2: Caput II van de lex aquilia/ Gaius over de medecrediteur in 1829

Begrip uitwendig: Ziet op het proces in de zin van ontwikkeling, bronnen.




Studievragen week 1

1. Van wanneer dateert het Corpus iuris civilis (33–37)?
De codificatie van Justinianus dateert van 533-534.

2. Waarom liet Justinianus het recht opnieuw vastleggen (26–27)?

Keizerlijke recht (leges)
De belangrijkste rechtsbronnen waren toen der tijd de constituties. Constituties zijn afkomstig van
de keizer en diens kanselarijen. Alle keizer tot en met Justinianus hadden het recht verder
ontwikkeld door middel van nieuwe constituties. De keizers van Oost-Romeinse Rijk en het West-
Romeinse rijk zenden elkaars constituties. Hierdoor ontstonden er verschillen in de constituties.
Bepaalde constituties werden niet afgekondigd of er werden wijzigen in gebracht. Daarnaast waren
er duizenden verschillende keizerlijke constituties. De keizerlijke constituties waren verouderd en
niet overzichtelijk geordend.

, Juristenrecht (ius)
Naast het leges bestond er ook het oude juristenrecht. Dit juristenrecht was overgeleverd in
geschriften van juristen van 0-300.

De romeinse wetgeving bestond dus zowel uit het keizerlijke recht als het oude juristenrecht. Men
wou bestaand materiaal verzamelen, bewerken en ordenen. Het was geen een keizer gelukt het
juristenrecht als het keizerlijk recht te codificeren behalve Justinianus. De eerste poging om het oude
juristenrecht te ordenen bestond in de citeerwet (lex citandi). Deze werd uitgevaardigd door
Theodosius. In 438 werd er een poging gedaan om het keizerrecht te ordenen door Theodosius ot
het Codex Theodosianus.

Antwoordmodel: Een nieuwe codificatie hoorde bij het ideaal van Justinianus van één rijk, met één
recht en één godsdienst (26). De keizerlijke constituties waren deels verouderd en niet overzichtelijk
geordend. De Codex Theodosianus uit 438 was verouderd. Het juristenrecht was voor Justinianus’
tijd nooit geordend. De lex citandi had alleen aangegeven dat van vijf juristen uit de klassieke tijd de
adviezen bindend waren (27).

3. Uit welke onderdelen bestaat deze codificatie (29, 38)?
Het recht bestond uit het juristenrechte n uit het keizerlijke recht. Justinianus wou het recht volledig
codificeren. Dit heeft geleid tot een drietal teksten:
1. De codex
2. De instituten
3. De Digesten

Novellen
Na het uitvaardigen van bovengenoemde teksten ging Justinanus door met het afkondigen van
nieuwe constituties; novellen. Deze behoorden niet tot het Corpus Iuris
4. Beschrijf het karakter van elk van deze onderdelen (29, 33–37).
Codex vetus
Justinianus begon met het ordenen van het keizerlijke recht. Na de Codex Theodosianus waren er
nieuwe constituties uitgevaardigd. Justinanius stelde een commissie samen om een compliatie te
maken van de eerste versie van het Codex Vetus. Commissie moest leges verzamelen en
samenvatten in 1 Codex. In 529 kon de codex worden afgekondigd.

Antwoordmodel: De Codex is een compilatie van keizerlijke constituties

Digesten
Justinianus gaf de hoofd van de commissie Tribonianus de opdracht om een het juristenrecht te
codificeren. De commissie werd belast met de taak om teksten te verzamelen, herhalingen en
tegenstrijdigheden te verwijderen en de teksten aan te passen aan de veranderde
rechtsopvattingen. De commissie gebruikte bij het samenstellen van de Digesten 200
juristengeschriften.

Antwoordmodel: de Digesten een compilatie van het oude juristenrecht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karimam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27
  • (0)
Add to cart
Added