100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting afpf blok 3 $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting afpf blok 3

3 reviews
 54 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Alle leerdoelen voor afpf van blok 3 uitgewerkt. Alle leerdoelen staan eerst beschreven en vervolgens zijn deze overzichtelijk en begrijpelijk uitgewerkt door de literatuur en powerpoints

Preview 4 out of 47  pages

  • September 10, 2022
  • 47
  • 2021/2022
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: rikvantklooster • 1 month ago

review-writer-avatar

By: tanha123 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: noudfranken • 1 year ago

avatar-seller
Casus 1: Onno
De functies van de pleura beschrijven
Pleura: gesloten zak van sereus membraam (1 voor elke long)
- Pleura visceralis (of pulmonalis): bedekt elke kwab en de fiscuren tussen de kwabben in
- Pleura parietalis: zit aan de binnenkant van de borstwand en het diafragma
- Pleuraholte: ruimte zonder lucht maar met pleurale vloesitof die ervoor zorgt ddat de
beweging van de longen tijdens de ademhaling zinder wrijving soepel verloopt
Functie: beschermen van de longen, tegengaan van inklappen van de longen bij uitzetting (ademen)

De pulmonale bloedtoevoer beschrijven
Bloedtoevoer van de longen
Longslagader is zuurstofarm, van het hart af
Arteria pulmonalis: longslagader, zuurstofarm
Vena pulmonalis: longader, zuurstofrijk
Arteria bronchialis: bronchusslagader, zuurstofrijk
Vena bronchialis: bronchusader, zuurstofarm

Bloedvaten lopen langs de longilius en volgen de bronchiaalboom
Rechterventrikel – truncus pulmonalis – arteria pulmonalis (dextra en sinistra) – arteriolen rond de
capillairen – diffusie – capillairen rond de alveoli worden venulen – venae pulmonalis – linker atrium

Externe respiratie: met het buitenmilieu (in de longen)
Interne respiratie: met het binnenmilieu (in de weefsels)

De invloed van het autonome zenuwstelsel op de gladde spiercellen van de bronchiolen uitleggen
Sympathische zenuwstelsel: in actie. De sympathische innervatie van de gladde spieren heeft
bronchodilatatie tot gevolg. Als je gaat inspannen heb je meer longcapaciteit nodig en zal het
verwijden.
Parasympatische zenuwstelsel: in rust, niet zoveel zuurstof nodig dus constrictie van de bronchiën
(bronchoconstrictie).
In rust, pauze, is het parasympatische zenuwstelsel actief. Deze zorgt voor bronchoconstrictie.

De normale ademfrequentie in rust benoemen
Normale ademfrequentie
Volwassenen: 12-20 ademhalingen per minuut
Jonge kinderen: 20-25 ademhalingen per minuut
Zuigelingen: tot 40 ademhalingen per minuut

Een definitie geven van de termen compliantie, elasticiteit en luchtwegweerstand
Elasticiteit: vermogen van de long om weer de oorspronkelijke vorm aan te nemen na elke
ademhaling
Compliantie: hoeveelheid spanning die nodig is om alveoli op te blazen, surfactant verlaagt de
oppervlaktespanning
- Gezonde long is rekbaar (compliant), hoe minder compliant de long hoe meer inspanning
nodig om de long op te blazen
Luchtwegweerstand: wat is het effect op de inspanning van een hogere luchtweerstand. Als dit
toeneemt is er meer ademinspanning nodig om de longen te vullen

De voornaamste longvolumes en longcapaciteiten beschrijven
Ongeveer 15 ademhalingen per minuut
Terugvolume (TV): lucht die in en uit de longen stroomt tijdens iedere ademhaling (ongever 500ml)

,Inspiratoire restvolume (IRV): extra lucht die wordt geïnhaleerd tijdens
maximale inspiratie
Expiratoire reservevolume (ERV): lucht die uit de longen gedreven wordt tijdens
maximale expiratie
Residiaal volume (RV): lucht die in de longen achterblijft na gedwongen
expiratie


Het onderscheid tussen het kleincellig en niet-kleincellig longcarcinoom benoemen
Kleincellig: verandering in de kleine cellen
- Verspreid makkelijker omdat de kleine cellen overal makkelijk doorheen kunnen
- Ontstaat sneller en de tumorcellen delen zich sneller
- Hogere mortaliteit, Slechtere prognose
- 20% van de mensen met longkanker heeft deze vorm
- Tumorcel is kleiner dan de oorspronkelijke cel
- Vaak al gemetastaseerd als het wordt gediagnosticeerd
Niet-kleincellig:
- Betere overlevingskans
- 80% heeft deze vorm
- Tumorcellen zijn groter of even groot als de oorspronkelijke cellen
- Tumorcellen delen langzaam

De definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling,
complicaties, prognose en preventie van longkanker beschrijven
Longkanker (longcarcinoom) is een kwaadaardige aandoening van het weefsel in de longen.
Risicofactoren: roken, meeroken, blootstelling aan schadelijke stoffen (asbest, straling), genetische
factoren en andere longziekten zoals COPD.
Etiologie: in 85% van de gevallen komt het door roken. Tabaksrook bevat veel chemische stoffen die
kankerverwekkend zijn. Bij de mensen die niet roken komt het vaak door mutaties in het DNA.
Pathofysiologie: het DNA van de cellen in de longen verandert door langdurig inademen van
carcinogene stoffen. Door deze mutaties kunnen kankercellen ontstaan. Longtumoren kunnen de
luchtwegen vernauwen en zorgen voor obstructie van de bronchiën. Sputum hoopt zich dan io in het
achterliggende longweefsel waardoor een infectie kan ontstaan die lastig te behandelen zijn.
Tumoren kunnen ook bloedvaten in de longen aantasten waardoor de patiënt bloed ophoest
(hemoptoë).
Longkanker kan lymfogeen metasteren naar regionale lymfeklieren, zoals in het mediastinum en
hematogeen naar onder andere de lever, botten en hersenen.
Symptomen: ontstaan geleidelijk. In het begin zijn er nauwelijks symptomen. Als het op basis van de
symptomen ontdekt wordt is de kanker vaak al in een vergevorderd stadium. Latere symptomen zijn
vaak het gevolg van obstructie van de luchtwegen of uitbereiding van de kanker.
- Specifieke symptomen: hardnekkige en langdurige prikkelhoest, hemoptoë, wheezing en
kortademigheid, pijn op de borst, pijn in de rug of schouderregio en zwelling van nek en/of
gezicht
- Algemene symptomen van kanker: koorts, vermoeidheid, verminderde conditie, gebrek aan
eetlust en gewichtsverlies zonder duidelijke aanleiding
- Symptomen van metastasen: misselijkheid, (bot)pijn, fracturen en neurologische
verschijnselen
Diagnostiek: anamnese en lichamelijk onderzoek is niet specifiek genoeg. Er is aanvullend onderzoek
nodig om longkanker vast te stellen en te bepalen om welk soort en welk stadium het gaat.
Diagnostisch onderzoek:
- CT-scan
- MRI-scan

, - X-thorax
- Bronchoscopie
- Cytologisch en histologisch onderzoek middels biopt
Stadiëringsonderzoek:
- MRI-hersenen
- PET-scan hele lichaam
- Echo bovenbuik
- Botscintigrafie
Behandeling:
Beginstadium: operatie met postoperatieve chemo of radiotherapie
Latere stadia: palliatieve behandeling met combinatie van chemo-, radio-, en immuuntherapie.
Endobronchiale therapie is minder invasief dan opereren en heeft een beter behoud van longfunctie.
Dit wordt palliatief en curatief ingezet. Via de bronchoscoop wordt de tumor verwijderd,
weggebrand of bestraald.
Vitale functies die belangrijk zijn om te monitoren:
- Ademhalingspatroon
- Polsfrequentie
- Gebruik van hulpademhalingsspieren
- Ademfreqeuntie
- Bloeddruk
- Saturatie
- Pijn
Complicaties: pneumonie door obstructie van de longen, aantasting van de n. laryngeus recurrens
met heesheid tot gevolg, aantasting van de vena cava superior leidt tot stuwing in gezicht en nek,
aantasting van de slokdarm leidt tot slikklachten, aantasting van het diafragma geeft
ventilatieproblemen, ingroei in de pleuraholte veroorzaakt pleuritis carcinomatosa met pleuravocht
met dyspneu tot gevolg.
Prognose: gemiddelde 5jaaroverlevingskans is 17%. De overleving varieert sterk per stadium en is
voor niet-kleincellige longcarcinomen beter dan van kleincellige longcarcinomen.
Preventie: stoppen met roken, vermijden van meeroken en vermijden van blootstelling aan
carcinogene stoffen

Specifieke (voor)zorgen bij toepassing van farmacotherapie bij kinderen verklaren
De farmacokinetiek beschrijft de processen waaraan een stof in het lichaam wordt onderworpen =
wat het lichaam doet met het geneesmiddel
De farmacodynamiek is een begrip uit de farmacologie. Het beschrijft de wijze waarop, en
werkingsmechanismen waarmee de effecten van een toegediend geneesmiddel aan het lichaam tot
stand komen. = wat het geneesmiddel doet met het lichaam

Wat zijn de vier farmacokinetische factoren?

 Absorptie is het proces waarbij een stof vanuit de toedieningsplaats in de bloedbaan
terechtkomt .
 Distributie is de verdeling van stoffen over het lichaam.
 Metabolisme is de chemische omzetting van de stof in metabolieten.
 Excretie is de eliminatie van de stof uit het lichaam.

Waarom is de absorptie van orale geneesmiddelen anders bij kinderen dan bij
volwassenen? Andere zuurgraad, darmflora, maaggeleidingssnelheid, gastro intestinale doorbloeding

Waarom is de absorptie van geneesmiddelen toegediend via de huid anders bij kinderen

, dan bij volwassenen? Relatief groot oppervlak vergeleken met lichaamsgewicht en dunnere huid
Noem 1 factor waardoor de distributie van geneesmiddelen anders is bij kinderen dan
bij volwassenen. Het verdelingsvolume is anders door ander vetpercentage, lager plasma-
eiwitbinding dus hoge concentratie geneesmiddelen beschikbaar dus toegenomen effect
Pasgeborenen en jonge kinderen kunnen nog geen pillen slikken. Op welke manieren
kun je toch geneesmiddelen toedienen bij deze groep? Inhalatie, infuus, huid (pleister), drankje,
rectaal
De informatie over het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen is beperkt. Dit komt
omdat er veel minder geneesmiddelenonderzoek wordt gedaan bij kinderen dan bij
volwassenen. Waarom zou dit zo zijn? Strenge wetgeving en hoge kosten, noodzaak tot informatie

De functies van de tranchea tijdens ademhaling uitleggen
Tranchea = luchtpijp: verlening van de larynx
1. Het tracheaal kraakbeen houdt de trachea permanent open en de zachte weefselbanden
tussen het kraakbeen bieden flexibiliteit
2. Mucociliair transport zorgt ervoor dat trilharen van het slijmvlies synchroon en regelmatig
bewegen waardoor slijm met deeltjes naar de larynx
wordt gedreven
3. Opwarming, bevochtiging en filtering. De lucht is al
wel verzadigd en po tempratuur maar dat proces
gaat door
4. Hoestreflex, zenuwuiteinden in de larynx, tranchea
en stambronchi zijn gevoelig voor irritatie

De luchtweg in de bronchiale bom benoemen in volgorde
van afnemende grootte
Trachea – linker/rechter stambronchus, bronchus lobaris,
bronchus segmentalis, bronchiaal kraakbeen, bronchiolen,
lob, ductulus alveolaris, alveoli. Bij geleidende luchtwegen
(bredere passages) is de wand te dik voor gaswisseling.

De linkerlong is kleiner dan de rechter omdat het hart
ruimte inneemt

De locatie en globale anatomie van de longen en de
pleurae beschrijven
Mediastinum bevat het hart, grote bloedvaten, tranchea,
rechter en linker stambronchus, oesophagus, lymfeklieren,
lymfevaten, zenuwen, thymus en oesophagus
- Ruimte tussen beide longen in die ventraal begrens wordt door het borstbeen en dorsaal door
de wervelkolom
Longhilus: het driehoekig gebied dat de longen innemen
- Poort voor primaire bronchus, arteria pulmonalis, zenuwen, lymfevaten
Pleura: gesloten zak van een membraan voor elke long wat de long scheidt van de borstholte
- Het vlies ligt in 2 lagen om de long heen en de ruimte ertussen heet de pleuraholte
- Beide pleurabladen liggen tegen elkaar aan met de pleuraholte ertussen
- Pleuraholte bevat pleuravocht wat de pleurabladen smeert
- De druk in de pleuraholte is negatief: de intra pleurale druk
Longen bestaan uit bronchiën en kleinere luchtwegen: alveoli, bindweefsel, bloedvaten, lymfevaten
en zenuwen
- Longen komen tegen de wand van de thorax (borstholte) aan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VPKstudentHU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  4x  sold
  • (3)
Add to cart
Added