100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting klinisch redeneren leerpakket1/leerjaar 1 Avans Hogeschool $8.68   Add to cart

Summary

Samenvatting klinisch redeneren leerpakket1/leerjaar 1 Avans Hogeschool

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je alle toetsstof die je dient te kennen voor de klinisch redeneren toets in je eerste leerjaar van HBO-V. Succes met leren!

Preview 4 out of 47  pages

  • September 11, 2022
  • 47
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Klinisch redeneren & AFP – Leerjaar 1 – Leerpakket 1

Klinisch redeneren

Werkgroep 1
Leerdoelen
• De student kan verwoorden wat er onder het nieuwe concept van gezondheid van
Machteld Huber verstaan wordt.
• De student is in staat de eigen gezondheid in kaart te brengen met behulp van het
scoringsinstrument ‘Positieve gezondheid’.
• De student heeft oriënterend kennis gemaakt met de competentiegebieden van de
hbo-verpleegkundige en kan de rollen die in dit leerpakket centraal staan benoemen.
• De student is in staat eenvoudige verpleegkundige interventies te ordenen onder de
CanMEDS-rollen zorgverlener, communicator en gezondheidsbevorderaar.

Gezondheid; Machteld Huber
‘Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht
van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.’


Deze relationele en dynamische omschrijving biedt een alternatief voor de statische definitie
van de WHO. In de nieuwe definitie staat de mens centraal en niet de ziekte. Patiënten
voelen zich positief aangesproken op hun kracht. Een negatief aspect vinden de
respondenten dat het nogal wat van mensen vraagt. Huber benadrukt dat ziekte gewoon
moet worden behandeld. ‘Maar op zo’n manier dat iemand er goed mee kan leven en
tevreden is.

Positieve gezondheid →

CanMEDS-rollen
Organisator, gezondheidsbevorderaar,
communicator, professional en
kwaliteitsbevorderaar, reflectieve professional en
samenwerkingspartner.

Communicator: patiënten hebben regie over en
verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en
gezondheid, binnen de mogelijkheden en
omstandigheden van elk individu afzonderlijk.

Van de verpleegkundige vraagt dit een goed inschattingsvermogen van de
informatiebehoefte die de patiënt heeft. Zij houdt in de communicatie rekening met
persoonlijke factoren van de patiënt en diens naasten, zoals leeftijd, etnisch/culturele
achtergrond, taalbeheersing, kennis en begripsniveau, emotie, coping stijl en draagkracht.
Het gaat om communiceren ‘op maat’, met een groot inlevingsvermogen en op een open en
respectvolle manier. De verpleegkundige is zich bewust van de impact van haar verbale en
non-verbale communicatie. Ze verifieert de uitkomsten van haar communicatie bij de patiënt
en diens naasten.
→ Communicatie

Gezondheidsbevorderaar: de verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en
zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte verschuift naar denken in gedrag
en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid van
mensen door het ondersteunen van hun zelfmanagement. Waar mogelijk betrekt de
verpleegkundige de naasten en/of mantelzorg actief, waar mantelzorg ontbreekt legt zij

,contact met of initieert zij een sociaal netwerk rondom de patiënt. Zij houdt daarbij rekening
met de fysieke (leef)omgeving, sociale relaties, cultuur en leefstijl. Zij beïnvloedt de leefstijl
en gezond gedrag van burgers en patiënten, in de context waarin zij werkt.
→ maatschappelijk handelen


Zorgverlener: als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het
zelfmanagement van mensen in hun sociale context, waar mogelijk. Verplegen omvat: het
vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg door middel van klinisch redeneren;
therapeutische interventies en persoonlijke verzorging; informatievoorziening, educatie,
advies en voorspraak; lichamelijke, emotionele en geestelijke ondersteuning.
→ vakinhoudelijk handelen

Werkgroep 2
Leerdoelen
• De student oriënteert zich op het beroep van de wijkverpleegkundige.
• De student kan verwoorden wat de invloed is van behoeft gestuurde zorg op het
verpleegkundig handelen, ten aanzien van persoonlijke verzorging.
• De student kan uitleggen wat er verstaan wordt onder ADL en IADL.
• De student kan toelichten welke observaties hij/zij verricht bij het ondersteunen van de ADL
en dit met voorbeelden onderbouwen.
• De student heeft kennis van decubitus zodanig dat hij passende interventies kan inzetten.
• De student kan de procedure en of de eventuele afwijkende procedure toelichten die hij/zij
gebruikt tijdens het wassen van een zorgvrager.

Wijkverpleegkundige
= Je zorgt voor ouderen of mensen die thuis herstellen van een operatie. Ook mensen met
psychiatrische klachten kom je tegen. Jij zorgt ervoor dat de zorg goed is geregeld en
overlegt onder meer met de huisarts, het ziekenhuis en de mantelzorgers.
Daarnaast heb je in de wijk een preventieve taak: je helpt voorkomen dat mensen ziek
worden. Je neemt de wijk waarin je werkt onder de loep en signaleert (dreigende)
gezondheidsproblemen. Op basis daarvan denk je mee over de vraag hoe mensen
gemotiveerd kunnen worden om hun leefstijl aan te passen. Deze preventieve rol zal de
komende jaren steeds belangrijker worden.

Preventie: je als verpleegkundige in staat bent om op tijd te signaleren en ook op tijd kan
ingrijpen daar wat nodig is bij de client.

Wanneer een patiënt erg moe is en zet hem in plaats van onder de douche in bed en ga
verzorgend wassen.

ADL en IDAL
ADL: algemeen dagelijkse levensverrichtingen.
Plassen, aankleden, eten, douchen etc.

IADL: instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen. Hiervoor is planning en inzicht
nodig. Staat verder van de patiënt af. Bijv. dochter maakt de maaltijden of doet de inkopen,
reizen, huishouden, medicatie gebruiken of financiën regelen etc.

Bij ouderen is er vaak eerst beperking in IADL en daarna in ADL.

Observeren hoe iemand zijn dagritme is. Wanneer kleed iemand zich aan, wat heeft hij daar
voor nodig. Wat kan iemand nog allemaal zelf? Kijken hoeveel iemand drinkt en eet, dat kun
je bijhouden. Kortom wat iemand allemaal nodig heeft bij ADL.

,Decubitus
Decubitus, ook wel doorligwond of doorliggen genoemd is een wond die vaak voorkomt bij
bedlegerige mensen, maar ook bij rolstoelgebruikers, mensen met ernstig overgewicht en bij
te vroeg geboren kinderen. De voornaamste locaties waar doorligwonden ontstaan zijn de
stuit, de hiel, de enkel en de heup.

Wordt veroorzaakt door druk-, schuif of wrijfkrachten op de huid. Door de voortdurende druk
op de huid worden de kleine bloedvaatjes in de huid dichtgedrukt, waardoor de huid niet
voldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgt. Hierdoor ontstaat er schade aan de huid en
later ook aan het onderhuidse weefsel. Decubitus begint vaak als een rode, niet-
wegdrukbare, rode plek en kleine bloedinkjes in de huid.

Preventies:
❖ Beoordelen van de huid en subcutane weefsels
❖ Voeding bij preventie
❖ Houdingsverandering
- om vier uur
❖ Druk reducerende onderlagen
- Schuimmatrassen, andere hoogwaardige matrassen, hielen vrij liggen

Categorie I: niet-wegdrukbare roodheid
Categorie II: verlies van een deel van de huidlaag of blaar
Categorie III: verlies van een volledige huidlaag
Categorie IV: verlies van een volledige weefsel laag

Smetten (heet ook wel intertrigo) is een aandoening van het huid. Het komt vooral voor in
huidplooien, zoals liezen, bilnaad, buikplooi en onder de borsten.

Werkgroep 3
Leerdoelen
• De student kan de relatie leggen tussen het ontstaan van beperkingen in het ADL
functioneren en verstoringen in orgaansystemen.
• De student kan verwoorden wat de begrippen universele, selectieve, geïndiceerde en
zorg gerelateerde preventie inhouden.
• De student kan risicofactoren van vallen benoemen in relatie tot enkele
orgaansystemen.
• De student kan preventieve interventies benoemen om vallen bij ouderen te
voorkomen.
• De student kan verwoorden wat de vier gebieden van de kernset patiëntproblemen
inhouden: lichamelijk, psychisch, sociaal, functioneel.

Oorzaken
Beperkingen in functioneren kunnen vaak een klinisch teken zijn van vermindering van de
spiermassa in combinatie met geheugenproblemen, depressie, duizeligheid, angst om te
vallen etc. Iemand kan eerder vallen door duizeligheidsklachten en daardoor bang worden
om te vallen. Iemand gaat minder bewegen uit angst, waardoor de spiersterkte afneemt.
Geheugenprobleem → moeite met boodschappen en koken. Dementie, oedeem,
pompfunctie, ritmestoornissen etc. zijn oorzaken
Oedeem: overmatige ophoping van vocht in een lichaamsdeel

Soorten preventies
1. Universele preventie
Bevordert en beschermt actief de gezondheid van de gezonde bevolking.
2. Selectieve preventie

, Probeert te voorkomen dat personen met één of meerdere risicofactoren (determinanten)
voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden.
3. Geïndiceerde preventie (vroege opsporing)
Probeert te voorkomen dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening.
4. Zorg gerelateerde preventie
Probeert te voorkomen dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen,
een lagere kwaliteit van leven of sterfte.

Risicofactoren bij vallen
• u komt moeilijker in beweging en hebt moeite om in balans te blijven
• duizeligheid;
• verwardheid, desoriëntatie en verminderd bewustzijn;
• depressie of stemmingsklachten;
• u ziet of hoort slecht;
• als u ‘licht in uw hoofd’ of duizelig wordt bij (te) snel overeind
komen, van liggend naar zitten of staan.
• Pompfunctie
• Ritmestoornissen

4 basisvragen die je jezelf moet afstellen
Diagnostische vraag: wat is er aan de hand met de patiënt?
Oorzakelijke vraag: waar wordt het door veroorzaakt?
Prognostische vraag: hoe loop het probleem af?
Therapeutische vraag: wat kunnen we er aan doen?

Klinisch redeneren proces
1. Risico inschatting
Algemene preventie. Voelsprieten, kijk naar de buurt.
2. Vroeg signalering
Lees de casus en beoordeel de gegeven. Kijk naar signalen die wijze op eventuele
problemen.
3. Probleemherkenning
Kijk naar- en spreek met de patiënt en zijn leefomgeving. Herken de problemen die er
zijn. Krijg samen inzicht met bv hulp van meetinstrument.
4. Resultaat bepaling
Samen met de patiënt en zijn naasten ga je resultaten bepalen. Eventueel met de
hulp van een meet instrument. Plannen.
5. Interventies
Samen met de patiënt en zijn naasten ga je interventies inzetten. Dit is wat
verpleegkundigen doen.
6. Monitoring
Samen met de patiënt en zijn naasten ga je de zorg evalueren. Eventueel met
meetinstrument.

Werkgroep 4
Leerdoelen
• De student kan uitleggen wat het ICF classificatie model inhoudt en kan de
kenmerken uit een casus toelichten aan de hand van het ICF classificatie model.
• De student kan uitleggen wat de begrippen zelfredzaamheid en samenredzaamheid
inhouden.
• De student kan benoemen waarom het werken aan zelfredzaamheid van belang is.
• De student kan benoemen hoe zelfredzaamheid van zorgvragers bevorderd kan
worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorvandergraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.68
  • (0)
  Add to cart