Dit document bevat oefenvragen voor de tentamens van het vak Seminarium Gedragstherapie van de master Klinische Psychologie. De oefenvragen zijn gebaseerd op het boek Geïntegreerde Cognitieve Gedragstherapie van Kees Korrelboom en Erik ten Broeke. Totdat de oefenvragen voor ieder deeltentamen erin...
,Vragen
Deeltentamen 1
1. Wat is integratieve psychotherapie?
Er zijn ontzettend veel soorten psychotherapie. Dit is echter niet per se positief. Er zou
op termijn een geünificeerde psychotherapie tot stand moeten komen en aparte
psychotherapiescholen en -methodieken zouden moeten verdwijnen. Een breed
geaccepteerde body of knowledge waar psychotherapeuten hun handelen op baseren is
het doel. Dit betekent niet dat alle soorten psychotherapie vermengd moeten worden,
maar dat er gezocht moet worden naar wat de bestaande soorten psychotherapie
verenigt of dat een soort all star team geformeerd moet worden uit het beste wat al die
therapieën hebben voorgebracht. Dit is wat de integratieve psychotherapie doet.
2. De cognitieve gedragstherapie wordt gezien als het hart van de toekomstige geünificeerde
psychotherapie. Waarom?
Deze therapie heeft namelijk een bewezen effectiviteit, de breedste
toepassingsmogelijkheden, een wetenschappelijke attitude, efficiëntie (hetzelfde effect
wordt in een kortere tijd bereikt) en een bereidheid tot het ‘plegen van diefstal’
(aspecten van andere therapievormen, bijv. therapeutische relatie, worden
overgenomen wanneer die effectief blijken). Omdat cognitieve gedragstherapie continu
vernieuwd wordt, wordt er ook wel gesproken van geïntegreerde cognitieve
gedragstherapie. Zolang er sprake is van bewezen effectiviteit, kan een methode altijd
geïntegreerd worden binnen de cognitieve gedragstherapie.
3. Wat is de definitie van psychotherapie?
Cognitieve gedragstherapie (psychotherapie) is een proces waarbij een therapeut op
transparante en met de patiënt vooraf overeengekomen wijze, zo veel mogelijk in de
wetenschappelijke (klinische) psychologie verankerde en zo veel mogelijk effectief
gebleken kennis en methoden toepast om de emotionele en/of gedragsproblemen van de
patiënt duurzaam en relevant te reduceren.
4. Wat wordt er bedoeld met de term ‘proces’ in de definitie van psychotherapie?
Het proces is meer dan een uitwisseling van vraag en advies; hierbij behoort ook het
stellen van diagnostische vragen, het toelichten van het advies, het stimuleren om het
therapeutisch advies op te volgen en het evalueren van de resultaten.
5. Wat wordt er bedoeld met de term ‘transparant’ in de definitie van psychotherapie?
Met transparant wordt bedoeld dat de wekwijze van de therapeut geen geheimen heeft.
De therapeutische relatie is hierbij een hulpmiddel.
6. Wat is een paradoxale interventie?
In enkele gevallen kan het nodig zijn om gebruik te maken van paradoxale interventies.
Hierbij weet de patiënt vooraf niet wat de bedoelingen zijn van de handelswijze van de
therapeut.
2
,7. Wat wordt er bedoeld met de term ‘wetenschappelijke (klinische) psychologie’ in de
definitie van psychotherapie?
Met wetenschappelijke (klinische) psychologie wordt bedoeld dat de therapeut
methoden gebruikt die zijn gebaseerd op de psychologische wetenschap. Alle
handelingen van de therapeut moeten bestaan uit procesmatige toepassingen van kennis
uit de wetenschap. Het is echter ook van belang dat een therapeut zich bewust is van het
feit dat resultaten uit de experimentele psychologie over het algemeen niet direct
vertaald kunnen worden naar de klinische praktijk.
8. Wat wordt er bedoeld met de term ‘effectief’ in de definitie van psychotherapie?
Het woord effectief verwijst naar het streven om zoveel mogelijk gebruik te maken van
therapeutische methoden waarvan uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat ze
werken. Dit wordt ook wel evidence-based practice genoemd.
9. Wat wordt er bedoeld met de term ‘emotionele en/of gedragsproblemen’ in de definitie van
psychotherapie?
Met emotionele en/of gedragsproblemen wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van
lijden. Wanneer gesproken wordt van effectiviteit, gaat het om de effectiviteit in het
verminderen van emotionele problemen die als stoornis gezien kunnen worden.
10. De ontwikkeling van de moderne psychotherapie kan worden opgedeeld in drie periodes;
de beginfase, de consolidatiefase en de huidige fase. Leg uit wat er tijdens de beginfase
gebeurde.
De beginfase vond plaats tussen 1900 en 1970. In 1900 kwam de psychoanalyse voor het
eerst op. Voor het eerst werd hiermee ook aandacht besteed aan de relatie tussen
patiënt en behandelaar. In de jaren ’50 en ’60 kwamen de cliëntgerichte psychotherapie
en gedragstherapie naar voren als concurrenten. Dit kwam met name voort uit
ontevredenheid met de langdurige, intensieve en kostbare psychoanalyse. Later in
dezelfde periode ontwikkelde ook de cognitieve therapie, systeemtherapie en
gestalttherapie.
11. De ontwikkeling van de moderne psychotherapie kan worden opgedeeld in drie periodes;
de beginfase, de consolidatiefase en de huidige fase. Leg uit wat er tijdens de consolidatiefase
gebeurde.
De consolidatiefase vond plaats tussen 1970 en 2000. Uit onderzoek bleek dat de
verschillende psychotherapieën vergelijkbare effectiviteit hadden. Dit leidde tot de
common factors-theorie; alle psychotherapieën hebben een aantal factoren met elkaar
gemeen en dit zijn de factoren die de psychotherapieën effectief maken.
12. Welke vier common factors werden in eerste instantie geïdentificeerd m.b.t. de common
factors-theorie?
• De therapie vindt plaats binnen een intense en vertrouwelijke relatie waarbij de
patiënt tot op zeker hoogte afhankelijk is van de behandelaar.
• Er bestaat een verwachting dat genezing zal plaatsvinden.
3
, • De behandeling verloop volgens een rationale die de klachten verklaart en die
voor de patiënt geloofwaardig is.
• De behandeling bestaat uit een procedure die op de rationale voortborduurt en
een actieve inzet vraagt van zowel de patiënt als de behandelaar.
13. De ontwikkeling van de moderne psychotherapie kan worden opgedeeld in drie periodes;
de beginfase, de consolidatiefase en de huidige fase. Leg uit wat er tijdens de huidige fase tot
zover is gebeurd.
De huidige fase is in het jaar 2000 begonnen. De patiënt en diens problematiek kwam
vanaf deze tijd meer centraal te staan. Patiënten werden voor het eerst gevraagd naar
hun voorkeur voor een specifieke behandelvorm. Er ontbreekt echter nog steeds bewijs
dat dit voor meer effectiviteit zorgt. Verder kwam voor het eerst het idee van een
integratieve psychotherapie op. Ook hier is echter nog weinig over bekend vanuit
wetenschappelijk onderzoek. Wel wordt evidence-based practice tegenwoordig als
voorwaarde gezien voor behandelingen. Evidence-based practice trekt zich weinig aan
van de verschillende psychotherapiescholen. Wat van belang is, is dat een bepaalde
interventie werkt. Vanuit evidence-based practice zijn verschillende multidisciplinaire
richtlijnen opgesteld waarin aan iedere DSM-stoornis evidence-based behandelingen
zijn gekoppeld. Veel behandelingen die zijn opgenomen in deze richtlijnen zijn
interventies afkomstig vanuit de cognitieve gedragstherapie. Dit zorgt voor een
dominantie van de cognitieve gedragstherapie in de huidige psychotherapie.
14. Psychotherapieën kunnen worden ingedeeld in fases en niveaus. Wat is het verschil?
Fases hebben betrekking op een indeling in de tijd. Niveaus hebben betrekking op de
gelaagdheid van de therapie.
15. Beschrijf de drie therapiefases.
De eerste therapiefase gaat om kennismaking, probleeminventarisatie, diagnostiek, het
formuleren van behandeldoelen en het opstellen van een behandelplan. Dit duurt
ongeveer één tot drie sessies. De tweede therapiefase wordt ook wel de interventiefase
genoemd. Dit is het grootste deel van het behandeltraject. De derde therapiefase is
bedoeld om de behandeling te evalueren en af te sluiten. Dit duurt ongeveer één tot vier
sessies.
16. Wat zijn de drie niveaus van psychotherapie?
• Het therapeutisch aangrijpingspunt.
• De therapeutische context.
• Het therapeutisch systeem.
17. Wat is het therapeutisch aangrijpingspunt?
Dit therapieniveau heeft betrekking op wat er bij de patiënt moet veranderen en welke
methoden hieraan bijdragen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen
klachtgerichte en persoonsgerichte interventies. Klachtgerichte interventies zijn
bijvoorbeeld gedragsactivatie bij depressie en exposure bij een fobie. Persoonsgerichte
interventies zijn bijvoorbeeld schematherapie en mindfulness.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyrose. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.