Samenvatting Module onderzoek en behandeling 3A deel HOC
92 views 5 purchases
Course
Module Onderzoek En Behandeling 3A
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Dit is een samenvatting voor het vak "Module onderzoek en behandeling 3A " deel HOC. Dit opleidingsonderdeel wordt gedoceerd in het derde jaar REVAKI aan de VUB.
Module onderzoek en behandeling 3A: HOC
1 Wat is lage rugpijn en bijdragende factoren (Les 1)
1.1 Wat is LBP
Lage rugpijn is een symptoom geen ziekte. Het kan het gevolg zijn van verschillende bekende of
onbekende mechanismen, afwijkingen of ziekten. Het kan veroorzaakt worden door onderliggende
pathogenen.
Definitie o.b.v. locatie:
• Costale grens – boven de onderste gluteale plooi
• Vaak ook pijn in 1 of 2 benen (gerefereerde pijn vs. radiculaire pijn)
Gerefereerde pijn: hersenen weet niet waar ze pijn moeten laten voelen, pijn wordt op een plaats
gevoeld waar er geen schade is. Dit wordt verklaard als convergentie, typisch lies, voor-, zij- of
achterkant van het bovenbeen
Radiculaire pijn: neuropatische pijn, druk op de radix, doet heel veel pijn, nachtelijke pijn. Directe
prikkeling zenuwwortel samen of apart met radiculopathie (neurologische symptomen)
Indeling op basis van duur:
• Acuut (< 6 weken)
• Subacuut (6 -12 weken)
• Chronisch (> 12 weken)
• ‘LBP flare’ wordt vaak genegeerd, maar geeft beter het beeld weer van een persoon met lage
rugpijn dan de conventionele definitie van acute, subacute en chronische LRP
Recurrente pijn: mensen die al eens pijn hebben gehad, en mensen krijgen opflakkeringen van pijn.
Bij sommige mensen (nociplastische pijn) is het veel meer dan pijn. Vaak komt er ook stress bij kijken.
Het is een veel bredere context.
Pijn gedefinieerde flare
• Enge definitie
• Gedefinieerd op basis van een verhoging van pijn
Self-reported flare
• Bredere definitie
• Neemt ook emoties, coping stijl, context in overweging
1.2 Wat is LBP: Prognose
Traditionele visie:
Acute lage rugpijn heeft een goede prognose (90% gunstig herstel – 10% evolutie naar chronische
LRP)
Meer recente literatuur:
• 33-56% van acute LRP binnen jaar een flare-up LRP
• 13-28% van de mensen met acute lage rugpijn niet volledig hersteld op 1 jaar
1
,Levensprevalentie
• Levensprevalentie: 80% = in het leven
• Puntprevalentie: 18% = op het moment
Aan lage rugpijn hangt er een negatieve connotatie. Terwijl de prognose geen reden is voor paniek.
We moeten lage rugpijn vergelijken met buikpijn. “Hoe vaak heb je wel al eens buikpijn gehad”.
Belangrijkste oorzaak ter wereld waarom mensen beperkingen ervaren tijdens hun dagelijks leven
• Chronische LRP belangrijkste rede voor vervroegd pensioen
• Enorme socio-economische kosten gerelateerd met chronische LRP
• Call voor zoeken naar betere interventies!
® Waarom evolueert iemand naar chronisch LRP?
1.3 Cijfers België (gezondheidsenquête 2018, n = 10700)
Lage rugpijn bij mannen en vrouwen = meest
gerapporteerd pijn. Welke type behandeling
heeft de patiënt gehad? Ga ik naar de arts?
Naar de orthopedist? Er gaat een grote
bagage zijn voor dat de patiënt tot bij ons
komt.
1.4 Epidemiologie en socio-economische impact België
• Prevalentie hoogst bij bevolking op arbeidsleeftijd
• Enorme socio-economische gevolgen!
® De werknemer
® De onderneming
® De gemeenschap
• 8% na 6 maanden nog arbeidsongeschikt
• Directe jaarlijkse medische kost tussen 81 en 167 miljoen Euro
• Indirecte kosten voor patiënt en familie, en maatschappij tussen 270 miljoen en 1,6 miljard
Euro
1.5 Wat is LRP
• Onderscheid naar bron van pijn:
• 90-95% heeft aspecifieke LRP: geen specifieke bron aanwezig.
® Specifieke nociceptieve bron kan niet geïdentificeerd worden
® i.t.t. specifieke LRP (5-10%): Patho-anatomische oorzaak
ü Maligniteit
ü Traumatisch letsel (bv. wervelfractuur)
ü Structurele houdingsafwijking
ü Spinale infectie
ü Inflammatoire aandoeningen zoals axiale spondyloartritis
ü Metabole aandoening (bv osteoporose)
ü Gerefereerde pijn vanuit viscerale structuren (urogenital, gastrointestinaal,
cardiopulmonaal)
2
,Onderscheid naar dominant pijntype
• 25% van personen met chronische lage rugpijn heeft dominante nociplastische pijn
• 5-10% heeft dominant neuropatische pijn (bv. radiculaire pijn – specifieke pijn)
• 65-70% heeft dominant nociceptieve pijn
Dus chronische pijn ≠ nociplastische pijn en aspecifieke pijn ≠ nociplastische pijn
1.6 Bijdragende factoren LRP
Veel mensen met lage rugpijn hebben uiteenlopende problemen waarbij psychologische, sociale en
biofysische factoren, evenals comorbiditeiten en pijnverwerkingsmechanismen een impact hebben
op zowel de pijnervaring als de bijbehorende handicap.
• Bijdragen aan de ontwikkeling van LBP
• Bijdragen aan vertaling voor acute naar chronische LBP
Veel connecties in dit systeem
Psychologisch aspect:
• Overtuigingen
• Percepties
• Emoties: depressie
• Verwachting
• Gedrag: hoe pas je je aan
• Bewegingsgedrag aanpassen aan pathologie en beginnen dan pas aan activiteiten terug.
Biologisch aspect:
Je gaat niet meer buigen of op een betere manier gaan buigen. Door een bepaalde overtuiging,
geloof je dat er anders lokaal een weefselschade zal optreden.
Sociaal aspect:
Als je het jou zo is aangeleerd is
1.7 Pijngerelateerde overtuigingen en zorgzoekend gedrag
De kans om zorg te zoeken is groter bij angstvermijdende personen met LRP, zelfs wanneer
gecontroleerd wordt voor andere gevestigde voorspellers. Benadrukt het belang van het aankaarten
van dergelijke overtuigingen tijdens de consultatie.
1.8 Waarde van verwachtingen van herstel bij weer aan het werk gaan
De kans dat volwassenen met acute of subacute niet-specifieke lage-rugpijn en negatieve
herstelverwachtingen afwezig blijven op het werk als gevolg van progressie naar chronische lage-
rugpijn is twee keer zo groot als bij mensen met meer positieve verwachtingen.
3
, 1.9 Bijdragende factoren LRP
1.9.1 Belang van de identificatie van veranderbare bijdragende factoren
Start vanaf de middelste lijn.
Genetische factor waar we niets
kunnen aandoen. Kader boven:
cognitieve en emotionele factoren,..
= helpend, positieve factoren
Onderste kader: provocerende
factoren. Beschermende factoren
van de patiënt stimuleren.
1.9.2 Klinisch redeneerproces
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Katotratsaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.