100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cel IV - Moleculaire biologie (D012574A) $12.30   Add to cart

Summary

Samenvatting Cel IV - Moleculaire biologie (D012574A)

 88 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige en gedetailleerde samenvatting van het onderdeel moleculaire biologie.

Preview 4 out of 45  pages

  • September 11, 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Cel IV: Moleculaire biologie en
genetica
Moleculaire biologie

Hoofdstuk 1: Grondleggers moleculaire biologie
1.1 Samenstelling DNA
Mendel (1865): Overervingspatroon bij erwten
Voor wetten van Mendel: Vermengingstheorie
 Kenmerken van nakomelingen ontstaan door
vermenging van ouderlijke kenmerken.

Kruisingsexperimenten met gladde en gerimpelde erwten
 F1-generatie (artificiële kruisbestuiving): gladde erwten
=> Vermengingstheorie = verwerpbaar.

 F2-generatie (zelfbestuiving): 3:1 ratio
=> Erfelijke factor voor gerimpelde zaden verdwijnt niet in F1,
maar komt niet tot uiting.
=> Overerfbare partikels.

Wetten van Mendel
Monohybride kruising = kruising tussen individuen die slechts in 1 kenmerk van elkaar verschillen.

 Dominant = allel komt steeds tot uiting (zowel homo-, als heterozygoten)
 Recessief = allel die tot uiting komt bij afwezigheid van een dominant allel (enkel bij
homozygoten)

Wetten van mendel  zie genetica.

Mieschner (1869): Chemische samenstelling van celkern
Onderzoek naar samenstelling van lymfocyten
 Lymfocyten uit verbanden van gewonde soldaten.
 Isolatie van celkern: eiwitten + substantie met andere eigenschappen
=> Nucleïne: veel fosfor, geen zwavel, resistent tegen proteolyse

Flemming (1882): Beschriving van mitose en chromosomen
Microscopie + cytologische kleuring
=> chromatine

Studie van celdeling
=> chromosoom (chroma = kleur, soma = lichaam)
=> Splitsing van chromosomen en verdeling over dochtercellen = mitose.

Boveri (1888): Beschrijving van meisose
Experimenteel model: spoelwormen
 Maturatie van eicellen: chromosomen 4 -> 2
=> Meiose = splitsing van homologe chromosomen.


1

,Experimenteel model: zee-egel
 In-vitro fertilisatie-experimenten: zaadcellen hebben halve chromosoomset t.o.v. lichaamscellen
=> haploid (=halve chromosoomset) en diploid (=volledige chromosoomset)

Sutton (1902): Beschrijving van meisose
Experimenteel model: sprinkhanen
 Verschillende paren chromosomen: onderscheid o.b.v. grootte.
 1 ongepaard chromosoom: bepalend voor geslacht.
 Stadia van meiose.
 Positionering van chromosomen = willekeurig: geen maternale/paternale zijdes ; chromosomen
onafhankelijk van elkaar

Conclusies: - Chromosomen = stabiele structuren die over verschillende generaties heen bewaard
blijven.
- Bevestiging van de wetten van Mendel.
- Onafhankelijke overerving indien kenmerken op verschillende chromosomen liggen.

Morgan (1910): Chromosomen als dragers van erfelijke informatie
Experimenteel model: fruitvliegjes
Wild type: rode ogen
Mutant type: witte ogen

P: wild type vrouwtje x mutant type mannetje

F1: zowel mannetjes, als vrouwtjes: rode ogen
=> Rood = dominant

F2: 3/1 ratio
 Witte ogen enkel bij mannetjes.


Conclusies: - X-chromosomale overerving
- Vrouwtjes: XX ; Mannetjes: XY
- Chromosomen = fysieke dragers van erfelijke informatie

Levene (1920): Tetranucleotide theorie
Analyse van nucleïnezuur uit gisten
 Basisbouwstenen van DNA = nucleotiden
 Nucleotide: suiker + base (adenine, guanine, cytosine of thymine) + fosfaatgroep
=> Tetranucleotide theorie: DNA bestaat uit gelijke hoeveelheden van alle 4 de basen.

Griffith (1928): Transforming principle
Experimenteel model: streptococcus pneumoniae
 Doel: vaccin tegen pneumococcen
 Experiment: 1) 2 verwante bacteriestammen: - stam R: niet-virulent
- stam S: geïnfecteerde muizen = ziek
2) Infectie met dode S-bacteriën => muizen overleven.
3) Infectie met dode S- en levende R-bacteriën => muizen sterven
=> Bloedanalyse: levende S-bacteriën
=> Transforming principle: Levende R-bacteriën transformeren in S-bacteriën door overname van
een transformerende factor.


2

,Avery, McCarthy en Macload (1944): DNA als transformerende factor
Verderzetting van experiment van Griffith
 Experiment: 1) In-vitro groei van S-bacteriën.
2) Doding van bacteriestam door verhitting.
3) Behandeling van dode bacteriën met proteasen, ribonucleasen of
desoxyribonucleasen.
4) Combinatie van enzymatisch-behandelde S-bacteriën met levende R-bacteriën.

S-bacteriën + proteinase + ribonucleasen + deoxyribonucleasen
=> geen eiwitten => geen RNA => geen DNA
Levende S-bacteriën Ja Ja Nee

 Conclusie: DNA = transformerende factor

Hershey en Chase (1950)
Experimenteel model: bacteriofagen
 Bacteriofagen: - Virussen die bacteriën infecteren
- Bestaan enkel uit eiwit en DNA
- Injecteren substantie met genetisch materiaal waardoor bacterie nieuwe fagen
aanmaakt.
 Experiment: 1) In-vitrogroei van 2 fagenstammen: - Met radioactief 32P => DNA radioactief.
- Met radioactief 35S => Eiwitten radioactief.
2) Infectie van bacteriën.
3) Bacteriën en fagen in blender van elkaar gescheiden.
4) Centrifuge van mengsel => 2 lagen: - Bovenste laag: lichte fagen
- Onderste laag: zware bacteriën
35
 Resultaat: - S in bovenste laag met fagen
- 32P in onderste laag met bacteriën
 Conclusie: DNA = transformerende factor

1.2 Grondleggers moleculaire biologie – Structuur DNA
Chargaff (1949): Basensamenstelling van DNA in verschillende soorten
Analyse van basensamenstelling bij verschillende soorten
 A, T, C en G niet in gelijke hoeveelheden aangetroffen.
 Hoeveelheid van verschillende basen is constant binnen individuen van eenzelfde soort, maar
verschild naargelang soort.
 In elke soort: hoeveelheid A = hoeveelheid T; hoeveelheid G = hoeveelheid C (Regel van Chargaff)

Watson en Crick + Franklin en Wilkins (1953)
Rosalind Franklin en Maurice Wilkins
 X-straal diffractie beeld van DNA

James Watson en Francis Crick
 Bevindingen van Franklin en Wilkins + Bevindingen van Chargaff
=> Structuur van DNA: dubbele helix




3

, 1.3 Centrale dogma
Replicatie
= proces waarbij een exacte DNA kopie van de orginele
DNA-matrijs wordt gemaakt.

Transcriptie
= proces waarbij DNA gekopieerd wordt naar een
enkelstrengig RNA met dezelfde sequentie als 1 van de
DNA strengen.

Translatie = proces waarbij de RNA nucleotidesequentie wordt omgezet in eiwit.

Hoofdstuk 2: Structuur van DNA
2.1 Primaire structuur
DNA = polymeer van nucleotiden.

Pentose suiker: 2’ Deoxyribose
 β-D configuratie
 H- op 2’C

N-bevattende basen
 Purines: Adenine en Guanine
 Pyrimidines: Thymine en Cytosine
 Eigenschap van base: - H+-acceptor
- ongeprotoneerd bij pH=7
 1’C-glycosidischebinding met deoxyribose = nucleoside

Fosfaatgroep(en)
 5’C-esterbinding met nucleoside = nucleotide
 Zuur karakter: sterke negatieve lading bij pH=7

Polymerisatie: Condensatiereactie tussen nucleotiden.
 Vorming van fosfodiësterbinding tussen 3’OH-groep van een nucleotide en 5’P-groep van een
ander nucleotide.
 Afgifte van H2O en pyrofosfaat PPi
 Polarisatie: 5’P-uiteinde (links) -> 3’OH uiteinde (rechts)

Oligonucleotide: Enkelstrengige DNA-molecule.

2.2 Secundaire structuur
Secundaire DNA-structuur

 Dubbelstrengige DNA-helix
 Anti-parallel: 5’-uiteinde van streng gepaard met 3’-uiteinde van andere streng.
 Rechtshandig
 Transiënte stabilisatie: sommatie van de individuele bijdrage van zwakke krachten.
 H-bruggen: polaire niet-covalente aantrekking tussen H en elktronegatieve atomen.
o Basenparing tussen stikstofhoudende basen: O-H-N en N-H-N
o Complementaire basenparing: - 2 H-bruggen tussen A en T
- 3 H-bruggen tussen G en C

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FriedaK566. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.30  2x  sold
  • (0)
  Add to cart