Voor het tentamen Geneeskunde, periode 2, opleiding Verpleegkunde, Hogeschool Windesheim, heb ik de werkcolleges bij elkaar gevoegd. Ook heb ik hierbij informatie in de les bijgeschreven die de leraar heeft verteld. Dit heb ik vorige periode ook gedaan en heeft mij erg geholpen met het halen van de...
Geneeskunde werkcollege
Welke omstandigheden kunnen leiden tot een overmaat aan vocht in de weefsels
(oedeem)?
- Osmose gaat fout; bij osmose heb je semi-doorlaatbaar membraan aan de
ene kant water aan andere kant water en bijvoorbeeld eiwitten. Eiwitten
kunnen normaal niet door dit membraan maar als bijvoorbeeld je een
wespensteek krijgt wordt de membraan meer doorlaatbaar en kunnen de
eiwitten wel verplaatsen
- Eiwit tekort. Hongeroedeem, verdwijnen eiwitten.
cel
capillair V
↑= bloeddruk
↓ = colloïd-osmotische
Begin druk
is bloeddruk hoger dan osmotische druk. Aan eind osmotische druk hoger
dan bloeddruk, maar minder dan dat er in het begin uitgaat. Hierdoor heb je
steeds een natuurlijke ophoping, dit wordt geregeld door lymfevaten, het extra
vocht wat eruit lekt komt in de lymfevaten terecht en wordt hier afgevoerd.
Oorzaken:
- Belemmering in lymfe-afvoer
- afwezigheid lymfevaten en –knoppen na operatie (lymfeoedeem van de
arm na radicale borstamputatie)
- verstopping ten gevolge van tropische parasiet (elephantiasis -
olifantpoten)
- afdrukken door processen in omgeving (tumoren e.d.)
- verdikking in de wand (ontsteking)
- Verhoging bloeddruk arteriële zijde:
alleen theoretisch, komt in de praktijk niet voor; capillair beschermt
zichzelf door instroom te verminderen (vernauwing van de arteriolen)
- Verhoging bloeddruk veneuze zijde: belemmering veneuze afvloed
door:
- druk van buitenaf (gezwellen, zwangere baarmoeder)
- afwijkingen in de wand van de vene
- obstructie in de vene: trombose
- decompensatio cordis; hartfalen (hart kan niet genoeg druk leveren; lage
Diastole p top- AV knoop wordt geprikkeld houdt nog even tegen – geeft door aan
bundel van is, - hoekje om binnendoor bij punt van het hart gaat omhoog-
verspreid over hele hartwand – hele hartwand gaat knijpen.
Depolarisatiegolf
Diastole ontspannen t-top: daarna ontspant het hart weer
Sinusknoop artia av knoop ventrikels
Av knoop hebben eigen ritme, maar is trager dan normale ritme. Wordt ie niet
meer geactiveerd door av blok dan gaat ie over op eigen ritme rustiger.
,Bloeddruk en bloeddrukregulatie
ECG lijkt heel complex, valt wel mee.
Bloeddruk lijkt logisch, tot dat je erin duikt complex.
Bepalen de druk: de pomp, de druk. Voorbeeld tuinslang; druk verhogen of kraan
verder open
HMV hart minuut volume: Hoeveelheid bloed die het hart per minuut uitpompt
HMV slagvolume (SV) afhankelijk van :
- EDV: eind diastolische volume (als die vol is) :
wordt bepaalt door vullingsdruk (bloedvolume) en rekbaarheid (atriumfactor)
- ESV: eind systolisch volume (als die klein is) :
wordt bepaalt door kracht, sympathische zenuwstelsel en adrenaline bepalen
groot gedeelte hoe hard de hartspier trekt.
HMV hartfrequentie (HF) afhankelijk van:
- SF: slagfrequentie wordt bepaalt door:
- orthosympatisch;
- parasympatisch; remt frequentie (na snelle hartslag, kracht blijft bijvoorbeeld
langer bij schrik).
,RP: perifere weerstand is afhankelijk van:
- vasoconstrictie (samenknijpen bloedvat): wordt
bepaalt door orthosympatische zenuwstelsel maar ook hormonaal (adrenaline)
- vasodilatie (groter worden bloedvat); wordt bepaalt
door parasympathisch zenuwstelsel
Nieren: bepalen hoeveelheid vocht.
Renine- Angiotensine- Aldosteron- Systeem – RAAS
Als je bloeddruk daalt merken je nieren dat en die maken hormoon; renine
activeren agiotensine 1 activeren agiotensine 2 zorgt voor meer aldosteron
produceren.
Angiotensine zorgt voor vasoconstritie; hogere bloeddruk
ook zorgt het voor meer aldosteron
Aldosteron vochtretentie, meer vocht wordt vastgehouden.
(angio = bloedvat tensie= bloeddruk)
Geef van elk van de onderstaande aandoeningen/ risicofacotren aan;
- Welke van de drie bloeddrukbepalende factoren zij beïnvloeden en
- Wat het gevolg is; hypertensie of hypotensie
Bij de behandeling van hypertensie kan 4 soorten medicijnen gebruik worden
gemaakt. Ga per soort na welke boeddrukbepalende factoren deze
medicamenten beïnvloeden
- Betablokkers
- Diuretica
- Alfablokkers en calciumantagonisten
- ACE remmers en angiotensine2- antagonisten
Zie pagina 147 van Klinische Pathologie
, Les 2 – afweer, immuniteit
Verklaar waarom zowel lokale applicatie van warmte als van koude
wordt toegepast bij een ontsteking?
Beide geven vaatverwijding en versterkte bloeddoorstroming
Warmte: om het teveel aan warmte af te voeren
Koude: om extra warmte aan te voeren. (maar ook vaatvernauwing, zwelling
verminderen)
Idee: meer bloed naar weefsel, meet vocht, meer afweercellen.
Een moeder komt met haar dochtertje van 13 manden bij de huisarts.
Het kind heeft koorts en kleine rode vlekjes. Moeder denkt dat haar
dochtertje rode hond heeft. Is dat mogelijk?
Nauwelijks. 1 omdat je voor je eerste levensjaar gevaccineerd bent. En rode hond
vindt bijna niet meer plaats in Nederland en je krijgt het door besmetting dus is
niet logisch.
Onschuldige infectie, niet heel gevaarlijk, wel voor ongeboren kind.
In november is de jaarlijkse griepvaccinatie. Alleen risicogroepen
hebben recht op een gratis griepvaccinatie. Zoek een op welke
categorieën er behoren tot de risicogroepen:
- Patiënten met afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en
longen
- Patiënten met een chronische stoornis van de hartfunctie
- Patiënten met diabetes mellitus
- Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie
- Patiënten die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan
- Personen die geïnfecteerd zijn met hiv
- Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar die
langdurig salicylaten gebruiken
- Verstandelijk gehandicapten in intramurale voorzieningen
- Personen van 60 jaar en ouder
- Personen met verminderde weerstand tegen infecties
Voor de volgende werkers in de zorg is vaccinatie wenselijk (kudde in
achterhoofd)
- Personeel in verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen
- Gezondheidszorgpersoneel met veelvuldige en intensieve contacten met
patiënten, waaronder personeel in huisartsenpraktijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisadunnewind. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.