- Leren is het resultaat van een dubbel proces. Daarbinnen spreekt men over:
o Verwerving
Verwerving gebeurt in verschillende stadia/leerplannen (eerst spelling zuivere
woorden, dan ontdubbelen en verdubbelen en als laatste werkwoordvorming)
o Verwerking
= Fasegebonden
Gebrekkig bij dyslexie
- Leren staat steeds in functie van de mogelijkheid om ervaringen te kunnen opdoen
o Individuele mogelijkheden/erfelijkheid: congenitaal/aangeboren
o Omgeving
Hoe ernstig de dyslexie is, de school en de ouders erkent de dyslexie niet, dan is dat
sowieso altijd nefast.
DISCUSIE!
- Het leren gebeurt ook erg verscheiden
o In ruime zin
Een westerse mens zal een andere kennis opbouwen dan de Aboriginal van Australië
o In enge zin
Ieder individu beschikt over een andere opgebouwde kennis, met raakpunten maar
ook met totale verschillen
Onafhankelijk van omstandigheid waar je leeft, onafhankelijk van het schrift (alfabet of tekenschrift) en
onafhankelijk van of je links of rechts leest, dyslexie bevindt zich overal.
LEERPROBLEMEN
OMSCHRIJVING
Leerproblemen zijn problemen die personen onderbinden bij het aanleren van allerlei cognitieve schoolse
vaardigheden.
ORDENING
- Primaire leerproblemen = leerstoornissen
o Manifesteren zich in het leren van die schoolse vaardigheden zelf. Er is geen duidelijke
aanwijsbare oorzaak buiten en binnen het kind
Dyslexie
Dysorthografie
- Secundaire leerprobleem
o Rekenen en spelling
o Is een gevolg van omstandigheden buiten het leren van die vaardigheden zelf:
Omgeving van het kind
Algemene mogelijkheden van het individu zelf: Hierbij denken we aan een handicap,
een stoornis of een sociaal-emotioneel probleem
DYSLEXIE THEORIE 2019-2020 1
,SAMENVATTING LEERSTOORNISSEN HEEL BELANGRIJK!
Bv. in ontwikkelingslanden (minder goed Bv. Pesten Bv. ernstige mentale Bv. Fonologische beperkingen
onderwijs) vs. niet-ontwikkelingslanden handicap
Leerdoel:
- Weten wat leren is
- Onderscheid begrijpen en kunnen aangeven tussen primaire en secundaire leerproblemen
- Het schema kunnen zelfstandig tekenen en uitleggen (‘Geef een schematisch overzicht van de
leerproblemen’)
DE GESCHIEDENIS VAN HET BEGRIP DYSLEXIE
DYSLEXIE THEORIE 2019-2020 2
,DYSLEXIE EN NEUROLOGIE : BERLIN
De exacte begindata van dyslexie weten we niet. De term dyslexie werd voor het eerst gebruikt door de
neuroloog Berlin in een context die niet meer wordt gebruikt, in de context van neurologische
communicatiestoornissen/afasie
- Afasie: Er is geen taal meer (vaak komt het wel terug). Er zijn wel verschillende vormen: Soms zijn er
problemen op vlak van productie of begrip, soms op het vlak van lezen en schrijven (Daarom kwam
met tot dyslexie)
DYSLEXIE ALS WOORDBLINDHEID: HINSELWOOD
Als term om een aangeboren, in de ontwikkeling van het kind naar voren tredende stoornis in het leren lezen
en spellen aan te geven, is de omschrijving ‘wordblindness’ voor het eerst in 1895 door de schotse oogarts
Hinselwood. In het medische vakblad ‘The Lancet’ stond een artikel met als titel: “Wordblindness and visual
memory”. (Hij bedoelde niet dat kinderen blind waren)
DYSLEXIE ALS STREPHOSYMBOLIE: SAMUEL ORTON
In 1925 wordt het centrum van de dyslexiestudie van Engeland en Europa verlegd naar Amerika. Orton liet na
1925 de term woordblindheid los en verving deze door de term strephosymbolie ofwel ‘het omdraaien van
symbolen’ Kinderen die aan volgende symbolen lijden:
Strephosymbolia (Orton 1925)
+ Vertraging van de taalontwikkeling (Fonologie!)
- Vertraging van de spraakontwikkeling (Achterhaald)
- Stotteren (niet meer of minder bij kinderen met dyslexie)
+/- Ambidextriteit (Beidehandigheid) of linkshandigheid (+ Het % dyslexie is hoger dan niet linkshandigen
of niet-beidehandigen & - ‘Het leidt altijd tot dyslexie’ is achterhaald)
+ Gewone visuele functie
+ Erfelijke factoren in de familie
+ Motorische onhandigheid (dyspraxie)
+ Door sekse beïnvloede erfelijkheid (1:4; V:M)
- Mogelijkheid om in spiegelschrift te lezen en/of schrijven
+ Eventueel bestaan van een op zich staand probleem van de orthografie
Vellutino (1979) heeft het belang van de taalontwikkeling en dyslexie in de verf gezet.
DYSLEXIE ALS SPECIFIC READING DISABILITY: RUTTER EN YULE
Rutter en Yule zijn onderwijsdeskundigen/onderwijspsychologen en zij waren de eerste die vanuit de
onderwijsvisie die specifieke leesstoornissen hebben erkend.
DYSLEXIE EN NEUROLOGIE, NEUROPSYCHOLOGIE, GENETICA
Geschwind heeft het werk van Orton opgevolgd. Ook heeft hij zich gespecialiseerd in de erfelijkheid van
dyslexie dat tot voorwerp van onderzoek moet leiden.
Sinds 1983 leven we in een periode van ontwikkeling van de verschillende neurologische onderzoeksmethoden
voor de diagnostiek van dyslexie
1. EEG
2. CT-scan
3. MRI en fMRI (Wordt gebruikt bij dyslexie)
DYSLEXIE THEORIE 2019-2020 3
, 4. DTI (Nieuwste techniek die gebruikt wordt bij stotteren en bij kinderen met dyslexie: Er wordt gekeken
naar de hersenen van kinderen met dyslexie die dan onderzocht worden)
Leerdoel:
- Aan de hand van de tijdstabel de belangrijkste data en persoonlijkheden in de geschiedenis van
het begrip dyslexie kunnen aangeven
- Weten wat de belangrijkste verdienste was inzake dyslexie van deze persoonlijkheden
HET NORMALE LEESPROCES
Om te weten wat er gebeurt tijdens het vloeiend lezen, kunnen we kijken naar de orthopedagogische
verklaringsmodellen (met de recentste kritieken erop door het connectionisme) en aan de hand van
neuropsychologische verklaringsmodellen.
ORTHOPEDAGOGOSCHE VERKLARINGSMODELLEN: HET TWEE-ROUTEMODEL VERSUS HET
CONNECTIONISME
HET TWEE-ROUTEMODEL (DUAL-ROUTEMODEL)
Het twee-routemodel gebeurt door het leesproces in 3 fasen:
- Visuele inprentingsfase
- De woordherkenningsfase (belangrijkste)
- De zin-en tekstbegripsfase
DE VISUELE INPRENTINGSFASE
Tijdens het lezen bewegen onze ogen over de tekst. Zij doen dat niet in één
glijdende beweging, maar in sprongetjes, saccades, afgewisseld met korte Legende:
perioden van stilstand, fixaties. Het oog springt steeds, gemiddeld genomen,
- F = Fixatie = Stop
ongeveer 8 tot 9 letters verder in de tekst. Die saccadelengte wordt niet
- S = Saccade = Sprong
beïnvloed door de lettergrootte, als deze tenminste niet heel groot of heel
- VKTG = Visuele KT
klein is. Bij het lezen wordt de saccadelengte dan ook in letters uitgedrukt, en
geheugen
niet in graden van de gezichtshoek.
Omdat de saccade met een hoge snelheid gemaakt wordt,
kan er geen bruikbare informatie uit de tekst opgenomen
worden tijdens de saccade (want we lezen niet tijdens de
saccade). Er wordt uitsluitend tijdens de fixatie bruikbare
informatie uit de tekst opgenomen. De gemiddelde duur
van de fixatie is 200 tot 250 milliseconden. Er wordt niet
alleen naar woorden verder in de tekst gesprongen, in ons
schift naar rechts, maar ook, in 10-15% van de gevallen
naar woorden in de tekst, naar links om iets wat al gelezen
is nog eens te bekijken. Deze terugsprongen noemen we
regressies.
DYSLEXIE THEORIE 2019-2020 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller msxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.