2.1. SUCCES VAN HOORTRAINING - HETEROGENE POPULATIE
Het succes van hoortraining is sterk wisselend van individu tot individu. Bij de ene patiënt behalen we snel
resultaten, terwijl we bij de andere patiënt slechts met kleine stapjes vooruitgaan. De evolutie is afhankelijk van
verschillende beïnvloedende factoren:
1.VROEGTIJDIGHEID
De gouden regel bij gehoorrevalidatie: hoe vroeger de revalidatie gestart wordt, hoe beter. Dit is zowel bij
kinderen als volwassenen het geval.
Crossmodale plasticiteit is de reorganisatie van het neurale netwerk. Er worden nieuwe verbindingen gevormd
tussen delen van de hersenen die niet langer input ontvangen. Dit verschijnsel treedt op bij dove personen. De
auditieve cortex ontvangt geen input meer vanuit de zenuwbanen, maar toch blijkt dat er specifieke zones van de
auditieve cortex gebruikt worden om visuele stimuli te verwerken.
Er is een verschil tussen prelinguaal doven en post-linguaal doven.
- Prelinguaal doven zijn kinderen die nog voor hun taalontwikkeling (2-3 jaar) doof geworden zijn. Door
de crossmodale plasticiteit wordt de auditieve cortex gereorganiseerd en ingezet om visuele prikkels te
verwerken. Op het moment dat deze persoon een CI krijgt is er in de auditieve cortex minder ruimte vrij
voor het verwerken van auditieve prikkels. Hierdoor behalen prelinguaal doven over het algemeen
minder goede resultaten met een CI.
- Bij post-linguaal doven treedt het gehoorverlies pas na de vroege taalontwikkeling op (na 2-3 jaar). Bij
deze kinderen gebeurde er geen reorganisatie van het neurale netwerk. Bijgevolg behalen deze
kinderen betere resultaten met een CI.
VOLWASSENEN: CENTRAAL AUDITIEVE EN COGNITIEVE PROCESSEN DEGRADEREN
Centraal auditieve en cognitieve processen degraderen naarmate de tijd dat de gehoorzenuw bij de dove
volwassene niet meer of niet meer voldoende gestimuleerd werd.
2.AARD/GRAAD GEHOORVERLIES
Gaat het over een transmissieverlies (conductief gehoorverlies) of over een perceptief verlies (neurosensorieel
gehoorverlies)?
Ook de graad van het gehoorverlies speelt een rol, maar is relatief
3.AARD AUDITIEVE CORRECTIE
Heeft de patiënt een CI, een hoorapparaat en/of een FM-systeem?
,4.ETIOLOGIE
Wat is de oorzaak van het gehoorprobleem? Gaat het om een genetische aanleg, een syndroom, een trauma,
presbyacousis etc.?
5.INTERNE FACTOREN
Dit zijn de factoren bij de persoon zelf (zie interne factoren ICF schema later in de cursus).
Met specifieke hoortraining - ook wel doelgerichte of formele hoortraining genoemd - bedoelen we het geregeld en
gericht trainen van het gehoor in een specifieke oefensituatie. In deze fase is het voornamelijk de therapeut die met
het kind werkt. Er wordt gebruik gemaakt van specifieke oefeningen, die volgens een bepaald behandelingsplan zijn
opgesteld. Ze hebben steeds een opbouwende moeilijkheidsgraad. De stijgende moeilijkheidsgraad heeft zowel
betrekking op het aangeboden materiaal (geluiden, woorden, zinnen, teksten enz.) als op de respons (dit is wat het
kind verwacht wordt te doen: detecteren, discrimineren enz.).
Algemene hoortraining - ook wel hooropvoeding of informele hoortraining genoemd - richt zicht op het opvoeden
van het kind in de geluidswereld. Dit verloopt bij kinderen met een auditieve handicap niet vanzelf. Het gehoor moet
constant worden gewekt en gestimuleerd. De ouder en de therapeut hebben als taak het kind te leren leven in de
wereld van geluid. Pas als het kind de hele dag door actief wordt uitgedaagd, heeft de specifieke hoortraining zin.
Omgeving speelt cruciale rol hierin. Voorwaarde voor een zinvolle, specifieke hoortraining
PASSIEVE VERSUS ACTIEVE HOORTRAINING
Bij passieve hoortraining is het kind gewoon overgeleverd aan het geluid. Zo gaan we bijvoorbeeld geluid maken
met een rammelaar en zullen we het kind zich leren richten naar de bron. Het kind krijgt geen feedback: als ik de
rammelaar beweeg, dan krijgen we dit geluid. Passieve hoortraining op zich is onvoldoende.
Bij actieve hoortraining gaan we het kind leren om een geluid te koppelen aan een beweging (= feedback). Als een
kind een rammelaar zelf hanteert, dan beweegt het. Dat bewegen zorgt voor geluid. Het geluid komt vervolgens
weer bij het kind terecht. Het uitganspunt van de algemene hoortraining is dat ze zo actief mogelijk moet zijn.
, 2.3.ALGEMENE HOORTRAINING: HOOROPVOEDING
Doel: Gehoor maximaal en actief uitdagen
Hooropvoeding is letterlijk het opvoeden en leren leven van een kind in de geluidswereld. Doof en slechthorende
kinderen (DSH) hebben meestal geen drang om te luisteren. We moeten de hersenen leren om zich te richten op de
geluiden rondom ons. Luisteren is een centraal proces. Op hersenniveau worden de geluidsprikkels in de temporale
kwab geïdentificeerd, herkend en in verband gebracht met vroegere herinneringen. Dit vergt een ouder/opvoeder
die zich goed bewust is van de belangrijke functie die geluid speelt bij mensen. Ouders kunnen hierin een cruciale rol
spelen.
- Spraakverstaan + liplezen ontwikkelen van auditieve feedback = belangrijk voor articulatie en
stemgeving
- Orale/aurale communicatie: Men communiceert altijd met je gehoor en met je spraakafzien (mondbeeld).
Alle kinderen met een auditieve handicap (doof of slechthorend) moeten maximaal leren gebruikmaken van het
restgehoor. Door zo goed mogelijk gebruik te maken van het restgehoor kan het kind de taal optimaal leren
begrijpen en zelf gebruiken. Zonder optimale versterking van het restgehoor hebben zowel dove als slechthorende
kinderen onvoldoende auditieve ontvangst van de taal rondom hen. Daarom moeten we het gehoor aanvankelijk
maximaal en actief uitdagen. Het is de bedoeling een auditief klimaat te scheppen waarin het gehoor continu en
optimaal wordt uitgedaagd.
Hiervoor moet voldaan worden aan twee voorwaarden:
1/ ALLEDAAGSE BLOOTSTELLING AAN GELUID
Het gehoor moet op elk moment van de dag worden uitgedaagd. Ouders moeten ervoor zorgen dat het kind het
hoorapparaat steeds draagt. Kinderen moeten hun hoorapparaat leren aanvaarden (zonder schaamte). Het is goed
als ouders hierover al van jongs af aan in gesprek gaan met het kind (vb. kind dat hoorapparaat uitdoet op school
uit schaamte).
2/ OPTIMALE AKOESTISCHE OMGEVING
Aanpassing van een hoorapparaat (zo jong mogelijk), verschillende luisteromstandigheden, afstand beperken,
aangepast geluidsvolume, goede articulatie, goed luisterklimaat creëren (bv. wanneer je spreekt de radio
uitschakelen).
Aandachtspunten bij hooropvoeding, voorbeelden en tips aan ouders:
- Ouders leren hoe ze geluiden toegankelijk en functioneel maken. Zo maken ze geluiden
betekenisvol voor het kind.
- Ouders bewust leren omgaan met auditieve prikkels
- Spelen met geluid en ritme (spelletjes, liedjes en versjes)
- Zorg voor het juiste gebruik van individuele apparatuur
- Geef aandacht aan de orale gespreksvoering: gebruik zo veel mogelijk verbale taal!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller msxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.