Hoofdstuk 1, 2, 7 en paragraaf 3.5
January 18, 2016
24
2015/2016
Summary
Subjects
zuyd hogeschool
jellema 13 beheren
kennistoets 22
facility management
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Zuyd (HZ)
Facility Management
Kennistoets blok 2.2
All documents for this subject (12)
2
reviews
By: jordigerads • 6 year ago
By: sannegielen • 6 year ago
Seller
Follow
kellycremers
Reviews received
Content preview
Jellema 13 Beheren
Hoofdstuk 1 Gebouwen
De woningwet verstaat onder een woning een afzonderlijk gedeelte van een
gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd.
Definities uit de woningwet:
Bouwen: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen,
veranderen of vergroten
Slopen: het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan
Gebouw: elk bouwwerk, dat voor mensen toegankelijke overdekte geheel
of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
Omgevingsvergunning: vergunning voor een bouwactiviteit
Bevoegd gezag: het bestuursorgaan. Bij het ontbreken van een
bestuursorgaan zijn de burgemeester en wethouders het bevoegd gezag
Bestemmingsplan: een bestemmingsplan alsmede een inpassingsplan of
een beheersverordening
Rooilijn: de lijn die, behoudens de toegelaten afwijkingen, bij het bouwen
van een bouwwerk aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde
niet mag worden overschreden
Norm: een document, uitgegeven door een deskundig, onafhankelijk
instituut, waarin wordt omschreven aan welke eisen een bouwmateriaal,
bouwdeel of bouwconstructie moet voldoen dan wel waarin een
omschrijving wordt gegeven van een keurings-, meet- of
berekeningsmethode
Kwaliteitsverklaring: een schriftelijk bewijs, voorzien van een
merkteken, afgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut,
aangewezen door Onze Minister, op grond waarvan een bouwmateriaal,
bouwdeel of samenstel van bouwmaterialen of bouwdelen dan wel een
bouwwijze, indien dat bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van
bouwmaterialen of bouwdelen dan wel die bouwwijze bij het bouwen van
een bouwwerk wordt toegepast, wordt geacht te voldoen aan krachtens
deze wet aan dat bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van
bouwmaterialen of bouwdelen dan wel die bouwwijze gestelde eisen
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu
Inspecteur: als zodanig bij besluit van Onze Minister aangewezen
ambtenaar
Toegelaten instelling: instelling als bedoeld in artikel 70
Fonds: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 70
Welstandscommissie: door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke
commissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten
aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk,
waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend, in
strijd is met redelijke eisen van welstand
Stadsbouwmeester: door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke
deskundige die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten
aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk,
, waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend, in
strijd is met redelijke eisen van welstand
Er is in Nederland geen officiële indeling van soorten gebouwen die standaard
gebruikt wordt. Wel wordt er in het Bouwbesluit gesproken over functies van
gebouwen. Men onderscheidt:
WOZ= wet Waardering Onroerende Zaken.
De WOZ-waarde heeft een vaste waardepeildatum: 1 januari van het jaar dat
vooraf gaat aan het jaar waarin de WOZ-waarde geldt.
Gebouwen kunnen op verschillende manieren onderverdeeld worden:
Woningen: de grootste groep gebouwen. De woningvoorraad zal
kwalitatief en kwantitatief blijven veranderen
Agrarische gebouwen: voornamelijk kassen, schuren, stallen, hallen en
loodsen. Levensduur is kort (20 tot 25 jaar) en wordt gebaseerd op
economische motieven.
Verbreding van activiteiten: er komen steeds meer nieuwe activiteiten
bij, terwijl andere minder belangrijk worden. door de economische crisis en
de lage prijzen voor landbouwproducten gaan agrarische bedrijven steeds
meer op zoek naar mogelijkheden om hun inkomenspositie te verbeteren.
Bedrijfsgebouwen: onder het brede begrip bedrijfsgebouw ressorteren
veel soorten gebouwen van veel bedrijfstakken. De volgende
bedrijfstakken worden onderscheiden:
o Landbouw
o Visserij
o Delfstoffenwinning
o Industrie
o Energie
o Bouwnijverheid
o Reparatie en handel
o Horeca
o Vervoer, opslag en communicatie
, o Financiële instellingen
o Zakelijke dienstverlening
o Overheid en openbaar bestuur
o Onderwijs
o Gezondheids- en welzijnszorg
o Milieudienstverlening, cultuur en recreatie
Opslag en communicatie (telecomconcern KPN), transport (NS,
luchtvaart, zee- en binnenvaart, wegvervoer: KPN is een zeer grote
organisatie die zeer veel gebouwen bezit verspreid over het hele land. De
NS zijn een andere grote gebouwengebruiker in deze sector. Naast vele
stations zijn er ook seinhuisjes, werkplaatsen en kantoren
Bank- en verzekeringswezen en zakelijke dienstverlening: deze
sectoren zijn voornamelijk gehuisvest in kantoorgebouwen
Gebouwen in de gezondheidszorg: behalve dat veel landen
hervormingen in de gezondheidszorg invoeren is ook de gezondheid van
de wereldbevolking aan het veranderen. Oorzaken zijn:
o Wijziging in leefgewoonten
o Toename van de welvaart
o Klimaatveranderingen
o Vergrijzing
Eerstelijnszorg is huisartsen, fysiotherapeuten, verloskundigen, apotheken
en het kruiswerk. Tweede- en derdelijnszorg wordt intramurale zorg
genoemd. De tweedelijnszorg bestaat uit ziekenhuizen en poliklinische
hulp. De derdelijnszorg bestaat uit verpleeghuizen en instellingen voor
geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Extramuraliseren is als de zorg
niet meer wordt verleend vanuit een bed, maar vanuit de persoon en de
mogelijkheden die deze heeft.
Beddennorm: in de zorg wordt gerekend in bedden. Ook de
gebouwennorm wordt berekend per bed
Bouw en uitbreiding ziekenhuizen: mede door de ingewikkelde en
uitgebreide wet- en regelgeving kost het ontwikkelen en bouwen van een
ziekenhuis acht tot tien jaar. Wanneer een ziekenhuis wordt gebouwd of
uitgebreid, is een vergunning vereist op grond van de Wet toelating
zorginstellingen (WTZi). Soms is een vergunning niet nodig en kan worden
volstaan met een melding aan het College bouw zorgvoorzieningen.
Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP): het LTHP is een belangrijke
leidraad voor het Ministerie van WWS en het College bouw
zorgvoorzieningen. Het moet elke 4 jaar worden herzien. Dit
meerjareninvesteringsplan voorziet niet alleen in de veiligstelling van
gelden voor investeringen, maar ook in die van de daarmee gepaard
gaande afschrijvingen. Verder moet de instelling duidelijk maken welk
kwaliteitsniveau zij denkt te gaan halen en hoe haar eigen klantenkring
daarover denkt.
Bouwkosten zorgsector: de recessie heeft grote gevolgen gehad voor
de bouw in de zorgsector, waardoor aanbestedingen over het algemeen
gunstig uitpakken
Omvang zorgsector: zorginstellingen kunnen verschillende soorten zorg
leveren. De zorg is verdeeld in twee hoofdsectoren:
o Care: wordt verleend in verzorgings- en verpleeghuizen; ook de
gehandicaptenzorg en een deel van de geestelijke gezondheidszorg
vallen hieronder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellycremers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.