Elk college krijg je leerdoelen te zien. De leerdoelen die een handvat zijn voor
wat je moet kunnen aan het einde.
Wat is wetenschap?
Een zoektocht, want je hebt niet meteen de antwoorden. Elke keer een puzzel.
Iedereen een stukje puzzel bijdragen om te zien wat er gebeurd. Het is niet
zinvol om dingen te doen, die al gedaan zijn. Vaak ga je opzoek naar welke
volgende stap slim is te doen. Soms is het handig om de onderzoek te
repliceren, bijv omdat een onderzoek al 20 jaar geleden was gedaan. Misschien
is de geldigheid kwijt.
Het gaat erom dat je uit al die observaties een algemeen patroon kan
extrapoleren. Je doet dat door informatie van eigenstandige observaties
extrapoleert naar een dagelijks patroon.
Wetenschappelijke kennis (je bouwt voort op wat andere mensen hebben gedaan)
- kennis verworven door methodisch onderzoek
- conceptueel (kennis ordenen en kijken naar wat voor patroon je hebt)
- reflectief/ kritisch (als wetenschapper moet je afstand nemen en kijken
wat je hebt gedaan. Wees kritisch op jezelf. Altijd kunnen
beargumenteren waarom je die keuze hebt gedaan)
- overal zichtbaar (doorzichtig zijn, transparant wat je hebt gedaan. Anderen
moeten kunnen controleren wat je hebt gedaan met je vragenlijst.
Nieuwsgierigheid; weten hoe dingen in elkaar zitten.
Sociaal verschijnsel: wetenschap staat midden in de
samenleving. systematiek: volgens een bepaalde methode
merken, coherent Toeval:
De wetenschappelijke methode
Systematiek ontwikkeld → wetenschappelijke methode
1. rol van observatie en metingen
2. theoretische/hypothetische verklaringen
3. predicities (over wat ik denk dat eruit komt) wat in de werkelijkheid het
geval moet zijn o.b.v de hypothe(s)
, lOMoARcPSD|11911780
4. experimentele test van de predictie(s)
Experiment is niet de enige manier om te
onderzoeken. Survey etc allemaal verschillende.
Aspecten
Methodologie;hoe kunnen we verantwoorden dat de opzet en de instrumenten
het beste is of het minst slecht is. Welke theorie zit erachter met het inzetten
van al deze instrumenten. Methoden; de instrumenten die je inzet
Leren
We moeten leren onderzoek te doen. Ook al wordt je geen onderzoeker, je komt
misschien als manager onder de afdeling van onderzoek.
De theorie achter de theorie:
- deductie, inductie & abductie
- logisch positivisme, kritisch rationalisme
- verificatie versus falsificatie
deductie; vanuit een algemeen idee een bijzondere omstandigheden bedenkt en
op grond daarvan hypothese afleidt.
inductie; vanuit specifieke observaties die je constant ziet, een algemeen patroon
probeert te ontdekken.
abductie; mengelmoes van beide; bepaalde patronen die je in de werkelijkheid
ziet en je gaat theorieën en modellen bedenken om die verschijnsel te duiden.
(je probeert patronen die je waarneemt, theorieën en modellen probeert te
bedenken om dat zo goed mogelijk te waarnemen)
Er zijn twee stromingen die belangrijk zijn voor ons wetenschappelijk
kijken logische positivisme en kritisch rationalisme
2. Casus: groupthink
De vraag die Yanus stelde; wat gaat er mis in besluitvormingsprocessen
waardoor individueel competente personen als groep vaak slechte besluiten
nemen?
→ hij kwam met een manier genaamd: groupthink
Groupthink: manier van besluitvorming waarin groepsleden conflicten proberen
te minimaliseren. En consensus proberen te bereiken zonder mogelijke
alternatieven of alternatieve ideeën te evalueren.
, lOMoARcPSD|11911780
Groupthink
- Conflict minimaliseren
- consensus te bereiken
- niet alle alternatieven kritisch te evalueren
Claim:
streven naar consensus staat een kritische bespreking van de alternatieven in de weg.
Hij ontleent dit aan twee
casussen:
- Varkensbaai incident (1961)
- Cuba crisis (1962)
De kerngroep van besluitvormers waren in deze casus dezelfde. De eerste was
een slecht besluit en de tweede besluit was goed. Bij het tweede had Kennedy
alleen experts laten invliegen. Er was in de eerste besluit geen kritische mensen.
Bij het tweede hebben ze een devil advocate ingezet (die kritische vragen
stelden).
En Kennedy kwam expres soms niet, omdat sommige mensen bang waren om
dingen te zeggen als hij er was.
3. Theorie groupthink
Wat is theorie: een logisch en consistent geheel van uitspraken die dieren om
een bepaald verschijnsel of fenomeen te beschreven en/of verklaren.
Er zit altijd een mechanisme in. Het mechanisme is de werking die ervoor zorgt
dat de een de ander veroorzaakt. Hoe komt het dat die ene dat veroorzaakt?
Eisen:
- logisch consistent
- inhoudelijke coherentie
- empirische correspondentie (hij moet corresponderen met de werkelijkheid)
- spaarzaam (je moet proberen met zo weinig ingrediënten zo’n
groot domein verklaren)
Hypothese:
een voorlopige veronderstelling die uit de theorie is afgeleid en die men door
wetenschappelijke onderzoek tracht te toetsen
3. Theorie groupthink
oorzaak groupthink: een hechte groep (cohesie)
Naarmate de groep cohesie goed is, zijn mensen meer aan het streven naar
unanimiteit, dus kwaliteit van het besluit wordt slechter.
Mensen neigen naar unaniem beslissen en worden maar een aantal
alternatieven besproken.
, lOMoARcPSD|11911780
4. Theorie achter theorie
Drie strategieën van kennisverwerving:
- deductie
- inductie
- abductie
Twee strategieën voor rechtvaardiging:
- verificatie: zoeken naar een situatie waarin het wel klopt
- falsificatie: zoeken naar een situatie waarin het niet klopt (onderuit halen)
Context of Discovery:
Als wij empirische zintuiglijke waarnemingen als bron gebruiken om onze meting
en observatie te doen, dan zit daar wat ruis op. Soms is een situatie anders dan
die op het eerste gezicht lijkt en soms heb je een situatie die dit lijkt terwijl
iemand anders dat lijkt.
Context of Justification:
Wat is de juiste manier van toetsen? Wat is de juiste manier om te
Hoe komen we tot wetenschappelijke kennis?
- logisch positivisme (ten opzichte van metafisica, ze gebruiken
ondubbelzinnige waarnemingen als basis)(ze zochten steeds
gevallen die hun theorie ondersteunen)(nemen de waarnemingen als
uitgangspunt)
- kritisch rationalisme (we gaan theorie bedenken en die gaan we toetsen.
Onze eigen bril naar kijken. Ik heb een algemeen uitgangspunt en ik
observeer die verschijnselen die aan die algemene uitspraak voldoet)
(toetsing van falsificatie)(je moet zoeken naar de situaties die het uitsluit)
Inductie: onderzoek van Janis
groep observeren. Je ziet kenmerken van Groupthink en nemen slechte
besluiten. Deze kennis komt voor uit de waarnemingen
Verificatie: onderzoek van Janis
Hier ga je tekens naar groepen zoeken die symptomen hebben van groupthink.
Je zoekt naar bevestiging.
Verificatie is onmogelijk, omdat je niet alle groepen kan onderzoeken en
vaststellen of er symptomen zijn van Groupthink.
deductie: onderzoek van janis (bij kritisch rationalisme)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaartjedeSnoo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.