Sociologie: Systematisch onderzoek van de menselijke samenleving.
Sociologisch perspectief: Persoonlijke problemen ga je tot maatschappelijke vraagstukken
transformeren. Je krijgt inzicht in de maatschappelijke veranderingen die plaatsvinden en de
gevolgen die daarbij horen voor het individu. Het gaat over meerdere personen, ook zeker naar hele
grote groepen.
Als sociaal werker: Probeer je individuele problemen te bekijken in de maatschappelijke context.
Mondiaal of globaal perspectief: Dat houdt in dat we de wereld in zijn geheel bestuderen en dan
kijken naar de rol van onze samenleving. Door de nieuwe informatietechnologieën zien wij veel van
andere landen en kunnen we gemakkelijk contact maken met elkaar.
Er zijn drie categorieën op niveau van economische ontwikkeling: ( mondiaal )
Hoge inkomenslanden:
- Landen met een hoge algemene levensstandaard, de inwoners zijn welvarend.
+/- 50 landen
Voorbeeld: Nederland, Amerika, Canada, Zuid-Afrika, Argentinië, Israël, Japan, Australië en andere
West-Europese landen.
Midden-inkomenslanden:
- Landen met een gemiddelde algemene levensstandaard, er is vaak grote sociale
ongelijkheid.
+/- 80 landen
Voorbeeld: Oost-Europese landen, Aziatische landen en Mexico.
Lage-inkomenslanden:
- Landen met een lage algemene levensstandaard, de meeste inwoners zijn arm en de
mogelijkheden om de situatie te verbeteren zijn beperkt.
+/- 60 landen
Voorbeeld: Veel landen in Afrika en Azië.
4 redenen die we hebben om een situatie uit een rijk westers land te vergelijken met andere landen:
1. Het leven wat we leiden wordt gevormd door het land waarin we opgroeien.
2. De contacten tussen de samenlevingen zijn heel erg toegenomen.
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld wordt geconfronteerd zijn elders veel
erger.
4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in ons zelf te krijgen.
3 hoofdvragen binnen de sociologie:
= Sociologen houden zich voornamelijk bezig met deze vragen.
- Hoe is sociale (on) gelijkheid mogelijk?
- Hoe is sociale (wan ) orde mogelijk?
- Hoe ziet de samenleving er nu uit en hoe ontwikkelt de maatschappij zich?
,Het ontstaan van de sociologie:
Door de ingrijpende veranderingen in de 18 de en 19de eeuw gingen mensen meer na denken
over hun positie in de samenleving. Er was in die tijd een overgang van de traditionele naar
de moderne samenleving.
In de 18de en 19de eeuw waren er namelijk 3 belangrijke veranderingen:
- Industrialisering:
= Er kwamen nieuwe energiebronnen en stoommachines die ervoor zorgde dat er een deel
van de arbeid over werd genomen en er een andere vorm van transsport kwam en de
werkplekken veranderde.
- De groei van de steden:
= Van het platteland trokken mensen die daar geen werk meer hadden naar de grote steden
om daar te gaan werken in fabrieken.
- Politieke veranderingen:
= Accentverschuiving: Aandacht ging van god en de koning naar het nastreven van je eigen
belangen en eigen invloed is daarbij van groot belang geworden.
Moderniteit: Sociale patronen die het resultaat/ tot ontwikkeling zijn gekomen door de
industrialisering, het verwijst naar de relatie van het verleden en de toekomst.
Modernisering: Sociale gedragsproces dat in gang is gezet dor de industrialisering.
Algemene gevolgen van modernisering: ( Ferdinand Tönnies )
Gemeinschaft (gemeenschap, sterke binding en samenhorigheid) Gesellschaft (samenleving,
meer de focus op jezelf.)
Pre-modernen samenleving = Gemeinschaft
Modernen samenleving = Gesellschaft
De 4 belangrijke kenmerken van modernisering:
- Van hechte gemeenschappen naar grote anonieme groepen.
Minder een wij-gevoel en minder traditioneel.
- Toename van sociale diversiteit
We gaan met steeds meer diversiteiten samenwonen.
- De uitbereiding van persoonlijke keuzemogelijkheden
Individualisering en keuzestress
- Tijdsbewustzijn en toekomstgericht
Meer vertrouwen in de wetenschap en meer toekomstgericht te werk gaan.
, Belangrijke mensen van vroeger uit over de sociologie:
Emile Durkheim = Arbeidsverdeling
- De wereld is complexer geworden en daardoor zijn we meer afhankelijk van elkaar
geworden. We hebben mede daardoor ook gespecialiseerde beroepen/ rollen wat er ook
toe heeft geleid dat we elkaar meer nodig hebben.
Kortom: Wereldwijde economische afhankelijkheid
Positief: Er ontstaat meer sociale cohesie (verbondenheid) Omdat we rekening houden met elkaar
en afhankelijker zijn geworden van elkaar.
Negatief: Er is anomie ontstaan. Anomie is een situatie waarin de samenleving het individu weinig
morele richtlijnen/normen geeft (normloos), als sociaal werker moet je oog hebben voor de
toenemende anomie. Je bent meer op jezelf aangewezen.
Begrippen Durkheim:
Mechanische solidariteit = De gemeenschap
Organische solidariteit = de wereldwijde afhankelijkheid van mensen die gespecialiseerde arbeid
verrichten.
Max Weber: Rationalisering
- Efficiëntie staat centraal
Meer nadruk op verstand en wetenschap ipv vertrouwen/ geloven in god. Echter vind je
dan op vragen zoals waar ga ik heen na de dood geen antwoord op.
Negatief: Omdat we zo vertrouwen om de wetenschap komen we sneller in protocollen en
systemen terecht. Het systeem en de protocollen waar we dan in terecht komen noemt hij de
ijzeren kooi. Er is in de ijzeren kooi weinig oog voor de creativiteit van mensen.
Resultaat van de ijzeren kooi: Vervreemding
Vervreemding: Wegvallen van zekerheden en verlies van je identiteit.
Karl Marx: Kapitalisme
- Vanuit de economie en de klassenverschillen.
Pre- moderne samenleving: Macht lag bij landeigenaren
Moderne samenleving: Macht lag bij de ondernemers en de fabriekseigenaren.
Mensen met de macht wilde winstmaximalisering ( = zoveel mogelijk winst willen )
Macht: Je luistert naar mij.
De maatschappij kwam in een klassenstrijd:
Dominante klassen -> Bourgeoisie
Kapitalisme, rechts
Doel: zo efficiënt mogelijk geld verdienen.
Wie: Fabriekseigenaren en ondernemers.
Onderdanige klassen -> Proletariaat
Socialisme, links
Wie: arbeiders
Gevolgen: Dominante klassen wil zoveel mogelijk geld verdienen en buit de arbeidsklassen uit. Dit
loopt uit tot een revolutie.
Revolutie: Mensen komen in opstand.
Nadeel: Karl Marx onderschatten de invloed van bureaucratie. ( de overheid/ het bestuur van het
land )
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jipsmeets74. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.37. You're not tied to anything after your purchase.