Cursus Bijzondere overeenkomsten
Inleiding
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij er een
wilsovereenstemming is tussen 1 of meer partijen ten aanzien van 1 of meerdere
anderen waarbij u afdwingbare verbintenissen aangaan. (art. 1101 BW)
Een rechtshandeling is een handeling die uitgevoerd wordt door een
rechtssubject met het oog op de daaraan verbonden gevolgen. Dit is een
handeling die iemand stelt met de bedoelde rechtsgevolgen. Dit kan ofwel
eenzijdig of meerzijdig zijn.
Eenzijdige rechtshandeling betekent dat er slechts een wilsuiting van 1 partij
vereist is. Meerzijdige rechtshandeling betekent dat er
een wilsuiting van 2 of meer partijen is. Dit is een overeenkomst of contract.
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling. Er moet een
wilsovereenstemming zijn van 1 of meer partijen. Het essentiële bij een contract
is dat je afdwingbare verbintenissen aangaat.
Een verbintenis afkomstig uit een contract strekt ertoe rechtsgevolgen te doen
intreden => rechtshandeling. Geldig aangegane overeenkomsten verbinden de
partijen tot wet (‘pacta sunt servanda’) => art. 1134 BW.
Het onderscheid tussen consensuele, zakelijke en plechtige overeenkomsten
heeft te maken met de totstandkoming van een overeenkomst.
Consensuele contracten zijn contracten die tot stand komen door de loutere
toestemming van de partijen. Het consensualisme is naar Belgisch recht de
algemene regel. Het contract wordt solo consensu gesloten. Dit wil zeggen door
de loutere wilsovereenstemming van de partijen.
Bij een zakelijk contract is de overhandiging van de zaak vereist. Het heeft niets
te maken met de zakelijke rechten. Een zakelijke overeenkomst is een
overeenkomst die slechts tot stand komt bij de afgifte van de zaak. (Bv: bruikleen
(een fiets die je mag gebruiken voor een bepaalde tijd), bewaargeving (vestiaire)
en handgift (een cadeautje geven aan iemand)). Gevolgen: de meeste zakelijke
contracten zijn eenzijdige contracten.
Een plechtig contract is onderworpen aan vormvereisten (bv. huwelijk,
schenking…) Er zijn soorten vormvereisten:
Met oog op de geldigheid
Met oog op het bewijs
Met oog op de tegenwerpelijkheid aan derden
Eenzijdige overeenkomsten: slechts 1 partij moet een verbintenis nakomen (art.
1103 BW). Wederkerige overeenkomsten: zich over en weer
verbinden (art. 1102 BW). Hier is enkel de ontbinding mogelijk.
De overeenkomst om niet betekent dat de overeenkomst is ingegeven vanuit een
begiftingsoogmerk. Dat betekent dat de ene partij de andere wil
,begiften/begunstigen. Slechts 1 partij haalt daar voordeel uit. Een voorbeeld is
een schenking (art. 1105 BW).
De overeenkomst onder bezwarende titel betekent dat er wel een voordeel is
voor beide partijen (art. 1106 BW). Voorbeeld: koop-verkoop
Een overeenkomst intuitu personae is een overeenkomst die aangegaan wordt
door een persoon omwille van de specifieke kenmerken van de medecontractant.
Deze overeenkomst kan niet uitgevoerd worden door een derde (art. 1237 BW).
Dit moet door een specifieke medecontractant uitgevoerd worden. Het contract is
ten einde wanneer 1 van de partijen sterft. Bv: een overeenkomst met een
profvoetballer.
Benoemde overeenkomst is een overeenkomst dat uitdrukkelijk geregeld wordt
in het Burgerlijk Wetboek of een bijzondere wet buiten het Burgerlijk Wetboek.
Onbenoemde overeenkomst is een overeenkomst die niet uitdrukkelijk wordt
geregeld in het Burgerlijk Wetboek of een bijzondere wet buiten het Burgerlijk
Wetboek. Dit zijn gemengde contracten.
Een toetredingscontract is een contract gesloten tussen een sterke en een
zwakke partij waarbij de zwakke partij geen enkele zeggenschap heeft over de
inhoud of over de modaliteiten van de overeenkomst. De inhoud wordt eenzijdig
vastgelegd door de sterke partij. De enige vrijheid die de zwakke partij heeft is
om wel of niet te contracteren. Er zijn hier beschermingsmechanismen voor de
zwakke partij te beschermen.
Voorbeeld: contracten die gesloten worden met nutsbedrijven
(watermaatschappijen, elektriciteit, telecommunicatie…), overeenkomst die een
persoon sluit met de NMBS.
Deel 1: overeenkomsten inzake overdracht van
eigendom
Hoofdstuk 1: Koop
Er zijn 3 soorten koopregimes:
Koop van het gemeen recht
Consumentenkoop
Weens Koopverdrag
Het gemeenrechtelijk koopregime was vroeger het enige regime. Nu is dit een
residuair regime. Dit regime is van toepassing op roerende, onroerende,
lichamelijke en onlichamelijke goederen. Het gemeenrechtelijk koopregime is van
aanvullend recht (art. 1582-1689 BW).
Consumentenkoop is een dwingende wetgeving. Het is bescherming van de
consument als koper. Het heeft enkel betrekking op roerende lichamelijke zaken.
Dit leidt tot relatieve nietigheid. Enkel de consument kan dit opwerpen (art.
1649bis-1649octies BW en art. VI 44 WER).
Het Weens Koopverdrag is enkel tussen professionelen. Het heeft enkel
betrekking tot een koopovereenkomst tussen partijen die in verschillende staten
,gevestigd is. Conventionele uitsluiting kan. Het is niet van dwingend recht. Het
heeft enkel betrekking tot lichamelijke roerende goederen. Het is een toekomstig
wereldrecht inzake internationale koop.
§1 Kenmerken
De koop-verkoop is een wederkerige overeenkomst onder bezwarende titel van
consensuele aard. De definitie staat uitgeschreven in artikel 1582 BW en luidt als
volgt: Koop is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak
te leveren, en de andere om daarvoor een prijs te betalen.
Eigendomsoverdracht en prijs zijn de 2 essentiële kenmerken of bestanddelen
van het koopcontract. Zodra daarvoor overeenstemming bestaat komt het
contract tot stand.
De constitutieve bestanddelen zijn:
Overeenkomst met betrekking tot een goed
Overeenkomst met betrekking tot de eigendomsoverdracht van het goed
Tegen betaling in geld: prijs
1. Eigendomsoverdracht
Eigendomsoverdracht is solo consensu (art. 1583 BW). De belangrijkste
verbintenis van de verkoper is de levering van de zaak. Enkel de eigenaar kan
een goed verkopen. De verkoop van andermans goed is nietig (art. 1599 BW).
Het gaat hier echter om een relatieve nietigheid die enkel het privébelang van de
koper beschermt en dus enkel door hem kan worden ingeroepen. De koper kan
de nietigheid inroepen, zelfs al was hij te kwader trouw, en dus wist dat de
verkoper niet de eigenaar was van de verkochte zaak. Schadevergoeding kan hij
enkel krijgen als hij te goeder trouw was, wat wordt vermoed.
Hier is er sprake van consensualisme. Louter door de wilsovereenstemming van
de contractanten over het goed en de prijs gaat de eigendom over, ook bij
verkoop van onroerend goed en zelfs al is de verkochte zaak nog niet geleverd
en de prijs nog niet betaald (art.1583 BW).
De koopovereenkomst heeft een eigendomsoverdragend effect. Deze regel geldt
voor de verkoop van welbepaalde goederen.
Bij soortgoederen ligt het anders. Dit is de zogenaamde “naar gewicht, getal of
maat” (art. 1585 BW). Hier gaat de eigendom in principe over op de koper bij de
individualisering, eventueel reeds voor de levering. Zolang die specificering niet
is geschied, behoudt de verkoper het eigendomsrecht en is de koper slechts
schuldeiser van een contractueel vorderingsrecht.
2. Uitstel van eigendomsoverdracht
Het beginsel van de onmiddellijke eigendomsovergang is slechts van aanvullend
recht waardoor de partijen de eigendomsoverdracht mogen uitstellen tot een
later moment na het sluiten van het contract. Indien zij evenwel zouden bedingen
, dat er helemaal geen eigendomsoverdracht zal plaatsgrijpen, is het contract
geen koop meer. Dit is conventioneel uit te sluiten.
Voorbeelden:
Onroerend goed: bij verlijden notariële akte => Dit is het opstellen van
een akte door de notaris.
Beding van eigendomsvoorbehoud: dit is een clausule in een koopcontract
waarbij de verkoper bedingt dat de eigendom pas overgaat op het moment
van de betaling van de koopprijs.
3. Betaling prijs
De prijs is het tweede essentiële bestanddeel van het koopcontract. Een prijs is
een prestatie in geld. Het moet bepaald of bepaalbaar zijn. Dit moet ernstig en
juist zijn.
De tegenprestatie voor eigendomsoverdracht moet uit geld bestaan. Het is
mogelijk dat een ander goed dan geld wordt gegeven, als tegenprestatie voor
eigendomsoverdracht. Dit is dan geen koopovereenkomst, maar een
ruilovereenkomst. Zie artikel 1702 en verder BW.
Artikel 1591 BW schrijft voor dat de prijs moet bepaald zijn en door de partijen
vastgesteld. De verkoop tegen een nog nader te bepalen prijs, heeft geen prijs en
is dus nog niet tot stand gekomen. Het volstaat dat de prijs bepaalbaar is aan de
hand van objectieve elementen die in het contract terug te vinden zijn.
De koopprijs is volledig fictief: naar buiten toe is er een prijs gesimuleerd.
Vermomde schenking: onder het mom van een rechtshandeling onder
bezwarende titel wordt er een schenking doorgevoerd. Een vormvoorwaarde is
dat het een rechtshandeling moet zijn onder bezwarende titel. Een
grondvoorwaarde is dat het een rechtshandeling om niet moet zijn. Dit moet
vatbaar zijn voor inkorting en inbreng.
Het bewijs van een vermomde schenking kan door de erfgenamen met alle
middelen van recht bewezen worden. De koper is in feite niet voldoende
bemiddeld om de koopprijs te betalen. Er is een gering karakter van de prijs. Op
hetzelfde moment als de koopakte wordt ook een testament opgemaakt.
Prijsbewimpeling is dat er naar buiten toe een lagere prijs wordt gesimuleerd dan
de werkelijke prijs. Tussen partijen gelden er afspraken. Derden kunnen zich
beroepen op de werkelijke of gesimuleerde prijs. De fiscus beroept zich op de
werkelijke prijs.
4. Relativiteit van de overeenkomst en tegenwerpbaarheid
aan derden
Ingevolge artikel 1134 BW is een overeenkomst voor de partijen bindend. Een
contract kan enkel gevolgen teweegbrengen tussen de contracterende partijen.
Dat is de relativiteit van de overeenkomst (art. 1165 BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelOss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.59. You're not tied to anything after your purchase.