1.2
Het belang van leeftijd wordt betwist. Je leeftijd zegt iets over je lichamelijke ontwikkeling en
gesteldheid. Met leeftijd hangt ook een ontwikkeling van psychische vermogens samen.
Mentale en psychische vermogens worden steeds vaker onderverdeeld in stadia of fasen.
Een ontwikkelingsstadium verschaft informatie over waartoe een kind of jongere cognitief en
psychisch in staat is, en wat hem of haar bezighoudt. De laatste decennia is er veel kritiek
gekomen op het onderverdelen in stadia. Met name de binding van stadia aan strikte
leeftijdsgrenzen wekt veel kritiek op.
In de leeftijd van 12 tot 16 jaar schort het soms nog aan de communicatie tussen meerdere
hersendelen. Jongeren zouden hierdoor bijvoorbeeld gevaren of risico’s wel kunnen
beredeneren maar niet kunnen voelen. Pas rond je 25e bereik je het punt waarop alles
redelijk stabiel is.
Denken in stadia kan er toe leiden dat er teveel wordt gekeken naar wat jongeren nog niet
kunnen. Van daaruit is het een kleine stap om jongeren minder serieus te nemen. De laatste
tijd is er binnen het onderwijs een groeiende belangstelling voor de diversiteit van leerlingen.
Jongeren die in een bepaalde tijd zijn geboren, ondergaan dezelfde maatschappelijke
ontwikkelingen en gebeurtenissen op ongeveer dezelfde leeftijd. Een gangbaar onderscheid
in generaties is het volgende:
- De vooroorlogse generatie, crisis jaren 30, spaarzaam en sober, kerk en
overheid belangrijk.
- De stille generatie, groeiden op tijdens WO2 en wederopbouw, spaarzaam.
- De protestgeneratie of babyboomgeneratie, snelle komst
consumptiemaatschappij en toename welvaart, zelfontplooiing en vrijere moraal.
- De verloren generatie, jeugdwerkloosheid, aids, no-nonsensementaliteit.
- De pragmatische generatie, ruime ontwikkelingsmogelijkheden, eigen
levensgeluk, grote keuzevrijheid.
- De grenzeloze generatie, eerste generatie die opgroeit met ICT en virtuele
verruiming van de wereld, weinig grenzen, Einsteingeneratie.
Het belangrijkste bezwaar tegen het denken in generaties is dat mensen die in een bepaalde
periode zijn geboren over één kam worden geschoren.
Geboortecohort = groep personen die allemaal in dezelfde periode zijn geboren.
1.3
In de westerse wereld zijn er 3 beelden van jongeren te onderscheiden:
1. De onbekommerde jongere: de jongere heeft een onbezorgd leventje en
experimenteert veel tijdens het uitgaan, vakantie en in de liefde
2. De moeilijke jongere: vaak wordt het woord ‘puber’ hierbij genoemd, de
jongere zoekt naar zijn eigen identiteit en zet zich af tegen volwassenen, de puber zit
in de knoop met zichzelf en vervreemdt zich van ouders en omgeving
3. De onbeheerste en ongeremde jongere: de jongere heeft zichzelf niet in de
hand en kent geen grenzen, hierbij kan vandalisme, geweld en grenzeloos seksueel
experimenteren voorkomen
, De beelden die er zijn over de jeugd worden beïnvloed door de resultaten uit de sociale
wetenschappen. De resultaten komen als eerst terecht bij beroepsgroepen en verspreiden
zich vanuit daar in de samenleving. Dit proces wordt protoprofessionalisering genoemd.
1.4
De betekenis van het begrip ‘jeugd’ is aan het veranderen. Dit komt deels door de
veranderde kijk op jong zijn. De overgang naar volwassenheid is bijvoorbeeld langgerekter
en ingewikkelder geworden. Door de gestegen welvaart, technologische ontwikkelingen en
culturele verscheidenheid hebben de mensen tegenwoordig meer keuze bij het invullen van
hun toekomst. Niet iedereen volgt meer het rijtje van: naar school gaan, werken, trouwen en
een gezin stichten.
Na de adolescentie begint er eigenlijk een nieuwe levensfase, de tussen-in fase. Deze fase
komt vooral voor in ontwikkelde samenlevingen waarin jongeren een vervolgopleiding gaan
doen. De jongeren zijn geen adolescenten meer maar zijn ook nog niet volwassen.
De jongeren van tegenwoordig worden gestimuleerd en uitgedaagd zelf keuzes te maken en
actief vorm te geven aan hun toekomst. Het draait om eigen verantwoordelijkheid, eigen
initiatief en zelfwerkzaamheid.
Door nieuwe onderzoeken en inzichten in de sociale wetenschappen wordt het
overheersende beeld van ‘nog niet kunnen’ over jongeren verbroken. Kinderen en jongeren
blijken tot meer in staat dan er lang werd gedacht. Om deze reden neemt de belangstelling
voor de leefwereld van jongeren toe.
1.5
Met het begrip ‘leefwereld’ wordt het alledaagse doen en laten bedoeld. Bij jongeren bestaat
dit vooral uit bezigheden thuis, op school en in hun vrije tijd. De leefwereld is eigenlijk een
aaneenschakeling van gedragingen, gedachten, gevoelens, waarderingen en
belangstellingen. Vanuit hun eigen beleving geven jongeren vorm aan hun leven. De
leefwereld van jongeren wordt beïnvloed door maatschappelijke voorwaarden en
ontwikkelingen.
1.6
De leefwereld van jongeren staat niet op zichzelf maar is sterk afhankelijk van
maatschappelijke mogelijkheden en onmogelijkheden. Een goed voorbeeld van een nieuwe
levensvoorwaarde is de nieuwe informatie- en communicatietechnologie. Ze dringt direct
door in het leven en verandert tijd- en ruimteverhoudingen. De digitale wereld vormt de kloof
tussen jong en oud. In de jaren 60 was de vernieuwde muziek het gene wat de kloof vormde
tussen jong en oud. Drie veranderingen in de technologische ontwikkeling vallen op
vanwege hun doorwerking in de leefwereld van jongeren:
1. Miniaturisering. Alle apparaten worden kleiner en je kunt steeds meer dingen
met één apparaat. De miniaturisering werkt verdere individualisering en mobiliteit in
de hand.
2. Nieuwe technologie is een massaproduct geworden en betaalbaar voor bijna
iedereen.
3. De verhouding tot de imaginaire wereld is veranderd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller darrendemunck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.