Taalontwikkeling:
Hoofdstuk 1: Inleiding
- Het taalverwervingsproces bestaat niet op zichzelf, maar is een onderdeel van het totale
proces van verandering waarin kinderen zich bevinden
o Het kind verwerft in de periode waarin het zijn taal verwerft, ook vaardigheden op
heel andere domeinen
o DUS we moeten rekening houden met andere ontwikkelingsdomeinen (zie middelste
balk van figuur hieronder = wisselwerking tussen de verschillende domeinen)
Onderscheid tussen
Interne of intrinsieke voorwaarden (aangeboren of
ontwikkelingskenmerken van het kind zelf – boven en middelste)
Externe of extrinsieke voorwaarden (kenmerken van de omgeving
waarin het kind zich ontwikkelt – onderaan)
- Het spreken van het kind is niet alleen een mooi doel op zich, maar het is vooral een middel
om de communicatieve en de kenniswereld te veroveren.
- Aan het schijnbaar probleemloos leren praten van kinderen gaan heel wat voorbereidende
processen vooraf, en er moeten heel wat basisvoorwaarden vervuld worden: een
multifactorieel proces dus.
o Basisvoorwaarden vlotte taalontwikkeling Normale anatomische en neurologische
ontwikkeling
Goede spraak- en gehoororganen
Normaal rijpingsproces van het zenuwstelsel
o Met deze voorwaarden kan het kind zich op volgende domeinen ontwikkelen
Sensorimotorische ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Het taalvermogen moet geactiveerd worden door een passende taalomgeving, en dit tijdens
de vroege levensjaren.
- Tweerichtingsverkeer tussen externe modulariteiten en taalvaardigheid
- Taalontwikkeling is gebaseerd op een interactie tussen het aangeboren taalvermogen van
het kind en het taalaanbod vanwege de buitenwereld (Grijze vlak)
1
,Componenten van taalontwikkeling
- Taalbegrip-taalproductie
- Vorm van taaluitingen
o Klanken (fonetiek/fonologie)
o Woorden (flexiemorfologie)
o Zinnen (syntaxis)
- Betekenis van taaluitingen (semantiek-derivatiemorfologie)
- Gebruik van taaluitingen (pragmatiek)
- Nadenken over taal (metalinguïstiek)
Neurobiologische aspecten van de taalontwikkeling:
- Tot 7 jaar: Vorming van verschillende functionele systemen in het CZS
- Bij pasgeborene
o Neuronenaantal gelijk
o Neuronen worden groter
o Meer axonen en dendrieten
o Meer synapsen
- De toename is afhankelijk van de stimulatie, door deprivatie kan er een structureel
abnormaal hersensysteem opgebouwd worden.
Aangeboren taalvermogen/taalaanleg:
- Verschillende componenten van de hersenen verantwoordelijk
- Bij beschadiging: ander hersengebied neemt die taak over
- Hersensystemen die betrokken zijn bij taalsysteem:
o Systeem van bewustzijnsregulatie: het vermogen om aandacht te vestigen op iets en
die aandacht te houden.
Bevindt zich in het mesencephalon
Het systeem speelt een grote rol bij het scheppen van voorwaarden om
contact met de buitenwereld te houden. Gedrag is pas mogelijk als er sprake
is van voldoende bewustzijn om informatie uit de buitenwereld op te nemen
o Het opname-verwerkingssysteem: verzorgt de opname, verwerking, evaluatie en
opslag van informatie die vanuit buitenwereld op ons afkomt.
Bevindt zich in het achterste deel van de hersenen
In het achterste deel bevinden zich de primaire projectiegebieden van de
verschillende zintuigen, om deze primaire gebieden liggen de
associatiegebieden.
Bv. auditieve analyse in de primaire en de auditieve synthese in de
associatiegebieden
o Het handelingssysteem: planning, structurering, regulering van het handelen
Bevindt in het zich meer naar voor gelegen deel van de hersenen
- Functionele centra:
o Gebied van Brocca: motorisch spraakgebied
Grenst aan het gebied van de motorische cortex (gyrus precentralis)
Controle van de faciale expressie, articulatie en fonatie
o Gebied van Wernicke: het auditieve begrippensysteem
Bovenste deel van temporaalkwab
Beide gebieden zijn met elkaar verbonden door een vezelbundel, de fasciculus arcuatus
2
, De kritische periode:
- Op basis van formeren, elimineren en stabiliseren van synapsen krijgen verschillende
aspecten van taal vroeg hun neerslag op de hersenschors, waardoor een complexe mentale
atlas gevormd wordt.
- De eerste zeven levensjaren (vorming van functionele systemen in het centraal zenuwstelsel)
Hersenen zijn heel flexibel
o Kind leert dan ook zijn moedertaal
o Na de kritische periode is een taal leren moeilijker dan ervoor. Wie nog geen taal
heeft geleerd, zal het niet meer kunnen inhalen
o Staat los van lichamelijke problemen (zoals een afwijking)
- Bij pasgeborene is het neuronenaantal gelijk, tijdens de eerste 7 levensjaren worden
neuronen groter, meer axonen en dendrieten en meer synapsen
- Je moet een ontwikkeling voldoende stimuleren in de juiste periode (=ook gevoelige periode)
Taalaanbod:
- Kinderen leren de taal dankzij het taalaanbod van de opvoeders (leerkrachten, ouders…)
o De taal die het kind leert hangt dus af van het taalaanbod
o Taalaanbod Taal die het kind hoort vanaf zijn geboorte
- Brede omgevingstaal: taal opvangen die niet specifiek tot hem gericht is
o Taal opvangen van de televisie die opstaat (minder dan CDS)
- Verzorgerstaal/child directed speech: taal die specifiek tot hem gericht is
o Belangrijk voor vroege taalverwervingsperiode
Motherese Moeder
Fatherese Vader
Taalaanbod als communicatie-ontlokkend instrument:
- Fine-tuning mechanisme: taal van volwassene past zich aan aan het taalniveau van het kind
o Het taalgebruik van ouders loopt altijd net iets voor op het taalgebruik van kinderen
o Babytaal = verzorgerstaal gesproken tot kinderen tussen plusminus 6 en 18
maanden
- In de non-verbale periode: de volwassene giet betekenis in het pre-intentionele kind
o = Pseudo-dialoog/protoconversatie: verbale periode: echte dialoog maar met
brabbelen (wederkerigheid van communicatie neemt toe)
- Volwassene wil de dialoog gaande houden
o Veel vragen stellen
o Vraag- en antwoordsequenties inbouwen
o Voortdurend benoemen waarmee het kind bezig is
Taalaanbod als didactisch instrument:
- Volwassene wil het taalgebruik van het kind verbeteren
o Expansie, impliciete feedback: herhalen en uitbreiden + verbeteren wat het kind zegt
o Breakdowns: herhalen + vereenvoudiging van langere zinnen
o Build-ups: herhalen + uitbreiden van korte naar lange zin
Linguïstische kenmerken van het taalaanbod:
- Fonologische aanpassingen = Op vlak van klanken en uitspraak :
o Hogere stem, overdreven intonatie, langere pauze, overdreven articulatie
- Fonologische eigenschappen van babytaalwoordjes:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller msxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.