,Inleiding Reumatologie
DEF: Reumatologie houdt zich bezig met aandoeningen van bindweefsels, gewrichten
en gerelateerde structuren, die gekarakteriseerd worden door inflammatie,
degeneratie of metabole stoornissen (vb. ontbreken van bepaald enzym of eiwit
of niet goed functioneren).
à Gehele lichaam (gewrichten / botten / spieren / pezen)
Weke delen: spieren/pezen
Degeneratief: veroudering/ aftakeling
Inflammatie: eindigt op -itis (ontsteking)
Belang van kinesitherapie (ICF):
> Informatie en advies
> Ondersteunen in (heropname van) lichamelijke activiteit en actieve levensstijl
> Aanpakken van primaire stoornissen en beperkingen
> Secundaire preventie van met reuma samenhangende klachten (pijn, verminderde spierkracht,
verminderde aerobe capaciteit, verminderd evenwicht, afgenomen mobiliteit, valangst, beperkingen
in activiteiten en participatie…)
> Instrueren bij gebruik hulpmiddelen
à Veel aandoeningen zijn secundair aan de pathologie (door levensstijl/ gedrag van patiënt) à daar
als kine op inspelen
Prognose (afhankelijk van):
1. Medische toestand en specifieke diagnose
2. Functionele toestand (anamnese en klinisch onderzoek)
3. Psychosociale factoren (gele vlaggen!)
à Een patiënt met een goede medische en functionele prognose kan toch slecht herstellen omwille
van psychosociale factoren die het herstel in de weg staan.
Anamnese en klinisch onderzoek:
1. Onset en verloop symptomen
2. Lokalisatie symptomen (lokaal/veralgemeend, symmetrisch, etc.)
3. Familiale achtergrond
4. Beïnvloedende factoren: wat maakt de klachten erger of minder erg?
5. Impact op functie, activiteiten en participatie
6. Comorbiditeiten: niet enkel bewegingsapparaat, maar ook cardiovasculair of neurologisch
7. Pijntypes à nociplastisch, nociceptief, neuroplastisch (pijn vaak primaire klacht)
8. Andere onderzoeken
à Voorgeschiedenis mee in rekening nemen
> Nociceptieve pijn:
• Inflammatoire pijn: dolor-rubor-calor-tumor, nachtelijke pijn (wordt wakker van de pijn), pijn
bij rust, aanhoudende ochtendstijfheid (>1u), betert bij inspanning
• Mechanische pijn: pijn bij belasting, geen nachtelijke pijn, pijn
verdwijnt in rust, kortdurende ochtendstijfheid
> Neuropathische pijn: dermatomen en myotomen bekijken, sensorische
testing, spiertesting, vragenlijsten, testen die druk zetten op zenuw om
klachten uit te lokken (tabel).
1
,> Centrale sensitisatie pijn: onderliggend mechanisme
nociplastische pijn à CS is onderliggende pathologie bij
kolom disorders
CS kan voorkomen in subgroep, maar niet bij alle
patiënten (pijn door degeneratieve veranderingen en CS
versterkt enkele symptomen) => RA
Indien neuropathische pijn niet dominante pijntype à
nagaan of pijn disproportioneel is?
CRITERIUM 1: disproportionele pijndistributie (JA = CR2)
• Ernst van pijn en gerelateerd disfunctioneren (intolerantie voor dagelijkse activiteiten)
disproportioneel tot de hoeveelheid en/of ernst van weefselschade?
• Pijn normaal of overdreven volgens gestelde medische diagnose?
à Wel weten dat schade niet altijd gepaard gaat met symptomen
à Steunen op eigen klinische expertise en anamnese (verhaal P geeft belangrijke inschatting)
CRITERIUM 2: diffuse pijndistributie (JA = CS – NEE = CR3)
à Pijn omvat groter gebied dan vastgelegd op weefselschade of medische beeldvorming
• Bilaterale pijn / spiegelpijn (i.e. symmetrisch pijn patroon)
• Pijn variërend in (anatomische) locatie
• Groot pijngebied met niet-segmentale verdeling
• Allodynie buiten segmentaal gebied van primaire nociceptie
CRITERIUM 3: hypersensitiviteit voor allerlei prikkels
• Reuk, smaak, licht, geluid, tast, medicatie, koude/warmte…
• Central Sensitization Inventory: tool voor algoritme als bijvoeging van
anamnese en klinisch onderzoek, geen vragenlijst om CS vast te stellen
• Cutoff = 40
à Opletten met scores net onder 40 en onzekerheid bij andere items (toch in
twijfel nemen CS)
Andere onderzoeken (8)
> Geassocieerde symptomen: huid/nagels, ogen, mond/keel, lymfeklieren, vaatstelsel, lever/milt,
spijsverteringsstelsel, genitaliën à reuma is systeemaandoening
> Mogelijks tegenkomen in praktijk zonder dat diagnose van reuma is vastgesteld
à Als therapie niet vlot en symptomen zichtbaar: P naar reumatoloog sturen
Klinisch onderzoek van gewricht
à Onderzoeken van belangrijkste aspecten aangetast bij reumatologische aandoeningen:
1. Zwelling van het gewricht (relevant bij inflammatoire aandoeningen)
o Samenstelling en kleur vocht nagaan à arts bepaald bijkomende onderzoeken
o Intra-articulair vocht, synoviale verdikking, peri-articulaire wekedelen zwelling
o Oorzaak moeilijk klinisch te onderscheiden: via echo, CT, MRI, PET of scintigrafie
2. Mobiliteit van het gewricht
o Verantwoordelijkheid kine: uitvoeren voor elk aangetast gewricht en kan overal anders zijn
o Verschillend voor elk gewricht, vergelijken met contralaterale zijde, vergelijken actief en
passief verschil ROM (spierbeperking of articulaire beperking)
o Bij wijdverspreide aandoeningen kan er bilateraal een probleem zijn à vergelijken moeilijker
2
, 3. Ganganalyse
o Naast de lokale zaken ook andere zaken bekijken
o Kijk ook steeds naar schoudersymmetrie, alignement
ruggengraad, ROM gewrichten, spieratrofie, zwelling
gewrichten, antalgische houding/gang…
4. Patroon van gewrichtsaantasting (3 onderdelen)
o Pauciarticulair: meer dan 1, maar minder dan 5
Opbouw van het gewricht
à Gewrichtskraakbeen, subchondraal bot, synoviaal membraan, synoviale ruimte, synoviaal vocht
RA = gezwollen synoviaal vlies en boterosies
Gewrichtskraakbeen:
- Ligt op subchondraal bot
- Opbouw: collageenvezels + proteoglycanen complexen (eiwit-suiker) + water (75%)
- Functie: stress/druk verdelen over een groter oppervlak
- Voeding: bezenuwd, maar niet gevasculariseerd. Voor voeding afhankelijk van
diffusie afkomstig uit subchondraal bot (1/3) en synoviale ruimte (2/3)
- Deformaties (= pompbewegingen) van kraakbeen nodig om goed vervoer stoffen in/uit kraakbeen
te krijgen à belang van beweging!
Synoviaal vocht:
- Opbouw: hyaluronzuur (lange ketens van glucosamine en glucuronzuur) + lubricines + water
- Functie: bevochtigen kraakbeen, voeden cellen, verminderen wrijving (vermijden slijtage), reinigen
van de gewrichtsholte (door synoviocyten, i.e. macrofage-achtigen)
- Pathologie verandert het synoviale vocht: kwaliteit daalt (= minder viskeus), kwantiteit stijgt (=
meer cellen), vertroebeling en kleurverandering
- Contra-indicaties gewrichtspunctie: infectie punctieplaats (gevaar voor iatrogene septische artritis)
of prothese (gevaar infectie prothese / materiaal)
- Veranderingen in kleur en troebelheid (verandert ifv pathologie, normaal kleurloos)
• Lichtgeel doorzichtig = weinig cellen = weinig inflammatie = osteo-artrose
• Diepgeel troebel = reumatoïde artritis
• Diepgeel troebel met groene schijn = jicht
• Diepgeel troebel met grijze schijn = chondrocalcinose
• Bloed met vetdruppels = afkomstig van beenmerg = fractuur
- Onderzoek cellen: hoe troebeler het vocht = hoe erger de graad van inflammatie = hoe meer cellen
- Aanwezigheid van kristallen
• Calciumpyrofosfaat = weinig agressief. Fagocyterende cel blijft leven, vooral intracellulair
gevonden à chrondrocalcinose
• Urinezuur = zeer agressief. Fagocyterende cel gaat dood, vooral extracellulair à jicht
- Nagaan aanwezigheid bacteriën (streptokokken, diplokokken, stafylokokken)
Deel 1: Metabool-Degeneratieve aandoeningen
Osteoporose
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LB2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.