Heeft een historisch besef van de ontwikkeling van de visie op
gezondheid
Vroeger: gezondheid is een staat van geestelijken maatschappelijk welzijn
Nu: je bent gezond, wanneer je het vermogen hebt om jezelf aan te
passen aan een situatie op lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk gebied.
Kan actuele definities van gezondheid vertalen naar de rol van de
beweegzorgprofessional
Wij als professionals moeten onze patiënten begeleiden zodat ze zelf kunnen
werken aan hun eigen gezondheid.
Heeft een historisch besef van de ontwikkeling van de activiteiten
van de beweegzorgprofessional
- Heil gymnast. Activiteiten om gezonde en fitte organen te krijgen
- Cesar therapie optimaal en goed bewegen draagt bij aan optimaal
functioneren in ADL
- Fysiotherapie sinds 1942 erkent als beroepsgroep
Herkent een ontwikkeling van “therapeut-centered” naar
“Patient-centered”
Waar eerst de behandeling expliciet vanuit de therapeut kwam, wordt er nu meer
gekeken naar de patient. Er wordt van de patiënt gevraagd om zelf ook bijdrage
te leveren in het behandelproces. Vroeger vertelde de therapeut te patient wat
hij/zij wel ofniet moest doen. Dt is verandert, omdat de hedendaagse patient
mondiger is geworden.
Herkent de ontwikkeling van goeroe-based naar evidence based
Eerste waren er veel goeroes met eigen ontwikkelde methoden. Patienten
konden hier gebruik van maken en dit koste de zorgverzekeraars bakken met
geld. Zodoende wilden deze oragnisaties zekerheid dat deze methodes ook echt
werkten en ze niet onnodig geld over de balk gooiden. Toen is ebp in het leven
geroepen. Er moest dus wetenschappelijk bewezen worden dat hun methodes
daadwerkelijk een toegevoegde waarden hadden
Heeft een beeld van de huidige visie op gezondheid, en
gezondheidszorg
-
Ontwikkelt een visie op zijn individuele invulling van de
beweegzorgprofessional
-
,Week 1
Leerdoelen HC2
kan uitleggen wat de functionele verschillen zijn tussen de drie soorten spierweefsel (glad,
hart, skeletspierweefsel).
Soorten spierweefsel Eigenschappen
Glad spierweefsel - Komt voor in de wand
van onze organen
Hart spierweefsel - dwarsgestreept
- Niet zelf aan te sturen
Skelet spierweefsel - Dwarsgestreept
- Kunnen we zelf
aansturen
kan de algemene indeling van spieren naar vorm en vezelverloop (spier-architectuur)
beschrijven en kan uitleggen wat daarvan de functionele consequenties zijn wat betreft
fysiologische doorsnede, hefhoogte en het moment dat de spier kan leveren.
Parallelle spier:
- spiervezels liggen in de lengterichting van de pees en liggen parallel aan de werkrichting
- Grote hefhoogte
- Grotere contractie snelheid
Pennate spier:
- Kan meer kracht leveren dan
- je hebt unipennate en multipennate spieren.
- Spiervezels vormen een hoek op de werklijn (zwarte lijn)
- Kleinere hefthoogte
kan uitleggen wat het (functionele) onderscheid is tussen een agonist, een synergist, een
neutraliserende spier, een stabiliserende spier en een antagonist.]
Agonist Werkende spier
Synergist Meewerkende spier
Antagonist Tegenliggende spier
Neutraliserend Verhinderen ongewenste
bewegingen van agonist en
synergist
Stabiliseren Botstukken fixeren waaraan de
, contraherende spieren zich
hechten
kan de drie verschillende contractievormen (concentrisch, isometrisch, excentrisch)
uitleggen.
Concentrisch Tilt gewicht op
Isometrisch Houd gewicht vast
Excentrisch Laat gewicht zakken
kan de bouw en functie van dwarsgestreept spierweefsel beschrijven.
- Dwarsgestreept spierweefsel bevind zich voornamelijk in skeletspieren. Deze kan je bewust
aansturen en zorgen ervoor dat botstukken ten opzichte van elkaar bewegen dmv
contracties.
- Dwarsgestreepte patroon wordt gevormd door de actine en myosine filamenten. Deze
filamenten maken de contractie mogelijk, wanneer een zenuw een signaal heeft gegeven. De
myosine hebben haakjes die zich als het ware vastgrijpen aan de actine en deze als het ware
over elkaar heen schuiven.
- Sarcotubulair systemeem zorgt ervoor dat het signaal bij de actine en myosine komen
Rondom de myofibrillen zitten buizen genaamd heet sarcoplasmatisch reticulum, deze lopen
in de lengte van de myofibrillen. De dwarse buizen heten de t-tublili
o wanneer het signaal bij de spiervezel komt, dan gaat de naar binnen via de t-tubiil en
word doorgegeven aan het sarcoplasmatisch reticulum.
, o Hierin zitten calcium ionen deze zijn nodig voor spiercontractie. Dit komt vrij en zorgt
ervoor dat de actine en myosine in elkaar kunnen schuiven
kan het mechanisme van de spiercontractie en spierontspanning uitleggen.
I. Excitatie—> prikkeling
a. Prikkeling sarcolemma door zenuwvezel
b. Voorgeleiding prikkel langs membranen van de t-tubili
II. Latentietijd
a. Calcium ionen komen vrij. Diffusie van calcium ionen naar myofilamenten
b. Binding van calcium ionen aan moleculen op actine. Bindingsplaatsen. Worden
gedeblokkeerd
III. Spiercontractie
a. Myosine vormt brug met actine (cross bridge) en buigt. Actine glijd stukje over
myosine heen.
b. ATP voor nodig
IV. Relaxatie
a. ATP naar myosine zodat deze zich los koppelt van actine
b. Calcium ionen worden terug gepompt naar sarcoplasmatisch reticulum
kan eigenschappen van langzame en snelle spiervezels beschrijven en de verschillen
daartussen verklaren.
Snelle spiervezels Type II Langzame spiervezels type I
Explosief Duursport
Goed doorbloed
Relatief weinig mitochondriën Relatief veel mitochondriën
Snel vermoeid Kan langdurig kracht leveren
Anaeroob Aeroob
kan uitleggen hoe motorische eenheden in een spier functioneren.
Spiercontracties worden geregeld door het zenuwstelsel. Elke zenuw heeft duizende uitlopers die
informatie uit het zenuwstelsel doorgeven aan de spie (via axonen). Elke motorisch neuron
spreekt meerdere spiervezelf aan (deze bij elkaar noemen we een motorunit). Hoe minder
spiervezels in een motorunit hoe preciezer de beweging. Elke spiervezel geeft impulsen aan de
spier via de neuromusculaire synaps.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diegoschouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.