Mediarevoluties:
Prehistorie = Tijdperk zonder schrift. Einde prehistorie= ongelijktijdig3000 v.C in
‘Egypte’ 60 v.C in ‘de Nederlanden’
- Orale cultuur: Belangrijkste kenmerk is orale traditie.
- Communicatie is gelijktijdig (connection-oriented) en kleinschalig (point-to-
point).
- Communicatie is memoriseren en imiteren (Ze rijmden om iets te onthouden).
Semiotiek(tekenleer)- Iconisch teken: Een teken dat lijkt op de werkelijkheid.-
Symbolisch teken: Een afspraak dat we zo iets noemen.
1e mediarevolutie:De uitvinding van het schrift.
- Van spijkerschrift naar alfabet.- Van iconische naar symbolische tekens.
- Communicatie en tweerichtingsverkeer worden ongelijktijdig (connectionless)
,maar blijven kleinschalig (point to point).
Gevolgen voor de samenleving:
- Religie
- Wetenschap
- Filosofie
- Taal
2e mediarevolutie:Boekdrukkunst (1450).
- Gutenberg ontwikkelt stalen letter pers.
- Pers is accuraat en razendsnel.
- Ongelijktijdige communicatie (connectionless) en grootschalig (broadcast).
Gevolg voor de samenleving:
- Massaproductie
• Reformatie —> Maarten Luther (1483-1546) De Bijbel werd vertaald naar het
Duits. Er kwamen boekverbrandingen en censuur.
- Motor achter modernisering
- Verspreiding van nieuwe kennis.
- Verspreiding van nieuwe ideeën.
- Verspreiding van boeken in landstaal.
- Handelskapitalisme.
3e mediarevolutie:Informatica (1850)
1.Telegraaf (vanaf 1850)
2. Fotografie (vanaf 1850)
3. Telefoon (vanaf 1880)
4. Film (vanaf 1900)
5. Radio (vanaf 1930)
6. Televisie (vanaf 1950)
7. Internet (vanaf 1990)
Van Wijk ziet telegraaf, fotografie, telefoon, film, radio en televisie als voorlopers
van digitale media en daarmee als voorbereiding van de informatica-revolutie.
- Internet is groot geworden dankzij de open elektronische omgeving, de
interpersoonlijke communicatie (bijv. Bellen of Skypen) en het multimediale
aanbod.
- Ongelijktijdige communicatie (connectionless), gelijktijdige communicatie
, (connection-oriented), kleinschalig (point-to-point) en grootschalig (broadcast).
Overgang audiovisuele media:
- Opkomst beeldcultuur.
- Woordcultuur verliest monopoliepositie.
- Overeenkomt fotografie, film en TV: geloofwaardigheid visuele beelden.
Conclusie:
- We onderscheiden 3 mediarevoluties:
- Uitvinding van het schrift.
- Boekdrukkunst.
- Informatica-revolutie.
- Van Wijk onderscheidt 4 vormen van communicatie:
- Point-to-point (kleinschalig)
- Connection-oriented (gelijktijdige communicatie)
- Broadcast (grootschalig)
- Connectionless (ongelijktijdige communicatie)
- Boodschappen ontstaan uit symbolische of iconische tekens
Werkcollege 1:Zeven kenmerken van de mediaexplosie:
1. Groei van communicatiemiddelen en communicatie-aanbod.
-Leidt tot: Crossmediale communicatie —> Een mix van verschillende media
waarbij elk medium wordt ingezet voor zijn mediumspecifieke functies om een
boodschap tot zijn recht te laten komen.
2. Diversificatie
- Kortere levenscyclus van media-apparaten.
- Steeds meer keuzemogelijkheden.
3. Digitalisering
Gevolgen:
- Toegankelijkheid
- Persoonlijk
- Vervaging
4. Convergentie
- Het ineenvloeien van informatiedragers, informatiekanalen en
communicatiemedia.
5. Uitbreiding van zintuigelijke ervaring
6. Verdwijnen van de scheiding tussen interpersoonlijke en
massacommunicatie
Interpersoonlijke communicatie:
- Niet openbaar, via persoonlijke kanalen
- Tweerichtingsverkeer, directe beïnvloeding, feedback makkelijk.
- Klein bereik.
- Ontvanger bekend, ontvanger ook zender, contact moeilijk te verbreken.
Massacommunicatie:
- Openbaar, via openbare kanalen.
- Eenrichtingsverkeer, indirecte beïnvloeding, feedback moeilijk.
- Groot bereik.
- Ontvanger anoniem, ontvanger geen zender, contact makkelijk te verbreken.
7. Professionalisering
- Toename van de mediaberoepen.
Wij leven in een media-explosie omdat alles de laatste jaren extreems
snel is gegroeid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riannecoppes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.