In dit document staan alle vragen en antwoorden van alle werkcolleges van Burgerlijk procesrecht 2. Ik heb alle antwoorden zo duidelijk mogelijk opgeschreven en ook bij sommige antwoorden uitleg gegeven. Ik heb steeds zo uitgebreid mogelijk geprobeerd te antwoorden, zodat je weet wat je op het tent...
Burgerlijk procesrecht 2 Vragen, antwoorden en uitleg werkcolleges
Week 1
Vragen
1. Geef in eigen woorden aan wat het executierecht volgens u inhoudt. Betrek in uw
antwoord de relatie met het burgerlijke recht.
In het executierecht gaat het om het toepassen van dwangmiddelen om
je vordering af te kunnen dwingen. Welke regels gelden er als je een
dwangmiddel wil inzetten? Welke dwangmiddelen zijn er?
De relatie met het burgerlijk recht (materiele privaatrecht): het
executierecht maakt het mogelijk om de materiele af te kunnen
dwingen. Als je bijvoorbeeld al een proces hebt gehad maar de
schuldenaar nog steeds niet wil betalen, kan je dit via het executierecht
afdwingen door naar een deurwaarder te stappen en een veroordeling
te laten uitvoeren door middel van bijvoorbeeld een dwangsom.
2. Idem als vraag 1 maar dan voor het beslagrecht.
Je ontneemt de vrije beschikkingsmacht over een bepaald goed. Je
ontneemt niet de feitelijk macht over het goed, want het goed blijft
(nog) gewoon bij de eigenaar. Er wordt beslag opgelegd, niet
meegenomen. Soms wordt iets wel meegenomen, omdat de kans er is
dat de schuldenaar het gaat verkopen. Je wordt niet
beschikkingsonbevoegd, dus je mag verkopen en leveren aan een ander.
Arrest Forward/Huber. -> je verliest niet de feitelijke macht, niet
beschikkingsonbevoegd, alleen alle handelingen die na het beslag
worden gedaan, hoeft de beslaglegger niets van aan te trekken
(blokkerende werking van het beslag). De koper is dan dus meestal de
dupe, als de schuldenaar een goed verkoopt terwijl hier beslag op legt.
Soms wordt de koper dan toch beschermd (komt later).
Kan iemand (koper) nagaan of ergens beslag op ligt? -> Bij een auto kan
dit niet, beslag op een onroerend goed is wel zichtbaar (huis), dit staat
in het register. Dit komt later aan de orde.
3. Wat is het verschil tussen het faillissementsrecht en het gewone executierecht
c.q.
beslagrecht?
Als iemand failliet gaat, wordt iemand onder curatele gesteld.
De curator moet gaan onderzoeken wie de schuldeisers zijn. Bij
het executierecht is dit niet zo.
Faillissement is een collectieve actie van alle schuldeiser samen
via de curator. Bij het beslagrecht is het individueel. Niemand
doet dat namens alle beslagleggers.
Bij beslagleggen moet je specifiek kiezen waar je beslag op
legt, bij faillissement is het een algeheel beslag op al het
vermogen van degene die failliet is gegaan.
4. Noem enkele dwangmiddelen en geef aan wanneer u daar als schuldeiser gebruik
van kan maken.
- Dwangsom -> Om iemand te motiveren aan zijn hoofdveroordeling te
voldoen. Als hij dit niet doet dan komt hier ook nog eens een dwangsom
bij (geld).
- Executoriaal beslag
- Ontruiming van een onroerende zaak -> als iemand bijvoorbeeld al
, heel lang niet de huur heeft betaald (gedwongen ontruiming is vaak
voor de deurwaarder de meest ingrijpende situatie).
Er moet een condemnatoir element zitten in een vonnis die de rechter
heeft gegeven, dan pas kan de deurwaarder er iets mee. Er moet in
staan dat de schuldenaar iets verplicht moet doen, bijvoorbeeld iets
teruggeven of betalen.
5. Leg uit wat het recht van parate executie is. Wie heeft / hebben dit recht?
Er is sprake van recht tot parate executie als de wet bevoegdheid geeft
tot het toepassen van bepaalde dwangmiddelen zonder dat hiervoor een
executoriale titel nodig is. Er hoeft dus niet eerst naar de rechter
worden gegaan. Een voorbeeld hiervan is art 5:44, overhangende
takken. De schuldeisers hebben dit recht, dus burgers. Ze ontlenen hun
bevoegdheid aan de wet. Art 3:268 BW -> parate executie bij
hypotheek. 3:248 BW -> parate executie bij pand.
6. Wat is eigenlijk de rol en positie van een deurwaarder?
Hij is een openbaar ambtenaar. Taken van de deurwaarder staan in art 2
en 20 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Alles loopt via de deurwaarder.
De deurwaarder gaat bijvoorbeeld langs bij de mensen en legt beslag.
Art 430 Rv. -> vorm van een vonnis. Grosse, ‘in naam des Konings’. Als
jij als burger deze grosse hebt, moet je naar een deurwaarder stappen
en deze kan dan overgaan tot executie -> art 434 Rv. = machtiging tot
executie, bijzondere volmacht is nog wel vereist bij gijzeling
(toestemming van de rechter).
Casusvragen
7. Brigitta Boons heeft een mooi oud huis gekocht in een buitenwijk van Venlo.
Wanneer zij in de lente aan de slag gaat in haar tuintje merkt ze dat de wortels
van de bomen die in de tuin van haar buren staan doorschieten op haar erf. Zij
vindt dit bijzonder onhandig en nogal gevaarlijk, aangezien zij herhaaldelijk over
deze wortels struikelt. Tijdens uw visite legt Brigitta dit probleem aan u voor. Wat
deelt u haar mede? Kan Brigitta deze wortels zomaar weghakken of dient zij een
andere weg te bewandelen; zo, ja welke?
Recht van parate executie. Hier is art 5:44 BW geldig. In lid 2 staat:
‘degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten mag deze
voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toe-eigenen’. Als
het overhangende planten waren geweest (lid 1) moest er eerste een
aanmaning komen (dus in verzuim), maar dat is in dit geval niet vereist.
Brigitta kan deze wortels dus zomaar weghakken in dit geval.
8. In de rechtbankprocedure tussen Mark Wassenaar en Carolien Spitz heeft een
schikkingscomparitie plaatsgevonden. Ter comparitie is inderdaad een schikking
tot stand gekomen. In het proces-verbaal van de schikking is opgenomen dat
Mark aan Carolien een bedrag ad € 26.730,- zal voldoen. Carolien vraagt u of zij
aldus een
[Typ hier]
, executoriale titel beschikt. Wat geeft u Carolien als antwoord?
Art 430 Rv. -> Wat levert een executoriale titel op? Arrest:
Rabobank/Visser ->
vorderingen moeten voldoende duidelijk zijn beschreven in
de akte. “alsmede
bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken” ->
Art 87 Rv. =
schikkingscomparitie. Een schikkingscomparitie kan in een
executoriale vorm
uitgegeven worden (lid 3). In de praktijk wordt altijd een
proces-verbaal uitgegeven.
[Typ hier]
,Week 2
Vragen
1. Leg uit wat reële executie is en geef 3 voorbeelden.
Reële executie is executie, waardoor de executant, zonder
medewerking van de schuldenaar, het resultaat bereikt dat ook
bereikt zou zijn indien de schuldenaar vrijwillig aan zijn
verplichtingen zou hebben voldaan. Art 3:297 BW.
-1. Rechterlijke machtiging, art 3:299 lid 1 en lid 2 BW
lid 1 -> toestemming vragen en dan zelf uitvoeren (of
iemand inhuren hiervoor).
lid 2 –> wederpartij doet iets wat hij niet had moeten doen,
moet ongedaan
gemaakt worden. Dan krijg je toestemming om ongedaan te
maken.
lid 3 -> kosten komen ten laste van de wederpartij die
verplichting niet is
nagekomen. In de uitspraak/de rechterlijke machtiging
kunnen de kosten
al aan de rekening van de wederpartij worden uitgesproken.
-2. Levering van een registergoed
- Art 3:300. Vragen aan de rechter of het vonnis geldt als
leveringsakte.
vonnis vervangt dan de leveringsakte en kan in het register
worden ingeschreven.
-3. Afgifte van minderjarigen
-4. Afgifte van een roerende zaak, art 491-500 Rv
-5. Ontruiming van een onroerende zaak, art 555-558 Rv.
-moet een exploot van deurwaarder voorafgegaan en
wederpartij kan nog binnen
3 dagen aan de prestatie voldoen.
2. Wat is een significant verschil tussen parate en reële executie?
Voor reële executie heb je een executoriale titel nodig en voor
parate executie niet. Bevoegdheid bij parate executie komt uit
de wet. Bij reële executie is bijvoorbeeld de rechterlijke
machtiging een executoriale titel.
3. Wat is het verschil tussen directe en indirecte executiemiddelen? Noem
van elk twee voorbeelden.
Indirect = lijfsdwang (gijzeling, art 585 Rv.) en dwangsom (art
611a). Deze dwangmiddelen zijn niet rechtstreeks tot het
gewenste resultaat te voeren maar indirect want het dreigen
van de toepassing van deze middelen vormt meestal een
onaantrekkelijk alternatief dat hij alsnog kiest om aan zijn
verplichtingen te voldoen.
Direct = bijvoorbeeld de gedwongen voldoening van
geldvorderingen door beslag, gevolgd door executoriale
verkoop. Deze executiemiddelen leiden wel rechtstreeks tot het
resultaat. En bijvoorbeeld revindicatie 5:2 (eigendom
[Typ hier]
, terugvorderen), art 491 Rv. -> lid 1 -> termijn hoeft niet
afgewacht te worden als er vonnis uitvoerbaar bij voorraad is
verklaard. Lid 2 -> executie tot afgifte gaat de deurwaarder
gewoon ophalen en geeft het terug aan de eigenaar (als er
bijvoorbeeld een fiets was uitgeleend die niet teruggegeven
werd). 492 Rv. -> deurwaarder kan beslag leggen op de zaak als
hij het bijvoorbeeld niet mee krijgt omdat het te groot is. Dit
kan ook toegepast worden bij een koopovereenkomst als de
verkoper bijvoorbeeld niet wil leveren. Dan kan de koper ook
een deurwaarder inschakelen om eigenaar te worden door de
levering.
4. Aan welke beginselen dient de rechter een verzoek tot lijfsdwang te
toetsen? En kunt een wetsartikel vinden die verklaart dat schuldeisers
niet snel voor dit dwangmiddel opteren?
Art 587 Rv. -> beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Subsidiariteit = lijfsdwang mag slechts worden toegestaan als
aannemelijk is dat toepassing van een ander dwangmiddel geen
succes zal hebben. Proportionaliteit = er moet evenredigheid
bestaan tussen het belang dat de schuldeiser heeft bij de
toepassing van dit dwangmiddel en de zwaarte van dit
dwangmiddel. Art 585 Rv -> voorwaarden.
Je hebt een uitvoerbaar verklaring bij lijfsdwang nodig van de
rechter -> art 434 Rv. Je hebt een bijzondere volmacht nodig.
Er wordt niet snel voor lijfsdwang gekozen. Art 593 -> elk
moment. Art 597 -> voorschieten kosten van onderhoud door
de schuldeiser. Elke 30 dagen. Er wordt niet vaak voor gekozen,
omdat je dus dan zelf moet betalen voor nakoming van de
vordering waar je recht op hebt.
5. Leg in eigen woorden uit wat u onder de blokkerende werking van
beslag verstaat en geef aan waar het in de wet is geregeld.
Alle handelingen die verricht worden nadat het beslag is
opgelegd kan dit niet tegen de beslaglegger worden
ingeroepen. Hij blijft beschikkingsbevoegd.
Door de blokkerende werking van beslag is het bijvoorbeeld
niet mogelijk om een auto waar beslag op ligt te verkopen. Dit
is wel mogelijk want de schuldenaar is beschikkingsbevoegd,
maar de deurwaarder heeft hier niks mee te maken en kan de
auto dan ook bij deze persoon weghalen. Het beslag blokkeert
dit dus.
Arrest Forward/Huber.
Art 453a Rv. Blokkerende werking beslag van vervreemding,
bezwaring, onderbewindstelling of verhuring.
457h -> derdenbeslag
505 lid 1 -> onroerend
6. Welke tweedeling in beslagen kent u en wanneer moet een schuldeiser
voor welke vorm opteren. Geef tevens aan hoe het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering in elkaar zit op dit punt.
[Typ hier]
, Executie tegen afgifte en levering tegenover de
verhaalsbeslagen.
Executoriale beslagen tegenover conservatoire beslagen. Als je
executoriale titel al hebt ga je meteen executoriaal beslag
leggen.
Casusvragen
7. Arno Kremer is eigenaar van een auto. Deze auto wordt gestolen door
Bart Wiersma. Bart verkoopt de auto aan Cees Schoonhorst; de
koopprijs bedraagt € 8.500,-. De verkoop vond niet plaats op een
automarkt (particuliere verkoop) en Cees weet niet dat Bart geen
eigenaar is van auto. De dag na de verkoop levert Bart de auto aan
Cees. Een jaar na de diefstal van zijn auto komt Arno erachter dat de
auto zich bij Cees bevindt. Op grond van art. 3:86 lid 3 BW kan Arno de
auto gedurende drie jaren na de dag waarop deze is gestolen
revindiceren van Cees. Het tijdstip waarop Arno de auto ontdekt bij
Cees ligt binnen die periode, zodat Arno de auto kan revindiceren van
Cees. Van welk processueel middel kan Arno zich bedienen om zijn auto
daadwerkelijk terug te krijgen?
Executie tot afgifte van roerende zaken die geen registergoed
zijn. De deurwaarder moet de zaak dan onder zich nemen. Art
491 Rv.
Als je geen titel hebt kan je wel conservatoir tot afgifte op het
goed leggen. Art 730 Rv.
8. Ronald Peeters heeft in strijd met een erfdienstbaarheid op zijn erf
gehandeld door hoger en breder te bouwen dan was toegestaan. Wat
kan Martin Stagaman, eigenaar van het heersend erf, wiens recht van
voetpad door deze verbouwing illusoir is geworden, hiertegen doen?
Rechterlijke machtiging -> art 3:299 lid 2. Hij was tot een
nalaten gehouden (ronald), dus martin kan het afdwingen
tegenover afdwingen tegenover ronald als hij het niet in orde
brengt. Dan kan martin laten slopen als hij rechterlijke
machtiging krijgt, de kosten hiervoor komen voor rekening van
ronald (lid 3).
9. Joris Vleuten heeft met een huisschilder een overeenkomst gesloten. De
schilder zal in de vakantie van Joris diens gehele huis aan de buitenkant
wit schilderen. Bovendien zal de schilder de kozijnen van een nieuwe
laklaag voorzien. De prijs voor dit karwei heeft Joris vooraf betaald.
Wanneer Joris van zijn vakantie terugkeert, ziet hij onmiddellijk dat de
oude verflaag wel is weggehaald en dat de kozijnen zijn afgebrand,
maar dat het huis nog helemaal moet worden geschilderd en de
kozijnen allemaal nog moeten worden gelakt. De schilder beweert geen
tijd en ook geen zin meer te hebben gehad in de klus en wil het werk
niet afmaken. Joris kan nu twee wegen bewandelen om zijn huis nog
opgeknapt te krijgen. Welke wegen zijn dat en wat is het verschil tussen
beide?
- wanprestatie gepleegd 6:74-> toerekenbare tekortkoming.
[Typ hier]
, Verzuimregeling als nakoming nog mogelijk is 6:81.
Ingebrekestelling sturen 6:82. -> schadevergoeding. De schade
zijn waarschijnlijk de kosten die hij aan een nieuwe schilder
moet uitgeven om het werk af te maken.
- Art 299 lid 1 -> rechterlijke machtiging. Door andere schilder
af te laten maken of door een andere schilder af te laten
maken. Lid 3 -> de extra kosten die ontstaan komen in rekening
van de wederpartij die niet aan zijn verplichting voldoet.
Verzuimregeling is hier niet van toepassing. Dus deze regeling
is makkelijker dan de wanprestatie. Je kan hier de machtiging
vragen en de kosten kunnen meteen veroordeeld worden tot de
wederpartij door de rechter.
10.In kort geding vordert Karels BV dat aan Meter BV een verbod wordt
opgelegd om bepaalde producten te verkopen, omdat Meter BV haar
daarmee op oneerlijke wijze beconcurreert. De voorzieningenrechter
wijst bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 15 november
2006 het door Karels BV gevorderde toe, zulks op straffe van een door
Meter BV te verbeuren dwangsom van € 1.000 voor elke keer dat Meter
BV het gegeven verbod zal overtreden door verkoop van een product.
Op 16 november 2006 verkoopt Meter BV, zoals Karels BV op 20
november 2006 verneemt, 50 stuks van de bewuste producten. Op 18
november 2006 laat Karels BV het vonnis aan Meter BV betekenen.
Op 28 november 2006 blijken, zoals Karels BV op 10 december
verneemt, nog eens 20 van de bewuste producten door Meter BV te zijn
verkocht, terwijl datzelfde wederom is gebeurd op 2 december 2006.
Bij Karels BV is de maat vol. Zij geeft via haar advocaat de deurwaarder
opdracht om onmiddellijk beslag te laten leggen teneinde de door Meter
BV verbeurde dwangsommen te verhalen. Ga er van uit dat aan alle
formaliteiten voor het leggen van beslag is voldaan.
15 nov -> vonnis
16 nov -> 50 stuks
18 nov -> betekening vonnis
28 nov -> 20 stuks
2 dec -> 20 stuks
a. Karels BV heeft in kort geding een verbod tot verkoop van bepaalde
producten gevorderd. Had Karels BV in kort geding alleen de
dwangsom kunnen vorderen?
Art 611a e.v. Hoofdveroordeling niet wordt voldaan en je
hebt nog recht op gewoon schadevergoeding.
De hoofdveroordeling is het verbod. Het is een accessoir
recht. Het hangt aan de hoofdveroordeling. Je kan dus net
alleen de dwangsom vorderen. Elke keer als het verbod
wordt overtreden wordt de dwangsom verbeurt.
b. Karels BV geeft opdracht om beslag te leggen teneinde de
verbeurde dwangsommen te verhalen. Moet Karels BV hiertoe een
vordering instellen bij de rechter teneinde een executoriale titel te
[Typ hier]
, verkrijgen?
Art 611c Rv. -> op basis van de titel waarin de dwangsom is
vastgesteld. Dus op basis van het vonnis kan je een
deurwaarder de opdracht geven de dwangsommen op te
leggen. Als de wederpartij hier niet mee eens is, of hij vindt
dat hij minder vaak is overtreden, kan hij een
executiegeschil aanhangig maken bij de rechter (438 Rv.).
c. Welk bedrag heeft Meter BV aan dwangsommen verbeurd?
€1000 voor ieder product dat verkocht wordt.
Art 611a lid 3 -> dwangsommen kunnen niet worden
verbeurd vóór de betekening.
15 nov -> vonnis
16 nov -> 50 stuks
18 nov -> betekening vonnis
28 nov -> 20 stuks
2 dec -> 20 stuks
Na betekening is 2 keer het verbod overtreden, met 40 stuks
dus, dus €40.000.
Week 3
Vragen
1. Leg in eigen woorden uit hoe het leggen van een executoriaal beslag op
roerende zaken in zijn werk gaat. Vermeld de relevante wetsartikelen.
Art 430 lid 3 -> je kan pas executeren nadat het betekend is. Art
439 Rv. Lid 1 -> Er wordt een exploot (440 lid 1) uitgereikt aan de
schuldenaar door de deurwaarder met het bevel om binnen twee
dagen aan de executoriale titel te voldoen (lid 2 -> wordt eigenlijk
altijd tegelijk met de betekening het bevel gedaan anders moet er
een apart bevel uitgereikt worden). Na deze twee dagen kan er
beslag worden gelegd op de roerende zaak. Art 440 -> beslag
leggen. Naast de vereisten van art 45 Rv. moet voldaan worden
aan de vereisten van art 440.
De deurwaarder moet een proces-verbaal van beslag opmaken
[Typ hier]
, (meteen, of uiterlijk de dag erna, art 443), die hij in één
schriftelijk stuk mag combineren met het beslagexploot. In het
proces-verbaal staat nauwkeurig omschreven welke goederen in
beslag worden genomen (art 443). Als er een afzonderlijk proces-
verbaal is opgemaakt (dus niet in één stuk met het exploot), moet
een afschrift hiervan betekend worden binnen 3 dagen (art 443 lid
1). Dit beslag heeft uiteindelijk tot doel executoriale verkoop.
Als de deurwaarder goederen meeneemt kan het in bewaring
worden genomen (normaal gesproken blijven de goederen gewoon
bij de geëxecuteerde). Art 446 -> gerechtelijke bewaarder. Dit
gebeurt als het voor het behoud noodzakelijk is.
Art 462 -> termijn van minimaal 4 weken moet verstreken zijn
voordat je tot verkoop mag overgaan.
(art 444 -> deurwaarder toegang tot elke plaats als dit nodig is
voor de vervulling van zijn zaak. Hij mag alleen deuren (etc.)
openen en als dit geweigerd wordt, moet de burgemeester erbij
staan (artikel lid 2). De burgemeester kan zich laten
vertegenwoordigen door een ambtenaar van politie die tevens
hulpofficier van justitie is).
(art 470 -> niet verder gaan dan nodig is om een opbrengst te
verkrijgen. Lid 2 -> geëxecuteerde mag de rangorde regelen.)
2. Wat gebeurt er doorgaans met de goederen die getroffen worden door een
beslag roerende zaken?
Deze goederen blijven in principe gewoon onder de
geëxecuteerde. De deurwaarder kan als hij dit noodzakelijk vindt
de goederen in bewaring doen maar in de meeste gevallen
gebeurt dit niet.
3. Wanneer begint de blokkerende werking van het beslag roerende zaken en
waar is het geregeld?
De blokkerende werking van het beslag begint als het beslag
onder de schuldenaar is =als de beslagexploot is betekend aan de
schuldenaar, art 440. Art 453a lid 1 Rv = vervreemding,
bezwaring, onderbewindstelling of verhuring na betekenen van
het beslag, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
4. Bedenk een voorbeeld waarbij een derde beschermd wordt tegen de
blokkerende werking van het beslag (beslag roerende zaken).
art 253 a Lid 2, uitzondering -> als de derde de zaak heeft
verkregen (dus het is ook echt onder hem, het goed, hij heeft het
ook feitelijk in handen gekregen) en hij toen te goeder trouw was,
wordt hij geëerbiedigd. De derde wordt dus beschermd tegen de
beschikkingsonbevoegdheid van de beslagene. Lid 2 ‘anders dan
om niet’ -> prestatie moet geleverd worden, bijvoorbeeld
betaling.
Dit is bijvoorbeeld als een derde de auto heeft gekocht terwijl hier
beslag op stond maar de derde dit niet wist omdat de schuldenaar
[Typ hier]
, een normale prijs vroeg en betrouwbaar overkwam etc. (uiterlijke
kenmerken), de derde was dan te goeder trouw en moet dan
beschermd worden.
5. Wat is het doel van zowel het beslag roerende zaken als het beslag op
onroerende zaken?
De deurwaarder wil nakoming van de vordering. Een middel om
dat doel te bereiken is beslag leggen en eventueel executoriale
verkoop. Een ander doel kan zijn 491, een object terug krijgen
bijvoorbeeld als het is uitgeleend.
Casusvragen
6. Stel dat een beslag onroerend uitloopt op een executoriale verkoop. De
koper van, laten we aannemen een woonhuis, wil zo snel mogelijk de
woning betrekken, maar de beslagene weigert te vertrekken. Wat is dan
rechtens? Moet de koper een procedure tot ontruiming doorlopen?
De notaris maakt van de verkoop een proces-verbaal van
toewijzing op (art 525). Hij wordt eigenaar door inschrijving van
het proces-verbaal van toewijzing. Dit proces-verbaal is een
executoriale titel, waarmee de geëxecuteerde tot ontruiming kan
worden gedwongen (lid 3). De koper hoeft dus geen procedure tot
ontruiming te doorlopen maar heeft al toestemming voor
ontruiming met de executoriale titel.
Lid 3 -> tegenover iedereen kunnen ze ontruimen, dus ook
tegenover krakers. STAAT NIET IN HET BOEKJE! Recent gewijzigd.
Art 555 e.v. -> ontruiming. -> 3 dagen de tijd en bevel.
Art 557 -> art 444 is van toepassing dus hij mag deuren openen
zonder toestemming.
7. Blijkens een door de notaris overgelegde akte van 20 december 2002
heeft Nadine de Boer van Christiaan Movers voor € 400.000,- een woning
met garage gekocht, staande en gelegen te Hilversum. Nadine en
Christiaan kwamen daarbij overeen dat de eigendomsoverdracht op 6
januari 2003 zou geschieden, bij akte te verlijden ten overstaan van deze
notaris. Bij de eigendomsoverdracht zou ook de koopsom worden betaald.
Op 6 januari omstreeks 10 uur is de transportakte ten overstaan van
de notaris gepasseerd. In aansluiting daarop heeft Nadine aan de
notaris het bedrag ad € 400.000,- toevertrouwd. Diezelfde dag om
ongeveer 11 uur heeft de notaris de koopsom gestort op de bankrekening
van Christiaan. Eveneens op 6 januari, om 17.00 uur heeft de notaris de
gebruikelijke stukken per post naar het kantoor van de Dienst voor het
kadaster en de openbare registers gezonden ter inschrijving van de
transportakte. De inschrijving is op 7 januari 2003 geschied. Op 7
januari 2003 rond 16 uur deelde Koos Attak aan de notaris mede dat hij
op 6 januari 2003 executoriaal beslag had gelegd op de onroerende
zaak. Bij het onderzoek bleek dat dit beslag op 6 januari 2003 te 14.30
uur was ingeschreven in het hypotheekregister te Utrecht.
[Typ hier]
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesophiehoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.
