Hoofdstuk 4:
- Art. 6:1 BW bepaalt dat een verbintenis alleen kan ontstaan als deze uit de wet voortvloeit, er
moet in beginsel een wettelijk grondslag zijn.
- Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen 2 personen, waarbij een partij (schuldenaar/debiteur)
verplicht is om prestatie te leveren, terwijl de andere partij (schuldeiser/crediteur) hier recht op
heeft.
- Art. 3:296 lid 1 BW een van de kenmerken van een verbintenis is dat de nakoming ervan kan
worden afgedwongen bij de rechter.
- Een verbintenis kan voortvloeien uit bronnen:
- Overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling waarbij partijen jegens elkaar een verbintenis aangaan (art.
6:213 lid 1 BW).
- Onrechtmatige daad
Een inbreuk op een recht van een ander, als ook het handelen of nalaten in strijd met een
wettelijke plicht of in strijd met maatschappelijke normen, waardoor een ander schade lijdt (art.
6:162 BW)
- Verbintenis uit andere bron
De voornaamste bronnen zijn:
- Zaakwaarneming: behartigen van de belangen van een ander
- Onverschuldigde betaling: een prestatie die zonder rechtsgrond heeft plaatsgevonden
- Ongerechtvaardigde verrijking: verrijking ten koste van een ander, zonder rechtsgrond.
- Objectief recht: alle rechtsregels die je kunt bedenken. Alles wat in de Kluwer staat.
- Rechtsgevolg: is een verbintenis. Recht van een ander partij tot die prestatie en de plicht van een
ander partij tot die prestatie.
- Rechtsfeiten: verbind aan een regel van objectief recht een rechtsgevolg
- Art. 6:2 BW de schuldeiser en de schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen volgens
de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dit zijn maatstaven van het ongeschreven recht (redelijk en
rechtvaardig).
- Op grond van art. 6:2 lid 2 BW moeten regels voortvloeien uit de wet, gewoonte of
rechtshandelingen buiten toepassing gelaten, als deze niet redelijk of billijk zijn. We spreken van een
beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
, Het tegenovergestelde is ook mogelijk; wanneer verplichtingen van partijen niet duidelijk zijn
omdat zij niet uitdrukkelijk voortvloeien uit een verbintenis, dan kan er beroep worden gedaan op
de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
- Art 6:6 BW hoofdregel: zijn er meerdere schuldenaren die de uit een verbintenis voortvloeide
prestatie moeten leveren, dan moeten zij ieder een gelijk deel leveren.
- Voorwaarde: een prestatie is deelbaar; de prestatie moet in gedeelten kunnen worden geleverd.
Een prestatie is ondeelbaar als deze slechts ineen kan worden geleverd.
- Een prestatie bestaat uit het voldoen van een geldschuld is deelbaar
- Een prestatie die geleverd wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst, waarbij de prestatie
bestaat uit het verrichten van werkzaamheden, is ondeelbaar.
- Bevrijdende werking: de schuldeiser kan de andere schuldenaren niet meer aanspreken om de
desbetreffende prestatie te leveren (art. 6:7 lid 1 BW).
- Schuldenaren hebben een bijdrageplicht (art. 6:10 BW).
- Pluraliteit van schuldeisers art. 6:15 BW
- Hoofdregel: zijn er meerdere schuldeisers, dan heeft elk schuldeiser in beginsel een zelfstandig
vorderingsrecht; elk schuldeiser heeft recht op een gedeelte van de prestatie. De prestatie moet wel
deelbaar zijn
Wanneer een prestatie ondeelbaar is of wanneer het recht op een prestatie in een gemeenschap
valt, dan hebben de schuldeisers gezamenlijk één vorderingsrecht (art. 6:15 lid 2 BW).
- Art. 6:3 lid 1 BW een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis. Er is dus
geen mogelijkheid om nakoming bij de rechter af te dwingen bij een natuurlijke verbintenis.
- Art. 6:17 lid 1 BW een verbintenis is alternatief, wanneer de schuldenaar verplicht is tot een of
meer verschillende prestaties ter keuze van hemzelf, van de schuldeiser of van een derde.
- Keuzebevoegdheid: schuldenaren en schuldeisers spreken af wie mag bepalen, welk prestatie door
de schuldenaar geleverd moet worden. Als dit niet uit de wet, gewoonte of rechtshandeling
voortvloeit, dan ligt de keuze bij de schuldenaar/
- Enkelvoudige verbintenis: als er gekozen is welk prestatie geleverd moet worden, dan is de
alternatieve verbintenis een gewone verbintenis geworden (art. 6:18 BW).
- Art. 6:21 BW een verbintenis is afhankelijk van het in vervulling gaan van een voorwaarde (een
toekomstige onzekere gebeurtenis)
- Opschortende voorwaarde: als de voorwaarde wordt vervuld, dan treed de verbintenis in
werking.
- Ontbindende voorwaarde: als de voorwaarde wordt vervuld, dan eindigt de verbintenis (art. 6:22
BW).
- Ongeoorloofde voorwaarde: een tussen partijen overeengekomen voorwaarde kan ongeoorloofd
zijn. Hiervan is sprake als een voorwaarde in strijd is met de goede zeden of met de openbare orde
(art 3:40 BW).
, - Art. 6:198 BW zaakwaarneming is een vorm van vertegenwoordiging (vertegenwoordiging is het
uitvoeren van rechtshandeling namens een ander).
- De zaakwaarnemer behartigt de belangen van de belanghebbende (Dominus). Eisen art. 6:198 BW:
- Behartigen belangen
- Willens en wetens (dus dat het de bedoeling is)
- Zonder opdracht
- Redelijke grond
- Art. 6:199 BW een zaakwaarnemer moet met zorg te werk gaan. Volgens lid 2 moet de
zaakwaarnemer, zodra mogelijk, verantwoording afleggen van zijn handelingen aan degen wiens
belang hij heeft behartigd.
- Art. 6:200 BW de belanghebbende heeft de plicht om schadevergoeding te betalen aan de
zaakwaarnemers. De zaakwaarnemer heeft recht op schadevergoeding.
- Art 6:200 lid 2 BW ingeval de zaakwaarnemer in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft
gehandeld, dan heeft hij ook recht op vergoeding van de door hem verrichte handelingen.
- Art. 6:202 BW goedkering door belanghebbende
- Er is sprake van een onverschuldigde betaling wanneer iemand een ander een goed geeft.
- Art. 6:203 BW schuldenaar betaalt zonder rechtsgrond. Hij betaalt zonder dat hij het hoeft. Hij
heeft dan recht om het terug te krijgen
Gaat het om een ander prestatie? Dan moet de waarde worden vergoed. Art. 6:210 lid 2 BW
geeft aan in welke gevallen:
- Ontvanger moet verrijkt zijn
- Aan hem toe te rekenen dat de prestatie is verricht
- Ontvanger toegestemd een tegenprestatie te verrichten
- Als je onverschuldigd betaald aan een handelingsonbekwame, dan kun je het niet terugvorderen.
- Ongerechtvaardigde verrijking: Art. 6:212 BW, iemands vermogen neemt toe zonder dat daar een
reden voor is.
- 4 vereisten om te kijken of er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking:
- 1 persoon moet verrijkt zijn
- Iemand anders vermogen moet verarmd zijn’
- Causaal verband tussen verrijking van de één en verarming van de ander
- Verrijking is ongerechtvaardigd
- Degene die onrechtvaardig is verrijkt, is verplicht de schade die de ander ten gevolge heeft geleden
te vergoeden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dilara31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.21. You're not tied to anything after your purchase.