Samenvatting van Fictie 1A, onderdeel van de cursus FiVa 1 aan de Hogeschool Utrecht. Onder andere:
- stijlfiguren
- beeldspraak
- soorten rijm
- metrum
Ik had zelf een 8,7 voor het tentamen.
AANTEKENINGEN FICTIE EN TAALVAARDIGHEID 1
STIJLFIGUREN
Syntactisch
= iets opvallends in de volgorde van de woorden, met effect op de semantische laag
1. Allocutie
Iets of iemand wordt aangesproken doordat hij/zij/het bij de naam genoemd wordt.
“Dag stoel naast de tafel.”
2. Apokoinou
Een woord(groep) wordt één keer genoemd, maar telt als twee delen.
“Niet dat opvalt <achter de heuvels>
Worden deserteurs neergeknald.”
3. Chiasme (kruisstelling)
De woordvolgorde van twee qua betekenis vergelijkbare woorden wordt gekruist.
“Der martelaren bloed is
’t zaad der kerk.”
4. Ellips (weglating)
Weglating van woorden waardoor het een onvolledige zin wordt.
“Nog thee?”
(in plaats van “wil je nog thee?”)
5. Enumeratie
Een opsomming die uit minstens drie delen bestaat.
“Die steil opsprongen tussen jou en mij,
die aten van ons goed en met hun hoeven
verschrikkelijk tegen onze levens sloegen.”
- Asyndeton: opsomming zonder verbindingswoorden
“Brabants land van toen, paarden, een oude schuur, wollig van mos, een geur.”
- Polysyndeton: opsomming met verbindingswoorden
“En als hij neervalt is hij bang en bidt en blaft en beeft.”
6. Exclamatie
Een emotionele uitroep om extra aandacht te vragen voor wat daarna volgt.
“Anders moet ik dus dat pak aan
Och, dat vreselijke pak.”
7. Inversie (omkering)
Omkering van normale zinsdeelvolgorde in de zin voor extra nadruk op een bepaling.
“Alleen in mijn gedachten kan ik wonen.”
8. Parallellisme of parallellie
De woordvolgorde van qua betekenis vergelijkbare zinnen/zinsdelen is dezelfde.
“Het jonge hoofd nog ongeschonden,
, De trots romp nog onverslagen.”
9. Prolepsis (vooropplaatsing)
Het geïsoleerd vooropplaatsen van een woord(groep) dat extra nadruk krijgt.
“Het leven, je zou het je moeten kunnen herinneren als een buitenlandse reis.”
10. Repetitio (herhaling)
Een woord(groep) wordt een of meer keer herhaald en krijgt hierdoor extra nadruk.
“Oh, als ik dood zal, dood zal zijn
Kom dan en fluister, fluister iets liefs.”
- Anafoor: aan het begin van opeenvolgende regels dezelfde woord(groepen)
“Klein is de druif: geen mond die ’t sap niet lustte,
Klein is de parel, schoon zij schatten kostte!
Klein is uw mond: wie, die niet graag hem kuste?”
11. Retorische vraag
Een vraag waarop geen antwoord wordt verwacht, het is eerder een mededeling.
“Hoe moet ik het ooit weer vergeten?”
12. Zeugma
Een woord(deel) wordt samengetrokken terwijl dat eigenlijk niet kan.
“Geregeld schold zij hem de huid
En dronk hij zich met bitter vol.”
Semantisch
= met betrekking tot de woord- en zinsbetekenislaag
13. Allusie (toespeling)
Er wordt een verwijzing gemaakt naar bekend veronderstelde personen of gebeurtenissen.
“Je ziet weer de bomen door het bos, er is niets nieuws zonder de zon.”
“Mijn kleine hond heet Pippi, naar een bedacht meisje uit Zweden.”
“Heren zege deze lieve doden samen.”
“Zing mij, o muze, op houthoudend naoorlogs papier.”
14. Ambiguïteit (dubbelzinnigheid)
Een woord met meer dan één betekenis zorgt voor meerdere interpretaties van een gedicht
“De overeenkomst (*) lijkt te lopen tot deze voleinding, dit abrupte slot.”
“Marion Harris rookte in bed, wat haar dood werd.
Was ze toen beter? Genezen, bedoel ik?
15. Antithese (tegenstelling)
Twee woorden of zinnen met tegengestelde betekenis staan tegenover elkaar geplaatst.
“De zon is licht, het lichaam is bedorven.”
“Met het fijnste herstel voor de grofste vernieling.”
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller valerielouisaleonor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.