Summary
Samenvatting fysiologie 1
- Course
- Institution
Dit is een samenvatting van fysiologie van het vak anatomie en fysiologie 1.
[Show more]
Seller
Follow
melissavanransbeek
Content preview
Praktijk anatomieWaarom bewegen we?
Om te blijven leven Om te werken
Om conditie te blijven Voor je gezondheid
Om activiteiten te doen Om plezier te maken
Om ons voor te planten Om ons te verplaatsen
Overleven
Het bewegingsstelsel is doorheen de jaren niet verandert. We bewegen in essentie om te
overleven. Hier gaan we alles voordoen. Om te overleven en te bewegen hebben we energie
nodig, zoals elk levend wezen. Maar bij de mens is het een ander systeem, organisatie dan bij
planten. Wij moeten ons verplaatsen om te overleven, het is een energieverhaal. Als ik beweeg
verbruik ik energie dus is bewegen gevaarlijk want als ik kan meer energie verbruiken dan ik kan
opnemen. Dieren bewegen alleen als het hun iets oplevert. Maar dit is ook zo bij mensen een
patiënt gaat alleen iets doen als het hem iets oplevert dit kan bv eten zijn. Je kan hieruit
besluiten dat de mens een echte luiaard is als we willen dat ze bewegen moeten ze er iets voor
terug krijgen. Als je een patiënt iets wil laten doen dan moet je hem motiveren want anders doet
hij niets en ben je met je kennis en mogelijke oplossingen voor zijn probleem niets. Een persoon
gaat alles doen om te overleven dit is een drijfveer. In de oude kern (reptielenbrein) zit hartslag
en bloeddruk om te overleven maar alles wat daar gebeurt is niets bewust. Daarom als iemand
flauwvalt dat de persoon wel blijft leven.
Voortplanten
Je moet de soort in stand houden dus moet je jezelf voortplanten en hiervoor moet je bewegen.
Voortplanten zit ingebakken in een mens en gebeurt onbewust. Het regelsysteem om ons voort
te planten zit ook in de oude kern. Bij dieren als ze een ander dier zien van een ander geslacht
dan planten ze zich voort. Maar de mens heeft leefregels geleerd waardoor verschillende
geslachten met elkaar kunnen omgaan en naast elkaar kunnen zitten. Het regelsysteem van de
leefregels zit in een hoger systeem die het kan kanaliseren. Hierdoor hebben we een
samenlevingsvorm met regels. Als een persoon veel drinkt dan gaan de regels weg en willen ze
zich voortplanten. Maar dit kan voor problemen zorgen want bij de mensen die dat niet hebben
gedaan zijn de regels er nog. Er is altijd een spanningsveld tussen de verschillende geslachten.
We zijn intrinsiek lui waardoor sommige dingen met hetzelfde geslacht niet lukken en met een
ander wel omdat ze het kunnen uitspelen. Je moet een motivatie voor een persoon vinden en
deze uitspelen dat kan soms zijn dat het motiveert als je beide geslachten samen zet.
Verschil schedel, borstkas en buikholte
Een schedel is een afgesloten geheel, een borstkas is halfopen en een buikholte is helemaal
open. Als er een probleem met de hersenen optreedt dan is dit acuter om dood te gaan dan als
dit met het hart zou optreden. Bij de hersenen zul je nog minder lang leven dan met het hart. Er
is tussen een schedel en een borstkas een andere dynamiek. Een schedel moet maximale
stevigheid bieden en de hersenen mogen niet bewegen, geen mobiliteit. Een borstkas is minder
stevig en is meer mobiel. Doordat de het hart en de longen bewegen moet de borstkas kunnen
meegeven. Een buikregio moet niet stevig zijn want ze moeten geen vitale organen
beschermen. Maar moet wel kunnen uitzetten voor een zwangerschap. Het skelet van een man
,en een vrouw is gelijk want eerst wordt het skelet gevormd voor de hormonen komen die het
een man of een vrouw maken. De dikke buik komt van vroeger want de achterkant van een
lichaam is meer beschermd dan de voorkant. De zwangere buik was vroeger beschermd want
de mensen liepen op handen en voeten. Het lichaam is ook op handen en voeten
georganiseerd.
Wisselwerking vorm van een structuur en functie
Een afgesloten ruimte (cranuim) heeft 0 mobiliteit en maximale stabiliteit dus bescherming. Bij
het abdomen is de mobiliteit maximaal en de stabiliteit minimaal. Een gewricht in stand houden
kost energie en als het gewricht niet wordt gebruikt dan wordt het afgebroken. Bij de thorax is de
mobiliteit +/- en de stabiliteit ook. Vanuit de functie kan je de vorm bepalen dit kan door in
therapie andere dingen te doen die je gewend bent of meer te doen dan je gewend bent. Als een
last grote wordt veranderd de functie dan gaat de spier voorzien voor die functie en heb je
hypertrofie, ze wordt dikker. Als de functie weer verandert en de last wordt minder dan heb je
atrofie, vermindering van kracht. Training wordt gebruikt om iets te versterken en als je iets niet
gebruikt vermindert het. Er is 24 uur een wisselwerking tussen hypertrofie en atrofie.
Anatomische assen van beweging
Een as is een denkbeeldige pin/lijn waarrond iets draait, hierdoor kunnen we alles in vlakjes
steken.
3 hoofdassen:
Craniocaudale as of longitudinale as of lengte as: van schedel tot staart dus van boven
naar beneden y-as
Cranio hoofd en caudaal staart maar bij de mens eerder voeten
Dorsoventrale as of sagittale as of diepte as: van buik (venter) naar rug(dorsum)
Laterolaterale as of transversale as of breedte as: horizontaal van links naar
rechts door het lichaam x-as
Elke as laat maar één bewegingstype toe, hoe de as zich positioneert is de beweging.
Laterolaterale as is flexi en extensie. Craniocaudale as is rotatie (endo en exorotaite).
Dorsoventrale as is abductie (weg van het lichaam) en adductie (naar het lichaam toe). De as
waarlangs een beweging verloopt staat altijd loodrecht op het vlak waarin diezelfde beweging
verloopt. De functionele krommingen van de wervelkolom liggen in een vlak dat door de Y- en
de Z-as wordt gevormd.
Vlak
Twee assen bepalen 1 vlak en er zijn drie types van vlakken:
Frontale vlak : craniocaudale en laterolaterale as
Transversale vlak: dorsoventrale en laterolaterale as
Sagittale vlak : dorsoventrale en craniocaudale as
Een vlak verdeelt het lichaam in 2 stukken. Een frontaal vlak verdeeld een lichaam in een voor
en achterkant. Een sagittaal vlak verdeeld een lichaam in een linker en rechterkant. Een
transversaal vlak verdeeld een lichaam in een boven en onderkant. Bij een mediosagnitaal vlak
, zijn beide helften even groot het zijn 2 symmetrische delen. Maar in een lichaam kunnen de
delen niet gelijk zijn door het hart, de darmen en de longen. Bij een laterolaterale as ga je eerst
naar mediaal als je daar voorbij bent het midden dan ga je naar lateraal. We hebben dus één
mediosagnitaal vlak en de rest zijn parasagnitale vlakken.
Frontale vlak gaat samen met de beweging: ad- en abductie
Transversale vlak gaat samen met: rotatie (endo en exorotatie)
Sagittale vlak gaat samen met: flexie- extensie
Je moet altijd de zin gebruiken: Het is een beweging in een gewricht langs een as en in een
vlak. Je moet dit alles bekijken van de anatomische uitgangshouding dit is het referentiepunt.
Functionele krommingen wervelkolom
Craniaal
Ventraal Dorsaal
Caudaal
7
12
Dit is het sagittale vlak. Op thoracaal niveau hebben we 24
5 ribben. Het coccygeaal heeft 3 à 4 wervels. Als de naam
veranderd dan hebben we ook een ander type van wervels.
5
Het staartbeentje gaat mee in de kyfose. De sacrale
wervels zijn vergroeid tot het os sacrum. We hebben in het
totaal 32 à 33 wervels. Elk zoogdier heeft 7 cervicale
wervels. We noemen de krommingen functioneel.
Functie: - schokken opvangen/dempen
- evenwicht
- ogenlijn
- ruimte borstkas
Schokken opvangen/dempen
Als je een actie op de grond zet dan krijg je een reactie met dezelfde kracht terug. We dempen
onze schokken omdat anders onze botten zouden breken. De schok gaat naar het hoofd en de
eerste keer krijg je hoofdpijn, de volgende heb je een hersenschudding en ga je dood. Een
schok is geen kracht, het is een impulswerking van een kracht. De factor tijd bepaald de
impulswerking. Een schok moet in een zo lang mogelijke tijd. Bv. Als je van een tafel springt en
je buigt je knieën dan win je een beetje tijd om de schok op de vangen. Als je springt worden de
wervels eerst samengedrukt en dan zetten ze weer uit dit wint even tijd voor de schok op te
vangen. Tussen de wervels zit een discus die kan samengedrukt worden dit is het kussen. Als
de wervelkolom een rechte stok zou zijn dan breekt hij bij een schok. Als er geen kromming is
dan is er dus ook geen schokdemping. Als de kromming groter is dan normaal dan zijn de
wervels al een beetje ingedrukt waardoor er geen goede schokdemping is. Als de kromming
kleiner is dus afgevlakt dan ga je richting de rechte lijn en kan de wervelkolom breken. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissavanransbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
81849 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now