Zie figuur 10.1 voor indeling van de werkgelegenheid in de sector door LISA.
Het werkveld van leisure indelen door de overeenkomsten te bekijken van leisure en creatieve
industrie = kunsten & cultureel erfgoed, media & entertainment en creatieve zakelijke
dienstverlening. (intellectuele en stimulusvermijdende dimensies) Opvallende verschijnsels:
Kunst is tussen 2005 en 2015 flink toegenomen: zelfstandig opererende professionals (kunstenaars)
moeten registreren bij KvK.
Leisure-industrie bestaat vooral uit creativiteit gericht op beleving wat dus een live-industrie is.
Mamma Mia! Behoort tot hier-en-nubelevigen maar het is ook uitgegroeid tot een massaproduct.
Creatieve industrie behoort tot de negen topsectoren in NL economie overheid investeert veel.
Beroepsopbouw: opbouw van werkgelegenheid in de sector naar opleidingsniveau. Mbo-banen zijn
er in overvloed omdat de mens steeds hoger wordt opgeleid.
Seizoensafhankelijkheid (seasonality): weer en klimaat spelen hierbij een belangrijke rol, net als
geografische en fysiologische kenmerken. Spanje kent vaak één piek, in de zomer. Het festivalseizoen
is seizoensafhankelijk, mensen gaan na de zomer het liefst naar het theater. Als ondernemers een
paar maanden dicht zijn, komen zij voor problemen te staan. Wat doe je met het personeel etc?
Verbogen/informele economie: (Zwart werken) iemand die je kent verbouwt je badkamer en je
betaalt hem in het zwart geen belasting betalen. Onbetaalde arbeid, zoals je eigen heg snoeien of
vrijwilligerswerk, behoort ook tot de informele economie. Het gaat ten koste van betaald arbeid. Als
je je bank aanbiedt als slaapplek (couchsurfing), mag je hier geen geld voor vragen. Dan gaat het de
illegale kant op van informele economie.
Paracommerciële activiteiten: het ontplooien van commerciële activiteiten door een stichting of
vereniging buiten de statutaire doelstelling van de st/ver. Om, bestaande uit het aanbieden van
horecadiensten aan het publiek. Verenigingen/stichtingen houden zich bezig met recreatieve,
sportieve, sociale, educatieve activiteiten (sportkantines mogen bijv. maar 1 uur na de laatste
wedstrijd open blijven terwijl dit in praktijk niet gebeurd, houden zich minder aan de regels) deze
vormen oneerlijke concurrentie met horecagelegenheden, vaak krijgen zij ook nog subsidie en horeca
niet.
Afgeleide werkgelegenheid dwz sneeuwbaleffect/multiplier effect/indirecte effecten: als toeristen
naar NL komen, profiteren er meerdere organisaties van (vliegtuigmaatschappij, horeca, hotels,
winkels, ov etc.)
Businessmodellen met leisurebelevenissen als waardepropositie: ondernemingen creëren waarde.
De waardepropositie is de reden waarom klanten bij het ene bedrijf iets kopen/bezoeken ipv bij het
andere.
Consumer value: er zijn 8 manieren om consumentenwaarde te creëren gebaseerd op 3 dimensies.
Waarde die actief of reactief is, de waarde is intrinsiek (consumptie is het doel). Leisure creërt
waarde via spel en esthetiek. Actief eraan deelnemen is een spel zoals sporten, de waarde ervan
ervaren door schoonheid en beleefd is esthetiek zoals luisteren van muziek.
Andere manier om waarde te creëren door vijf elementen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TessaHollanders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.