Trend = richting waarin iets zich ontwikkelt OF een nieuwe mode. voorspellend.
- Microtrends: ontwikkelingen in de markt die snel kunnen veranderen.
- Macrotrends: waardevolle en kenmerkende ontwikkelingen in consumentengedrag.
- Megatrends: maatschappelijke trends zijn algemeen en abstract, wel op lange termijn:
Vloeibare samenleving: de geschiedenis kent 3 perioden: pre-industrie, industrie,
postindustrie. Van pre-industrie naar industrie kwam door de industriële revolutie,
men ging meer fabriekswerk doen. Van industrie naar postindustrie is minder
abstract; tot 1950 gestructureerde samenleving (zie figuur 8.3). na 1950 ontzuiling en
verzorgingsstaat weg, politiek, economisch en technologisch gebied veel verandert
kennis- en diensteneconomie.
Richard Florida: ‘creatieve klasse’: mensen die met hun kennis geld verdienen (ICT)
Pine&Gilmore: postindustriële consument verlangt naar betekenisvolle belevenissen.
Andere term voor postindustriële samenleving is vloeibare samenleving; we zoeken
steeds iets nieuws qua werk/vrijetijdsgedrag etc.
Glocalisering: global & local: vóór industriële revolutie geen recreatief toerisme; door
opkomst van stoomtrein etc. wel. Toenemend aantal multinationale bedrijven =
economische mondialisering (globalisering). Dit leidt tot meer behoefte aan
authentieke, nostalgische ervaringen. Men neemt allerlei elementen uit
verschillende culturen over (fastfood, sushi, pizza). Cultuur ontwikkelt zich daarom
binnen lokaal en mondiaal niveau. Extreem gevolg is lokaal fundamentalisme:
mensen gaan zich afzetten tegen invloeden van buitenaf en heroriënteren op eigen
lokale cultuur; streekproducten kopen.
Digitalisering door technologische ontwikkelingen. 1 e fase: rond WOII radio + tv. 2e
fase: sinds 2000 elektronisch betalen, draadloos bellen, digitaal televisie kijken etc.
Trends binnen digitalisering:
Democratisering van de consument: door internet is de consument
autonoom; zelf kiezen wat je wil zien of horen. Negatieve gevolgen zijn
nepnieuws, internet kan je je anders voordoen dan je bent en informatie die
je leest is niet altijd beoordeeld.
De wereld als werkplek: veel mensen werken via hun laptop dus kunnen
altijd werken. Past bij vloeibare samenleving: het is flexibel en traditionele
hokjes (zoals een vaste werkvloer hebben) verdwijnt.
Visuele communicatie: dmv iconen, emoticons, 3D-voorstellingen, Snapchat.
Online consumptie: 84% vd bevolking in NL shopt online.
Internet of Things: user-generated content = de consument bepaalt de
inhoud van het aanbod. Het world wide web kan steeds zelfstandiger
nadenken zonder dat men het bestuurt (=semantisme).
Big data: informatie wordt wereldwijd opgeslagen op gigantische data-bases.
Gevolgen: bezit van data is waardevol, mensen maken zich zorgen om
privacy. Crowdmanagement is een positieve big data. Kijken hoeveel mensen
wanneer op welke plek zijn maar niet persoonlijk gekoppeld.
Dematerialisering: het belang van materiële bezittingen neemt af. Omdat:
1. Er wordt meer geld uitgegeven aan belevenissen, uitjes etc.
2. Deeleconomie speelt een rol: Netflix/Spotify account delen, auto delen,
gereedschap lenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TessaHollanders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.52. You're not tied to anything after your purchase.