Hoofdstuk 1
1. C
Je moet met alle drie de factoren rekening houden. Afhankelijk van het specifieke
gedrag kan de ene factor meer gewicht in de schaal leggen dan de andere
factor(en).
2. B
In het kader valt te lezen dat de jongere generatie meer last heeft van
depressiviteit omdat in de loop der jaren onze manier van kijken naar ons eigen
gedrag en dat van anderen is veranderd. Mensen worden veel meer dan vroeger
verantwoordelijk gesteld voor successen of falen. Dit zijn sociale verschijnselen.
Deze sociale factoren bevorderen dat als iemand faalt hij de schuld bij zich zelf
zoekt, waardoor mensen gemakkelijker depressief raken.
3. A
De therapeut weet kennelijk dat gespannenheid een paniekaanval kan uitlokken
en in stand houdt. Dit is een oorzakelijke verklaring. Door de oorzaak aan te
pakken zullen de paniekaanvallen wellicht verminderen of in heftigheid afnemen.
Overigens zit in deze verklaring ook wel iets van betekenisverlening
(paniekaanval = gespannenheid), maar de nadruk ligt op de verklaring.
4. B
De therapeut legt een eenzijdige oorzakelijke relatie tussen het ongewenst zijn
van de man als kind en zijn huidige gedrag. Of dit een juiste interpretatie van de
therapeut is, is iets anders. Meestal verlopen dergelijke processen ingewikkelder.
5. A
In het organistische mensbeeld vergelijkt men een mens met een organisme dat
groeit. Het kind dat leert een geheimpje te bewaren, ontwikkelt zich op cognitief
niveau. Anders geformuleerd: hij groeit. En dat past vooral bij het organistische
mensbeeld.
6. B
Vanuit het mechanistische mensbeeld wordt ervan uitgegaan dat je kunt
sleutelen aan bepaalde onderdelen van het menselijke lichaam of gedrag. Als je
dat goed doet, dan zullen problemen verdwijnen of prestaties verbeteren.
Medicatie is hier een voorbeeld van.
7. C
Niet de individuele ervaringen bepalen of iets ‘bewezen effectief’ is, maar
wetenschappelijk onderzoek waarbij de ervaringen van meerdere docenten
vergeleken worden met de ervaringen van docenten die de methode niet kennen.
8. B
Stromingen ontstaan vaak, doordat een eerdere stroming bepaalde aspecten van
menselijk gedrag heeft verwaarloosd. De nieuwe stroming richt zich dan juist op
dat verwaarloosde aspect. Voorbeelden die nog aan bod zullen komen in het boek
zijn de cognitieve psychologie, die reageerde op het behaviorisme en de
biologische psychologie, die in feite reageerde op alle voorgaande stromingen.
9.B
Stromingen bieden kaders en modellen waarmee gedrag geïnterpreteerd kan
worden.
10. B
Aanleg is waarschijnlijk in hoge mate erfelijk voorbereid gedrag, dus een
, voorbeeld van een biologisch aspect. Bij doorzettingsvermogen zal erfelijke
voorbereiding ook een rol spelen, maar dit is toch vooral een psychisch
verschijnsel. Steun van anderen is altijd een sociaal aspect.
11. C
In het dynamisch denken worden de relaties tussen mensen en hun context
benadrukt. Men gelooft niet in absolute kenmerken, maar de waarde van een
kenmerk wordt pas duidelijk in een bepaalde context. Daarmee hanteert het
dynamisch denken dezelfde uitgangspunten als de algemene systeemtheorie,
maar dat wordt niet benadrukt.
12. C
Je kunt alle drie de mensbeelden gebruiken, als je maar beseft dat elk mensbeeld
de werkelijkheid begrijpelijk maakt door bepaalde aspecten van de werkelijkheid
te benadrukken en andere aspecten te verwaarlozen.
13. B
In het personalistische mensbeeld worden mensen unieke eigenschappen
toegedicht, zoals creativiteit, taal, muziek, religieus besef, toekomstgerichtheid,
enzovoorts. Deze eigenschappen zouden bij dieren ontbreken of slechts
rudimentair aanwezig zijn. Daarom zouden we weinig hebben aan kennis over
dieren als we mensen willen leren begrijpen.
14. A
De twee andere mensbeelden – de mechanistische en de organistische – sluiten
de personalistische uit. Andersom is dat niet het geval. Bij een personalistisch
mensbeeld worden de unieke kenmerken van mensen benadrukt. Maar daarbij
kun je er ook van uitgaan dat andere aspecten van het menselijke gedrag het
beste begrepen kunnen worden vanuit de werking van een mechanisme of
organisme.
15. C
De schrijver gebruikt zowel het begrip bril als het begrip zoeklicht. Hiermee wil hij
duidelijk maken dat een bepaald mensbeeld of een bepaalde stroming een
zienswijze oplevert waarmee bepaalde aspecten van gedrag benadrukt worden
en andere verwaarloosd. Dat is bij elke stroming zo Hoofdstuk 2
1. A
Het conflictmodel slaat op de levenslange strijd tussen onbewuste wensen en het
verbod (vanuit Ego, Superego of de eisen van de omgeving) om deze wensen te
realiseren. Dit resulteert in een compromis. Bijvoorbeeld de wens om met de
eigen moeder te vrijen en het verbod daarop resulteert in het verliefd worden op
iemand die lijkt op de eigen moeder.
2. C
Een overeenkomst tussen de klassieke en de moderne varianten van de
psychoanalyse is dat zij elk persoon als een uniek individu zien, met unieke, bij
hem horende, ervaringen.
3. C
Het uitgangspunt van het onbewuste betekent in de psychoanalyse dat al ons
gedrag een dieperliggende betekenis heeft. Toevallig gedrag bestaat niet. Iemand
is niet toevallig op zijn partner verliefd geworden, iemand vergeet niet toevallig
dat hij ’s ochtends vroeg een college behoorde te volgen, enzovoorts.
4. A
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thessavb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.