Alle weblectures van inleiding internationaal en Europees recht
0 view 0 purchase
Course
Internationaal en Europees recht (AODIER)
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
In dit document heb ik alle weblectures van inleiding internationaal en Europees recht uitgewerkt. Dit document is te gebruiken voor het eerste of vierdejaars vak.
Overzicht totale lesstof:
1. Basisbeginselen Internationaal en Europees recht
(oprichting Europese Unie, doelstellingen, instellingen)
2. Directe werking Europees Recht
(Europese rechtsorde en de invloed op de EU lidstaten)
3. De vier vrijheden
(Vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal)
4. Eerlijke concurrentie binnen de EU
(verbod staatssteun, kartelvorming, misbruik machtspositie)
Verplichte lesstof
- Hoofdstuk 9 uit het basisboek Recht
- Twee kennisclips
40 meerkeuzevragen, 2 uur de tijd.
Wat is het Internationaal recht?
Het lesboek geeft het volgende weer: het internationale recht regelt alle betrekkingen
tussen staten (landen).
- Nederland heeft van oudsher een belangrijke rol in het Internationale recht gespeeld.
Bijvoorbeeld Hugo de Grote. Hij is een van de grondleggers van het internationale
recht, zoals we dat van vandaag de dag kennen. Hij hield zich o.a. bezig met hoe een
staat een andere staat de oorlog mocht verklaren en welke middelen in de strijd
toegestaan waren. Ook vindt hij dat al het toegepaste geweld in verhouding moet
staan met het doel.
- Maar we hebben in Nederland ook een aantal belangrijke internationale
rechtscolleges;
1. Vredespaleis in Den Haag; dat is het internationaal gerechtshof van de Verenigde
Naties.
2. Internationale strafhof in Den Haag. Dat moet oordelen over misdrijven tegen de
menselijkheid, internationale agressie en genocide.
- Met de toenemende globalisering wordt de roep om internationale regels steeds
groter. Sommige vraagstukken kunnen we allang niet meer oplossen met alleen
nationaal recht. Denk aan de milieuproblematiek, de klimaatverandering. De
verspreiding van het coronavirus, vluchtelingenproblematiek en de privacygegevens
die in handen van de grote multinationals zijn. Allemaal vragen waar elk land mee te
maken heeft en waar afspraken over worden gemaakt.
- Waar vinden we de bronnen van het Internationale recht?
1. Verdragen: afspraken tussen landen.
2. Internationale gedeelde opvattingen (ius cogens): (waarvan iedereen in de
wereld overtuigd is dat het verboden moet zijn) verbod van agressie,
discriminatie, piraterij en genocide.
, 3. Algemene rechtsbeginselen (de onderstaande rechtsbeginselen worden in de
hele wereld gedeeld): goede trouw, redelijkheid en billijkheid, aansprakelijkheid
bij schending rechtsplicht.
(Aangezien er vaak geen macht is, dan de staat zelf, kunnen besluiten van
internationale organisaties van groot belang zijn voor de te volgen regels).
4. Besluiten van internationale organisaties.
5. Uitspraken van Internationale rechters (ook de jurisprudentie is van belang. De
uitspraken van internationale rechtscolleges. Die dienen door de daarbij
aangesloten landen opgevolgd te worden.
- Er zijn wel een aantal uitgangspunten die de naleving van de internationale rechten
bemoeilijken.
- Uitgangspunten:
1. Elke erkende staat heeft staatssoevereiniteit (autonomie):
De staat zelf bepaalt of het gebonden wordt aan bepaalde regels (ze bepalen zelf
of ze de regels ondertekenen of niet); de nationale instellingen zijn de hoogste
instellingen die er zijn.
2. Alle staten zijn gelijk (waarbij we in een nationaal rechtssysteem dwangmiddelen
hebben om een regel te handhaven, is dat in het internationale recht veel
moeilijker. Als een land een internationale regeling niet nakomt, kunnen we niet
zomaar de politie erop af sturen.
- Doorwerking Internationaal recht, art. 93 en 64 GW. In hoeverre is een land aan
internationaal recht gebonden als ze een verdrag ondertekent? Er zijn verschillende
benaderingen.
1. Monisme. Het monistische stelsel, waarbij de verdragen na ondertekening en
ratificering automatisch deel uitmaken van het nationaal recht. Dat is
bijvoorbeeld in Nederland, België en Frankrijk het geval.
2. Dualisme. Het dualistische stelsel, waarbij een verdrag eerst moet worden
opgenomen in het nationale recht in het land, voordat het daadwerkelijk werking
heeft. Dat is bijvoorbeeld in Italië en Duitsland.
Schematisch weergegeven:
- Monisme: verdragen maken automatisch deel uit van het nationaal recht.
Voorbeelden: Nederland (Nederland heeft een gematigd monistisch stelsel), België
en Frankrijk.
Bij een ieder
verbindende
Nationaal recht bepaling art. Internationaal recht
93/94 GW
- Dualisme: verdrag moet eerst (voorbeeld bij de wet) opgenomen worden in het
nationaal recht. Voorbeelden: Italië en Duitsland.
Nationaal recht Internationaal
recht
, - Bij het monistische stelsel zien we de twee overlappen.
- Bij het dualisme zien we de twee ovalen en twee verscheidene eenheden, waarbij
het internationale recht eerst in het nationale recht integreert moet worden.
- Nederland heeft daarbij wel een kanttekening, want de artikelen 93 en 94 van de
Grondwet zijn hierbij van toepassing en die vermelden dat de internationale
verdragen alleen toepasselijk zijn als ze voor een ieder verbindend zijn. Dat wil
zeggen dat de verdragsbepaling rechtstreeks tot de burgers is gericht. En daarom
zeggen we wel dat het Nederlandse stelsel gematigd monistisch is.
- Voor ons betekent dat dus dat je eerst in het verdrag zelf moeten kijken, voordat je
weet of het verdrag direct werkt in ons rechtssysteem.
- Er zijn verschillende manieren van internationale interactie.
- Allereerst kunnen verschillende staten besluiten om samen te werken, zonder hun
eigen autonomie uit handen te geven. We noemen deze samenwerking
intergouvernementeel. Voor die samenwerking kan een speciale organisatie
opgericht worden met een bestuur en uitvoeringsorganen en dat noemen we dan
een intergouvernementele organisatie. Meestal spreken ze dat af in een verdrag.
Denk aan de wereld gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties. Elk land
behoudt zijn volledige autonomie en er kunnen geen sancties worden opgelegd als
een land zich niet aan de afspraken houdt. Het nadeel van een intergouvernementele
organisatie is dat het erg moeilijk is om tot een volledige unanieme beslissing te
komen.
- Een andere mogelijkheid is dat een land een klein stukje van zijn autonomie afgeeft
aan een overkoepelende organisatie die boven de deelnemende staten staat. Dat is
een bijzonder, want de eigen autonomie is het hoogste goed wat een land bezit. De
soevereiniteit. Om daar iets van weg te geven, betekent nogal wat. Wij noemen dat
een supranationale organisatie. Een organisatie die opgericht wordt en die boven de
lidstaten staat. De Europese Unie is daar een heel mooi voorbeeld van. Het betekent
dus dat een land gebonden kan worden door een meerderheidsbesluit van de andere
lidstaten. Ook als een bepaald land er niet mee eens is.
Schematisch overzicht:
Intergouvernementeel
- Er staat niets boven de staten
- Behoud volledige soevereiniteit
- Staten bepalen zelf of ze worden gebonden bij besluiten: veto-recht
Supranationaal
- De EU instellingen staan boven de staten
- Deel soevereiniteit overgedragen
- Staten kunnen overstemd worden: Eu-wetgeving gemaakt door
meerderheidsbesluiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquevandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.