Tendinopathie
Er zijn verschillende soorten peesproblemen
Tendinitis
Peesklachten dit worden geweten aan een ontsteking. Om een inflammatoire aandoening
van de pees aan te duiden
De meeste peesaandoeningen blijken gekenmerkt door gedesorganiseerd collageen
bindweefsel met microrupturen, verhoogde aanwezigheid van type 3 collageen,
hyper-/neovascularisatie met proliferatie van capillairen en verhoging van het aantal
tenocyten en myofibroblasten.
Pezen geleiden musculaire krachten en zijn dientengevolge onderhevig aan mechanische
belasting.
Homeostase van de pees
Een gezonde (treksterke) pees heeft een bepaalde optimale belasting nodig om deze situatie
te kunnen behouden.
Een geleidelijke verhoogde belasting kan enerzijds zorgen voor een adaptieve
trainingsprikkel, maar een overmatige belasting kan ook nadelig zijn.
- Met name het gebrek aan belasting kan een enorm desastreus effect hebben op de
belastbaarheid van de pees
Dit gebrek aan belasting (stressdeprivatie) ligt ten grondslag aan het ontstaan van een
tendinopathie
De pathogenese van de tendinopathie; stressdeprivatie
Pezen bestaan naast de extracellulaire matrix (met voornamelijk collagene vezels) uit cellen.
Deze cellen noemen we fibroblasten (en in peesweefsel soms tendoblasten). Zij zijn
verantwoordelijk voor het aanmaken van allerlei matrixbestandsdelen.
,4 stadiums met verschillende klinische eigenschappen
Stadium 1: de reactieve tendinopathie
Dit zie je na een eenmalige overbelasting of periode van repeterende overbelasting
Kenmerkend zijn: verdikking en daarmee verstijving van het peesweefsel.
Stadium 2: de tendon disrepair
Lijkt op stadium 1, maar hier is tevens sprake van afbraak van de matrix, neovascularisatie
en neurogenesis. Dit stadium past bij chronische surmenage.
Kenmerkend is een zichtbare en palpabele verdikking van de pees.
Stadium 3: de degeneratieve tendinopathie
Hierbij is ernaast vasculaire en neurale ingroei ook sprake van apoptose, celdifferentiatie en
matrixdisorganisatie
Stadium 4: de (partiele ruptuur)
Het degeneratieve proces resulteert in een destructie van het collagene netwerk en een
verhoogde aanwezigheid van minder trekvast (type 3) collageen. Dit zorgt voor een
verzwakking van de pees en het ontstaan van microrupturen, die uiteindelijk kunnen
resulteren in een totale peesruptuur
,Fysiologie H4
Concentrische contractie: spier wordt op kracht korter
Excentrische contractie: spier wordt op kracht langer
Isometrische contractie: spier op kracht belast maar blijft gelijk in lengte
Doorsnede van de spier
- Om een spier zit een stevige bindweefsellaag, de fascie.
- Daar binnen is de spier omgeven door een dunnere bindweefsellaag (epimysium :
epi=op, myo=spier> op de spier).
- Binnen de spier zitten bundels, of fasculi (fascikels), elke bundel is omgeven door een
dunne bindweefsellaag (perimysium, peri= eromheen)
- Elke bundel of fascikel bevat een aantal spiervezels, elke spiervezel is ook weer
omgeven door een dunne bindweefsellaag (endomysium,
endo=binnenste/binnenlaag)
- De bindweefsellagen bieden ruimte voor bloedvaten en zenuwvezels
- Aan het uiteinde van de spier lopen de bindweefsellagen door in het peesweefsel
Dus van klein naar groot:
- Elke spiervezel is omgeven door een bindweefsellaag: endomysium
- Bundels van spiervezels worden omgeven door ‘’: perimysium
- Op de spier zit een bindweefsellaag: epimysium
- Om de spier zit een stevige bindweefsellaag: fascie
Spiervezel
Een spiervezel is een lang gerekte spiercel. De woorden spiervezel en spiercel duiden
hetzelfde aan.
De spiercel is ontstaan in de embryonale periode, door samensmelting van meerdere cellen,
daarom heeft de spiercel meer dan 1 celkern. De kernen liggen tegen de celmembraan of
sarcolemma aan (sarco=spier)
Skeletspieren heten ook wel dwarsgestreepte spieren, dit komt omdat er dwarsgestreept te
zien is onder de microscoop.
In het plasma van een spiervezel lopen langgerekte structuren of myofibrillen van het ene
cel uiteinde naar het andere cel uiteinde. Myofibrillen zijn de contractiele elementen van
een spier. De dwarse streping wordt teweeggebracht door de bouw van de myofibrillen.
De spiercel of spiervezel kan alleen groeien in de lente door de myofibrillen te verlengen. In
de lengte kan een spiervezel groeien (dikker worden) door meer myofibrillen te bouwen.
In de spiervezel liggen myofibrillen aan de elkaar, door de dwars streping zijn onderdelen te
onderscheiden: banden, schijven, zones en lijnen. In elke band loopt in het midden een lijn.
, Bij verder inzoomen zijn de myofibrillen rijen langwerpige eiwitten (myofilamenten) te zien.
De dikke filamenten heten myosine, de dunne filamenten heten actine. Samen zijn zij de
contractiele elementen van de spiervezel.
Myosine en actine liggen als een karakteristiek honinggraatpatroon in de spiervezel: de
dikke myosine is omgeven door zes dunne actinefilamenten en overlappen elkaar
gedeeltelijk.
- Bij contractie schuiven ze verder over elkaar (spier komt dichter bij elkaar met
aanspanning)
- Ontstaan van contractie >Myosine heeft aan de zijkant een reeks ‘koppen’ die naar
buiten uitsteken. Als zo’n myosinekop een brug vormt met het actinefilament,
schuiven de filamenten langs elkaar (sliding filament theory) zo ontstaat contractie
Sarcomeer
De ruimte tussen twee Z-lijnen van de myofirbillen is een sarcomeer. De sarcomeer is een
contractiele eenheid van een spiervezel. In de spiervezels liggen sarcomeren achter elkaar
(in serie) en naast elkaar (parallel). Aan wederzijden van de Z-lijn zijn actinefilamenten
gehecht. Zo zijn sarcomeren in serie gekoppeld.
Elke sarcomeer kan maar 1 ‘um’ korter of
langer worden, maar omdat er tien tot
honderdduizend sarcomeren in serie
geschakeld zijn, kan de spier toch flink korter
of langer worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jarnovisser00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.30. You're not tied to anything after your purchase.