Module 3 Signaleren En Preventief Werken Binnen De Verpleegkundige Context
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Verslag 1 van module 3: HBO Verpleegkunde (deeltijd)
Een net opgebouwd verslag aan de hand van de rubric van EVL 3.1.
In dit verslag wordt onderzoek gedaan naar hoe het aantal valincidenten binnen de verpleeghuizen terug te dringen is om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
De volgende punten ...
Bijlage 1 cijfers voorkomen valincidenten.................................................................................................... 26
Tabel 1.1: VIM-meldingen valincidenten (naam instelling), somatiek..............................................................26
Tabel 1.2: SEH-bezoeken 2009-2018 na valongeval 65-plussers.......................................................................26
Tabel 1.3: Incidentie SEH-bezoeken 2018 na valongeval...................................................................................27
Tabel 1.4: Aantal SEH-bezoeken na valongeval: prognose tot 2050.................................................................27
Bijlage 2 gevolgen valincident...................................................................................................................... 28
Tabel 2.1: Aantallen letsels ten gevolge van een valincident............................................................................28
Bijlage 8 presentatiebeelden ter vervanging van beeldmateriaal in verband met coronamaatregelen...........39
1 Inleiding
1
,Net als Duitsland en België heeft ook Nederland te maken met de demografische ontwikkeling
vergrijzing. Volgens de bevolkingsprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zal de
bevolking in 2060 bestaan uit 4,7 miljoen 65-plussers (van Duin & Garssen, 2010). Niet alleen de
groei van de ouderen stijgt, maar ook de zorgvraag. Van deze groeiende groep ouderen heeft 70%
een chronische ziekte. Deze doelgroep heeft recht op zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Een
deel van de Wlz-zorgvragers komt terecht in een verpleeghuis. De bewoners van verpleeghuizen zijn
als gevolg van diverse redenen een kwetsbare groep die een hoog risico lopen op valincidenten. Uit
de Landelijke Prevalentiemeting van 2015 bleek dat vallen in de verpleeghuissector meer voorkomt
dan in de thuissituatie (Halfens et al., 2016). Volgens dezelfde meting zijn de belangrijkste oorzaken
van valincidenten in de chronische sector lichamelijke en psychische gezondheidsproblemen.
De incidentie van valincidenten lijkt toe te nemen met het stijgen van de leeftijd. Dit betekent dat de
groeiende groep 65-plussers het grootste risico lopen om te vallen. Vallen wordt beschouwd als een
groot, complex probleem onder ouderen, met mogelijk slechte gevolgen. Met de vergrijzing, waarbij
men alleen maar ouder wordt, zal dit probleem blijven toenemen. Dit zou overigens niet zo moeten
zijn met de preventie kennis van nu.
Toch laat de praktijk een tegengesteld beeld zien. Op de somatische afdeling binnen
woonzorgcentrum (naam instelling) is opmerkelijk dat het percentage gemelde valincidenten niet
afneemt. Zo blijkt uit de cijfers van de VIM-meldingen (Veilig Incident Melden) dat er sprake is van
een toename in het aantal gemelde valincidenten (zie Bijlage 1, Tabel 1.1). In de eerste drie maanden
van 2020 betreft maar liefst 32% van de VIM-meldingen een valincident. Alle zorgvragers die zijn
gevallen in de periode van 2018-2020 behoren tot de doelgroep 65-plussers. De helft hiervan heeft
eerder een valincident meegemaakt.
Binnen (naam nstelling) wordt het protocol “preventie vallen” gehanteerd. Dit protocol geeft als
richtlijn dat iedere zorgvrager bij opname gescreend wordt op valrisico met een periodieke evaluatie
tijdens een multidisciplinair overleg (MDO). De probleemanalyse is vooral gericht op de vraag
waarom de somatiek bewoners, met name de 65-plussers, binnen (naam instelling) nog altijd
kampen met onverminderde (herhaaldelijke) valincidenten. Het doel hiervan is om het aantal
valincidenten te kunnen verminderen en hiermee de kwaliteit van zorg te verbeteren.
In het eerste hoofdstuk vindt u de inleiding en de achtergrond van de probleemstelling die wordt
omschreven aan de hand van de 5 W’s. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een historische context
over het ontstaan van interventie met betrekking tot valincidenten. Hoofdstuk 2 geeft aan de hand
van het ASE-model en de ecosysteemtheorie van Bronfenbrenner inzicht in de beïnvloedende
factoren van gedrag. Als laatste worden in hoofdstuk 3 de resultaten besproken van de
onderzoekende vragenlijsten binnen de praktijksituatie.
2
, 1.1 Achtergrond probleemstelling
Wat is het probleem?
Op de somatische afdeling binnen (naam instelling) is het opmerkelijk dat een groot deel van de
bewoners, met name de 65-plussers, kampt met herhaaldelijke valincidenten. Dit komt omdat zij
onder te weinig toezicht staan wanneer zij op een somatische afdeling komen te wonen. Hierdoor
ontstaat er een groter risico op (herhaaldelijk) valgevaar. Het is door weinig toezicht vaak onduidelijk
wat de oorzaken van deze valincidenten zijn waardoor de verkeerde of geen preventieve
maatregelen genomen kunnen worden. Dit houdt de herhaaldelijke valincidenten tot stand met alle
gevolgen voor de patiënt en betrokkenen.
Wie heeft te kampen met het probleem?
De doelgroep die te kampen heeft met dit probleem zijn de in hoofdstuk één eerder benoemde
ouderen van 65+, die door chronische en/of lichamelijke aandoeningen niet meer in staat zijn
zelfstandig te wonen, en om die reden terecht komen op een somatische afdeling in een
verpleeghuis. Bewoners van een verpleeghuis hebben over het algemeen een minder stabiele
gezondheidssituatie en zijn afhankelijk van zorg door anderen. Ook heeft deze doelgroep een
verminderde mobiliteit en loopt een relatief hoog risico op een valincident.
Naast de doelgroep zelf zijn er aantal betrokken zorgdisciplines die met het probleem te kampen
hebben. Een valincident vraagt namelijk om meer zorg en administratie en doet om die reden een
extra beroep op het zorgpersoneel in het verpleeghuis.
Wanneer zich een valincident voordoet is het de taak van de verpleging om de bewoner te
onderzoeken op zichtbaar letsel en de fysio- en ergotherapie, de arts en de eerste contactpersoon in
te lichten. De fysio- en ergotherapeut hebben de taak om te rapporteren, beoordelen en aanpassen
van onder andere de transfers, loophulpmiddelen/rolstoelen, ADL-activiteiten en behandelplannen.
De arts houdt zich bezig met het onderzoeken van de patiënt, valrisicobeoordelingen en het
aanpassen van medicatie wanneer nodig.
Al met al kan een valincident dus een hoop extra zorguren opleveren. Deze zorguren brengen extra
kosten met zich mee voor het verpleeghuis waardoor de organisatie ook te kampen heeft met dit
probleem. Uit onderzoek van Sterke, Panneman, Erasmus, & van Beeck (2018, p. 19-21) blijkt dat
zelfs als er geen letsel is, de extra werklast van de verpleging, fysio- en ergotherapeut en arts bij
elkaar opgeteld al bijna vijf uur is. Uitgedrukt in euro’s is dat volgens hen € 193 per val.
Waarom is het een probleem?
Valincidenten hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van ouderen. Volgens een
rapport van het WHO zijn letsels ten gevolge van een valincident de derde belangrijkste oorzaak van
ongezonde levensjaren bij ouderen (World Health Organization, 2008). Dit komt omdat letsel ten
gevolge van een val voor ouderen een grote impact heeft op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied.
Uit onderzoek van Van der Does, Baan, & Panneman (2019) blijken heupfracturen en hoofd-
hersenletsel de meest voorkomende letsels te zijn na een valincident bij ouderen (zie Bijlage 2, Tabel
2.1). Volgens van Steen, Rexwinkel, & van Baal (2006) verlopen de genezingsprocessen hiervan
langzaam en leiden tot tijdelijke of blijvende vermindering van zelfredzaamheid waardoor zij meer
complexe zorg nodig hebben.
De extra zorguren die hiervoor gevraagd worden na een valincident vormen een probleem omdat het
moment dat een zorgmedewerker extra zorg levert aan de gevallen ouder hij of zij niet beschikbaar is
voor een andere bewoner. Dit betekent dat de overige bewoners op dat moment minder zorg
ontvangen wat invloed kan hebben op de kwaliteit van zorg. De extra inzet van de zorgdisciplines
voor valincidenten stijgen verder naarmate het letsel erger is. De eerder benoemde Sterke et al.,
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jzm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.07. You're not tied to anything after your purchase.