BEWEGEN zijn alle ongeorganiseerde (niet club/vereniging) bewegingsactiviteiten.
Denk dus bijvoorbeeld aan het gras maaien, of de hond uitlaten. Bewegen kan ook
een doel hebben bijvoorbeeld joggen om aftevallen.
Iedereen moet eigenlijk 30min per dag sporten = de nationale beweegnorm.
SPORT zijn alle georganiseerde bewegingsactiviteiten die gerelateerd zijn aan
bepaalde doelen.
Eerst bewogen mensen om te kunnen overleven in de steentijd → de verstedelijking
begon → mensen gingen andere ambachten beoefenen, er kwam differentiatie en
een agrarisch urbane samenleving. Ook ontstonden er verschillen en taakverdeling.
→ niet iedereen hoefde meer fysiek in vorm te zijn.
Griekenland:
Beweging kreeg een rol.
Bij militairen trainingen kwamen er wedstrijden.
Halen van eer en roem erg belangrijk.
Bij groot succes kon je een ‘heros’ worden.
Verschillende spelen.
Van oorsprong religieuze feesten → later ging het meer om de wedstrijd.
Plato/Socrates gaven waardering aan het lichaam.
Ca. 300 v.C. hellenistische tijd → meer aandacht voor worstelen en het circus.
Rome:
Lichaamsoefeningen waren belangrijk en bepaalde groot deel van de
opvoeding.
Bij het leger werd intensief getraind.
Nadat Rome machtig geworden was→ werd er minder bewogen
Massa ging om vermaak vragen (brood en spelen) → gevechten tussen,
gladiatoren, slaven, barbaren, leeuwen en stieren.
Middeleeuwen(500-1500):
Geen lichamelijke oefeningen, wel dans, spel (kinderspelen) en paardrijden.
Ridders, deden mee aan toernooien → oefenen militaire rol.
De verlichting (18e eeuw):
Steeds meer aandacht voor lichamelijke opvoeding op school.
Er ontstonden verschillende stelsels over de ontwikkeling van het kind.
Stelsels zijn ‘‘onderwijsplannen’’ met een eigenidee over opvoeden.
Pierre de Coubertin (1863-1937): initiatief nemen van de Olympische Spelen.
1896: De 1e Olympische Spelen.
Johan Christoph GutsMuths: grondlegger van moderne gymnastiek →
gymnastiek kreeg een belangrijke plek in het onderwijs.
Nieuwe tijd (vanaf 1900):
, Engeland: basis huidige teamsport bijv. cricket, roeien, hockey, atletiek en
voetbal.
Sport had een pedagogische waarde.
Prestatie werd belangrijk in de sportwereld.
Sportbonden: om sport landelijk zo goed mogelijk te organiseren en te
reguleren.
Na WO1 ging de ontwikkeling van sport heel snel door welvaart. (ook na
WO2)
Tijdlijn doornemen blz. 229-231
DE DRIE SOORTEN SPORTERS
1. De recreatieve sporter: iemand die regelmatig 1-2 keer per week traint,
ongeveer 1-2 uur
2. De wedstrijdsporter: iemand die minimaal 3 tot 7 keer per week traint,
ongeveer 1-2 uur.
3. De topsporter: iemand die iedere dag op een bepaald niveau sport, ongeveer
3-6 uur per dag.
TOPSPORT is sport op nationaal en internationaal prestatieniveau
Een aantal zaken hebben invloed op bewegen en sport:
Professionalisering van de sport: door welvaart en vrije tijd gingen meer
mensen sporten. Verenigingen kregen meer belang bij presteren. Er kwam
sponsoring, topsporters konden van sport leven.
Commercialisering van de sport: Sport is een bedrijfstak geworden.
Mensen konden zich vrijmaken van betaald arbeid. Ze konden zich
beroepsmatig gaan richten op hun sport met gevolg dat het niveau steeg. Ook
kwam er veel aandacht door reclames, sportmerken, merchandising, etc.
maar ook gemeentes die impulsen geven door het belang van de
samenleving.
Sport en politiek:
o In het communisme gebruikt als uithangbord, sporters moesten een
sportcarrière opbouwen.
o Sport kan gebruikt worden om verhoudingen tussen landen te verbeteren.
o Politiek gebruikt sport om de bevolking te stimuleren om gezonder te leven.
Maar dit zorgde economisch ook winst op: er was beperking van medische
kosten en dringt men hiermee het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
terug.
o Black Power-beweging, eind jaren ’60, dit was een beweging met als doel
de discriminatie van zwarte Amerikanen tegen te gaan. Het symbool was
een zwarte vuist die omhoog richt.
o De film Rocky 4, een boksfilm gemaakt tijdens de koude oorlog. Hij moest
het opnemen tegen een Rus, en omdat hij Amerikaans was, won hij
natuurlijk.
Sport en media: de media maken het onder andere mogelijk, voor sporters
om geld te verdienen. En het trok erg veel aandacht waardoor sporters impact
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finndijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.