Timmons en Spinelli noemen drie categorieën faalfactoren waardoor
ondernemingen in de problemen komen en het niet redden in de markt:
1. Onvoldoende kennis van strategische vraagstukken 2. Onvoldoende
managementcapaciteiten 3. Onvoldoende financieel inzicht.
1. Onvoldoende kennis van strategische vraagstukken; ondernemers
hebben vaak onvoldoende besef van de gevolgen van de groei van hun
onderneming. Groei moet voorgefinancierd worden. D.w.z. extra personeel,
nieuwe vestiging e.d. Bovendien ontstaan liquiditeitsproblemen wanneer de extra
omzetten tegenvallen of toch later worden behaald dan begroot. Een ondernemer
die bijv. overweegt een tweede vestiging te openen, krijgt met specifieke
vraagstukken te maken waarover hij niet eerder heeft nagedacht (strategische
vraagstukken). Andere strategische vraagstukken waar onderneming mee de
mist in gaan, is het onjuist inschatten en beheren van relaties met leveranciers
en klanten en het focussen op het product.
2. Onvoldoende managementcapaciteiten; grote ondernemingen vragen
andere managementcapaciteiten dan kleinere. Op een bepaald moment zal de
kern van de werkzaamheden van de eigenaar van de onderneming verschuiven
van ondernemen naar managen. Een interessant model om zowel de strategische
als de managementproblemen van groei inzichtelijk te maken is Greiners
groeimodel. In dit model worden 5 opeenvolgende groeifasen herkend, tussen
elke fase zit een specifieke managementcrisis.
Fase 1. Groei door creativiteit; hier ontstaat groei haast vanzelf door de
innovatieve input van de oprichters. Door ondernemende creativiteit weet de
onderneming nieuwe klanten te vinden en tevreden te stellen. Naarmate de
onderneming groeit moeten meer mensen worden aangestuurd en moet men
investeren in nieuwe groei. Er onderstaat een leiderschapscrisis; van de
creatieve, innovatieve ondernemer wordt een meer strategische insteek
verwacht.
Fase 2. Groei door sturing; hier is sprake van een vrij centralistische sturing door
de leider, de oprichter zelf of een door hem aangestelde directeur. Ook nu zal
frictie ontstaan door de groei. Er zal een groter managementteam ontstaan
waarin de directeur het laatste woord houdt. Op een gegeven moment zullen de
verschillende leden uit het managementteam of het middenmanagement echter
de bureaucratie aanvechten en hun eigen beslissingen willen nemen. Deze crisis
wordt de crisis van autonomie genoemd.
Fase 3. Groei door delegatie; hier ontstaan verschillende organisatorische
, entiteiten door delegatie. Hierbij steekt de volgende crisis op, de
beheersingscrisis; op welke manier worden de verschillende
onderdelen/afdelingen van het bedrijf bijeengehouden?
3. Onvoldoende financieel inzicht; door de groei van de onderneming en de
daarmee gepaard gaande toename van het aantal betrokken personeelsleden,
klanten, leveranciers e.d. zal de financiële kant van de onderneming
onoverzichtelijk worden. De behoefte aan adequate liquiditeitsbegrotingen en
managementinformatie neemt toe. Ondernemers die onvoldoende voorbereid zijn
lopen het risico een tekort aan liquide middelen te hebben.
De vijf domeinen waarop het mis kan gaan met een bedrijf houden allemaal
verband met elkaar en een ondernemer moet ze in de juiste volgorde uitwerken;
1. Mensen; de mensen bepalen wat mogelijk is in een organisatie.
2. Strategie; wat de mensen in een organisatie gaan doen.
3. Uitvoering; hoe de mensen in een organisatie deze activiteiten uitvoeren.
4. Geld; het resultaat van de uitvoering.
5. Ondernemer; degene van wie het bedrijf is en door het wie het bedrijf bestaat.
Domein 1 t/m 5 volgen elkaar op een natuurlijke wijze op. De mensen binnen een
onderneming hebben kennis en vaardigheden (1), deze zijn bepalend voor de
langetermijn doelen(2), deze doelen moeten worden uitgevoerd (3) en leiden tot
een resultaat uitgedrukt in geld (4).
Ministerie van Economische zaken: Maatschappelijke Verantwoord
Ondernemen (MVO) zijn activiteiten die meerwaarde hebben voor het bedrijf
en maatschappij, die tot de kernactiviteiten van het bedrijf behoren en niet
wettelijk verplicht zijn.
Volgens de SER is MVO; de zorg voor de maatschappelijke effecten van het
functioneren van de onderneming waarbij twee elementen bepalen of met recht
van verantwoord ondernemen kan worden gesproken; het bewust richten van de
ondernemingsactiviteiten op waardecreatie in drie dimensies (People, Planet,
Profit) en daarmee op de bijdragen aan de maatschappelijke welvaart op lange
termijn. De volgende activiteiten worden tot MVO gerekend;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucvandernat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.