100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting sociale psychologie (14/20) $5.50   Add to cart

Summary

samenvatting sociale psychologie (14/20)

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is mijn samenvatting voor het vak sociale psychologie, waarmee ik 14/20 behaalde. Dit vak krijg je in het eerste jaar toegepaste psychologie. Mijn prof hiervoor was Stijn Meuleman. De samenvatting bevat ook schema's.

Preview 3 out of 28  pages

  • Yes
  • September 18, 2022
  • 28
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Sociale psychologie
H1: wat is SP?
 Er is altijd een invloed v anderen
o Watzlawick: je kan niet niet communiceren
o Dus: alle gedrag is sociaal

1.1 studieobject & definitie
 Materiële object
o Bewust of onbewust
 Vb onbewust: docent & gedrag vd leerlingen wnr hij links of rechts staat
(onrustig vs kalm)  prof gaat onbewust meer links gaan staan
o Expliciet of impliciet
 Formele object
o De wetmatigheden ih gedrag: hierdoor zouden we gedrag kunnen voorspellen
 Er zijn altijd uitzonderingen: mens heeft eigen keuze

1.4 Werkwijze (examenvraag!!)
3 dimensies
 3 belangrijke dimensies (=fundamentele denkwijzen) worden onderscheiden ih onderzoek & de
onderzoeksmethode vd sociale psychologie (J.A.A van Leent)
o Breedte-dimensie
 Zo breed mogelijk onderzoek voeren, met een zo veelzijdig mogelijke
theorievorming
 Zoveel mogelijk aspecten vd SP moeten onderzocht worden (vb. attitudes,
waarneming, opvattingen…)
 Zo’n breed mogelijke onderzoeksgroep/steekproef: de totale populatie zo dicht
mogelijk benaderen (alle lagen, leeftijden, geslachten…)
 Moeilijk: slechts een schatting, geen 2 mensen zijn dezelfde
 Ideale steekproef= gehele populatie
 Steekproef niet toevallig, men gebruikt liefst goedkope of onbetaalde
Ppn: geen goeie weergave voor populatie, want deze mensen hebben
geld nodig of worden verplicht  niet representatief (te beperkt: vaak
enkel studenten) en niet (intrinsiek) gemotiveerd
o Diepte-dimensie
 Eerder filosofische benadering dat wil doordringen ih diepste vd mens
 Sociale geaardheid vd mens beschouwen &van daaruit de bestudeerde
verschijnselen en wetmatigheden verklaren & begrijpen
 Moeilijk want het gaat hier over de black box
 Hypothetische constructen: kwaliteiten die we niet zien maar waarvan
we veronderstellen dat ze er zijn
 Dieptepsychologie v Freud probeert de sociale gedragingen vanuit deze
dimensies te begrijpen
o Hoogte-dimensie
 Theorieën moeten worden opgebouwd (theorie op theorie)
 Basis voor deze hoogbouw wordt gevormd door empirische vaststellingen die
deze theorieën ondersteunen

1

,  Men werkt hypothetisch-deductief: vanuit theorie evidentie proberen vinden in
empirie
 Je kan enkel zeker zijn van je theorie indien deze fout is (Popper)
 Metafoor zwarte zwaan: je ziet 12 zwanen ih park & denkt dat alle
zwanen wit zijn. Steeds meer zie je witte, dus je gelooft meer in je
theorie. Deze theorie kan je echter niet bewijzen. Je kan pas 100%
zekerheid hebben wnr je een zwarte zwaan ziet en dus fout bent.

Het experiment als methode
 Experiment= meest gehanteerde methode
 Socius= de ander id sociale situatie
 Pspp : doen alsof je een deelnemer bent of opdracht hebben een gedrag te stellen
o Is dus ook een rolspeleer: socius die niet doet alsof hij een Pp is, maar wel opdracht heeft
o Pspp is soms ‘naïve Pp’
 Experimentele conditie: situatie waarin de Ppn obv hypothese manipulatie ondergaan
 Controleconditie: nulmeting wordt gehouden om na te gaan wat het gedrag is ve Pp zonder de
exp manipulatie
o Vaak kan er pas een conclusie gemaakt worden wnr experimentele condities hiermee
vgl’en worden
 Jukconditie: 2 Pp ondergaan zelfde onaangename prikkel (ze moeten hetzelfde ‘juk dragen’)
o Verschil zit id factoren die invloed hebben
 Voordelen exp methode:
o Men kan tot ontegensprekelijke conclusies komen
 Labosituatie wordt gecreëerd
 Onafhankelijke variabelen zijn de veranderingen die je aanbrengt id omgeving, je
manipulaties id proefopstelling
 Afhankelijke variabele= factor die wijzigt door onafh variabelen
 Storende factoren: omgevingssituatie of persoonseigenschappen die niet
algemeen geldend zijn & het resultaat vertekenen
o Herhaalbaar (wnr vorige zaken onder controle worden gehouden): zelfde exp uitvoeren
onder zelfde omstandigheden zorgt voor zelfde resultaat
o Door de kwantificeerbaarheid (werken met cijfermateriaal) worden conclusies objectief
& eenduidig
o Cijfermateriaal maakt statistische bepalingen & correcties mogelijk
 Nadelen exp methode:
o Moeilijk praktisch uitvoerbaar
 Storende factoren bedwingen is omslachtig
o Deontologie/juridische klachten: exp vaak onaangenaam & belastend
 Pp inlichten is echter ook nadelig: er kan reactief gedrag optreden (wordt
uitgelokt door feit dat het een exp betreft)
 Demand characteristics: Pp gedraagt zich hoe hij verwacht zich te
moeten gedragen
o Geen externe validiteit: wnr storende factoren onder controle worden gehouden, zal
situatie anders zijn dan ‘natuurlijke’ situatie waar deze wel aanwezig zijn
o Proefleider/onderzoeker kan storend element zijn: pers verwachting beïnvloedt
onbewust diens observatie/interpretatie
 Selffulfilling prophecy: dat wat verwacht wordt zal ook optreden, omdat het
verwacht wordt (ook wel Pygmalion-effect genoemd)

2

, o Nadelen kunnen opgelost worden
 Coverstory: Pp wordt met list naar gecamoufleerd labo gelokt
 Lang op voorhand toestemming geven voor deelname in onderzoek, geen idee
over plaats en tijd
 Onopvallende metingen
 Dubbelblind exp: proefleider weet zelf niet of Pp tot controlegroep of exp groep
behoort

H2: hulpverlenend gedrag
 We zullen niet spreken v altruïsme in deze lessen, maar v hulpverlenend gedrag (om discussie te
vermijden)
 Plato:
o Mensen zoeken enkel sociaal contact om er voordeel uit te halen, niet uit behoefte aan
anderen  egoïstisch
o Omgekeerde= altruïsme: ander centraal stellen, gedrag waar je geen voordeel uit haalt
 Bestaat dit wel? Vb: schuldgevoel vermijden, zelf goed voelen, id hemel terecht
komen, karma…  is weer uit eigenbelang
 Conclusie Plato: geen enkel gedrag is altruïstich
 Beter spreken van hulpverlenend gedrag
 Ofwel de empathie-altruïsme-hypothese toepassen
 Daniel Batson
o empathie-altruïsmehypothese: je kan iem helpen vanuit 2 versch. instellingen
 empathische bezorgdheid (vb oud vrouwtje helpen, want je leeft je in)
 persoonlijke bezorgdheid (vb oud vrouwtje helpen, want je wilt gn schuldgevoel)




 de hulpverlener kan het hulpverlenend gedrag stopzetten of ontlopen indien hij
het lijden van de ander kan negeren of ontkennen

2.1 Kitty Genovese
 3x aangevallen, ca 40 getuigen, niet geholpen
o Angst om zelf aangevallen te worden
o Omstaanderseffect/bystander effect: “iemand anders zal wel helpen”

2.2 diffusie vd verantwoordelijkheid
 Darley & Latané (veel vd exp. In H2 bouwt verder op theorieën v deze 2)
o Bystander apathy
 Verklaring: diffusie van de verantwoordelijkheid

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zodeblauwe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.50
  • (0)
  Add to cart