100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerking hoorcollege week 2 minor kwantitatief inzicht voor juristen $6.33
Add to cart

Class notes

Uitwerking hoorcollege week 2 minor kwantitatief inzicht voor juristen

 59 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document betreft een uitwerking van het hoorcollege van week 2 met aanvullingen uit het boek waar nodig. Zelf heb ik een 8,9 gehaald voor deze minor.

Preview 2 out of 9  pages

  • September 18, 2022
  • 9
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Philip hans franses
  • Hoorcollege week 2
avatar-seller
Hoorcollege 2: Basisbegrippen in de statistiek
Deze week: gemiddelde, mediaan, modus, variantie, standaarddeviatie, empirische verdeling,
covariantie en correlatie (is niet gelijk aan causaliteit!).
 We gaan kijken naar wat deze begrippen betekenen en hoe je ze uitrekent.
Het gaat er weer om dat we getallen in context plaatsen, want zonder context betekent een getal
niet zo veel.
VB: is het getal 4 veel?  dat kunnen we alleen bepalen als we dat getal in een context plaatsen.
4 kinderen op een bank (vriendjes van je zoon op bezoek) is niet veel want niet zo bijzonder bij
gezinnen met kleine kinderen, maar 4 Ferrari’s voor de deur is wel veel want dat komt niet veel
voor.
DUS: de manier waarop we dat getal meten en de mate van bijzonderheid plaatst dat getal in
context.


Gemiddelde
Om de context te bepalen hebben we bijv. het gemiddelde (bijv. gemiddeld aantal kinderen op de
bank / Ferrari’s dat mensen hebben).




De uitkomst is dus gemiddeld 2,1 kind per huishouden.

Een variabele is een eenheid die een andere waarde kan hebben, waarvan de waarde dus niet constant
maar variabel is. Bijv. a = 3, a is een variabele waar je steeds iets anders voor in kunt vullen.

Bij statistisch onderzoek worden antwoorden op onderzoeksvragen of resultaten op metingen
waarnemingen genoemd  waarnemingen moeten ingedeeld, geteld en/of gesorteerd worden.



Mediaan
De mediaan bereken je door de getallen op volgorde te leggen van klein naar groot of van groot
naar klein  het middelste getal/waarneming is dan de mediaan. VB:
1, 3, 2, 3, 1, 2, 2, 4, 2, 1
wordt dan
1, 1, 1, 2, 2, 2, 2, 3, 3, 4
In het geval van een even aantal getallen, zoals hier tien, zijn er twee middelste getallen (hier 2
en 2)  dan neem je het gemiddelde v.d. middelste twee getallen om de mediaan te berekenen: (2
+ 2) / 2 = 2.

, Ook hier geldt dat de mediaan niet per se een waarneming hoeft te zijn, maar dat komt wel vaak
voor.
De mediaan is nuttig als je waarnemingen hebt met mogelijk een aantal flink afwijkende getallen.
Stel de getallen/waarnemingen v.d. huishoudens waren:
1, 3, 2, 3, 1, 2, 2, 4, 2, 10 (laatste huishouden dus 10 i.p.v. 1 kind)

1+3+ 2+ 3+1+2+2+4 +2+10 30
Dan verandert het gemiddelde flink: Gemiddelde= = =3
10 10
MAAR de mediaan is nog steeds 2! De mediaan is dus minder gevoelig voor sterk afwijkende
waarnemingen, daarom is deze nuttig.
Als je dus getallen hebt waarvan je van tevoren kan vermoeden dat er een paar gekke tussen
kunnen zitten, dan is de mediaan een makkelijkere manier om de data (een benchmark) te hebben
dan het gemiddelde.


Modus
De modus is de meest voorkomende waarneming.
Van deze 10 waarnemingen is dat 2, want
Getal Aantal keer waargenomen
1 3
2 4
3 2
4 1


De modus komen we vaker tegen, bijv. als we het hebben over het modale inkomen. VB:
Het bruto modale inkomen was volgens het CPB (schatting) in 2017 € 34.000 (vakantietoeslag
meegerekend), per maand is dat € 2.623 (bruto, exclusief 8% vakantietoeslag). Voor 2018 werd dit
bedrag op € 35.000 geschat, voor 2019 op € 36.000.
 Waarom neemt men hier het modale inkomen en niet het gemiddelde inkomen?
Je neemt hier het modale inkomen om niet afhankelijk te zijn van een paar bijzondere
inkomsten van hele rijke mensen met bijv. een miljard  dan schuift dat gemiddelde enorm
op richting dat miljard. Modaal is simpelweg het meest voorkomende inkomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylano4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.33  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added